maandag, juli 12, 2010

De roes is over

Het was wat stil, gisteravond na De Wedstrijd. Een enkele zatlap stak nog wat vuurwerk af, een schaarse Spanjaard danste wat door zijn huiskamer, om geen depressieve orangisten tegen het lijf te lopen. De feest- en hospleinen liepen leeg, gebogen schimmen sloften door de straten richting huis en vanmorgen stonden wij niet op met een oranjezonnetje, maar onder het gebruikelijke, grijze Hollandse wolkendek, met als troostprijs een weeralarm van het KNMI. De Nederlander heeft zijn feestje gehad, de roes is over, Eeuwige Tweede is ook lang niet slecht, we gaan over tot de orde van de dag. Dat betekent dat we na het uitgeven van handen vol geld aan oranjeprullaria en aanklevende consumptieartikelen weer gewoon gaan klagen over de stijgende prijzen, het Kwartje van Kok dat nog steeds niet is teruggegeven en 'zakkenvullend Den Haag,' waarvan nog niemand heeft ontdekt waar dat eigenlijk ligt. Over twee jaar hebben we het EK en begint het circus gewoon opnieuw.


Ik zit al uit te kijken naar het Bead the Poetry festival, woensdagavond in de tuin van de Grotekerk. Ik ben benieuwd wie de junior stadsdichter wordt. Niet gekozen via een malle verkiezing, maar gewoon netjes aangewezen door een jury, zoals dat hoort. Er wordt voor woensdag 1.6 mm. regen voorspeld, met af en toe een zonnetje en een temperatuur van 26 graden. Laten we er even voor duimen dat die 1.6 mm. netjes in de ochtenduren valt, of op Zwijndrecht, om maar eens wat te noemen, want twee teleurstellingen in een week zou iets te veel van het goede zijn. Ik moet toegeven, het was jammer voor Bert en zijn boys, maar het zou mij meer aan het hart gaan als Bead the Poetry in het water zou vallen. Voor Daniël Vis en Amarantha Groen is het ook een opmaat naar het driedaagse festival Dichters in de Prinsentuin in Groningen (28 t.m. 30 juli), waar zij op donderdag en ik op vrijdag acte de présence zullen geven. Ook dan moeten we maar een beetje stiekem bidden om de gunst van de weergoden.


Die waren ons afgelopen zaterdag in Haarlem even niet gunstig gezind. Wij hadden met enkele vrienden de tentoonstelling over Godfried Bomans bezocht, in de Hallen, waarna wij via enkele terrassen en een Indiaas restaurant (iets dat Dordrecht ontbeert, waardoor het toch iets provincialer lijkt dan Haarlem) terechtkwamen op de Botermarkt. De lucht begon te betrekken, maar wij zaten onder een forse parasol en ik dacht dat het wel zou overwaaien, een beetje zoals de oranjekoorts gisteren ineens overwoei. Dat bleek niet het geval. Op een gegeven ogenblik begon er iemand van grote hoogte emmers water over ons uit te storten en daar heel hard bij de blazen. Er volgde een wilde vlucht het bijbehorend café in, waar we als troost nog de tweede helft van de troostfinale tussen Duitsland en Uruguay zagen. Dat was wél een goede wedstrijd. Daarna werd het tijd om naar het station te gaan, maar het regende nog steeds hevig. In zo'n geval kan men in een beschaafd oord een taxi bellen. Dat bleek in Haarlem niet mogelijk. Het koetsierswezen nam eenvoudigweg de telefoon niet op. Ten einde raad zijn we maar door de regen naar het station gewandeld, waar we doorwaternat, zoals we in Dordt zeggen, in de laatste trein naar het zuiden stapten. In Dordrecht waren de buien bij aankomst voorbij en stonden er keurig een paar taxi's op de Stationsweg op reizigers te wachten. Die vijf minuten naar huis kon ik zelf wel lopen, maar ik denk nu dat ik weet waarom Bomans eerste boek, Pieter Bas, in Dordrecht speelt en niet in Haarlem.

Geen opmerkingen: