donderdag, december 12, 2019

Visbank



Als ik over het Bagijnhof loop, onderweg naar de bibliotheek, de loempiakraam van collega dichter Xuan Tran, of mijn stamcafé Visser en ik denk aan afbeeldingen als deze, springen figuurlijk de tranen in mijn ogen. Hoe mooi het ooit was en hoe lelijk het is geworden. Daar zit een vleugje nostalgie in, die met mijn leeftijd heeft te maken, daar zit een vleugje persoonlijke smaak in, waarover niet valt te twisten, maar de echte pijn zit in het feit dat het 'op de schop nemen' van de stad ter wille van de 'vooruitgang' zowel in de negentiende eeuw als in de jaren zestig van de twintigste eeuw is gebeurd met een verbijsterende ongevoeligheid voor het verleden. 

Natuurlijk, rond 1950 verkeerde een deel van de Dordtse binnenstad in verkrotte staat. Dat daar iets aan moest worden gedaan, stond als een paal boven water. Ik denk dan ook dat de gemeenteraad die tot het beruchte Saneringsplan besloot, dat met de beste bedoelingen deed, maar dat volkomen gebrek aan historisch besef, waardoor overambitieuze bouwheren en handenwrijvende projectontwikkelaars hun verwoestende werk konden doen, waarbij en passant een belangrijk, overwegend minvermogend, deel van de binnenstadbewoners werd verbannen naar de buitenwijken, waar komt dat vandaan? En wat voor onherstelbare wonden heeft dat niet veroorzaakt? 
Ik hoop dat de zittende raad goed doordrongen is van de kaalslag die de grootste stedenbouwkundige blunder van de eeuw veroorzaakt heeft. Een stad is per definitie in beweging en nog altijd hangt boven de historische binnenstad van Dordrecht de dreiging van lieden die het heil der mensheid uitsluitend verwachten van 'verandering' wat niet zelden wordt gelijkgesteld met 'verbetering'. Dat is absoluut geen wet van Meden en Perzen, maar ik ben weleens bang dat we te vaak te maken hebben met mensen op invloedrijke posities die geen notie hebben van wie die Meden en Perzen waren.

De, inmiddels afgeschoten, plannen voor de Visbrug, samengevat in de term 'de put van Piet', zijn zo'n voorbeeld van hoe het niet moet. Er zijn nu andere plannen voor de Visbrug, die er een stuk acceptabeler uitzien, maar ook die hebben weer een bedenkelijk randje. Dat randje is het in mijn ogen malle, zo niet gewoon onverantwoordelijke, idee van de 'shared space' in het verkeer. Je moet dat zo noemen, anders snapt de jeugd niet dat het om 'gedeelde ruimte' gaat. Het idee is dat 'de auto te gast is' en dat voetgangers, fietsers en wie nog meer met elkaar het plaveisel delen. Weg met de trottoirs. Die zijn niet meer nodig, want, zo hoorde ik vanuit het Stadskantoor, er is een dertig kilometer zone en de pollers worden vervangen door camera's, dus met de handhaving zit het wel goed. 
Laten we het hopen. Wie ziet hoe vooral bij mooi weer motoren en quads over de Visstraat en de Groenmarkt razen, weet dat politie en handhaving tot nu toe hebben gefaald. Het is nog maar de vraag of de gemeente in staat is alle overtredingen die de camera's gaan registreren op adequate wijze te verwerken. 

Over Bagijnhof en Visstraat fiets ik liever niet, vanwege de onduidelijke en onoverzichtelijke verkeerssituatie (shared space!) en dat hoeft ook niet, want je kunt gewoon door het wandelgebied peddelen. De pakkans is daar ook gering. Gelukkig houdt iedere automobilist zich aan de dertigkilometernorm. Nu ja, iedereen, in elk geval die naïeve ambtenaren die zich met het verkeersbeleid bezighouden en een paar brave burgers. Hij wordt vast mooi, die bank bij de Visbrug, ik zal er graag een Vietnamese loempia nuttigen, maar liever niet in die 'gedeelde ruimte'. 

Foto: Beeldbank Regionale Archiefdienst Dordrecht (552_400134)


Geen opmerkingen: