zondag, oktober 20, 2024

75 Jaar Fulbright




Naar de viering van het 75-jarig jubileum geweest van de Fulbright Commission in the Netherlands, vanmiddag in Amsterdam. Hoewel de drie andere Fulbrighters met wie ik in 1987 aan de University of Minnesota verbleef niet aanwezig waren, was het een prachtige middag. Naast het weerzien met een aantal bekenden had ik veel mooie gesprekken met Fulbrighters die ik voor het eerst leerde kennen. De gezamenlijke ervaringen als wetenschapper of student in de VS of omgekeerd als wetenschapper of student uit de VS in Nederland, scheppen duidelijk een band.

Voor mij was het verblijf als Fulbrighter in Minneapolis een waterscheiding in mijn leven. Ik ontmoette er Stella Timonidou, angliste, vertaalster en dichteres uit Griekenland. Drie jaar later trouwden we. Dat was niet alleen het begin van een buitengewoon gelukkig huwelijk, dat eindigde op tweede kerstdag 2007 toen Stella aan de gevolgen van maagkanker overleed, maar ook betekende het dat ik mij via de Amerikaans-Griekse betrekkingen na de Tweede Wereldoorlog van lieverlee steeds meer bezig ben gaan houden met de geschiedenis van het moderne Griekenland en Cyprus. Op 7 november wordt mijn nieuwe boek over Griekenland en Cyprus in Dordrecht ten doop gehouden.

Tijdens de viering waren er toespraken door minister Eppo Bruins, ook een Fulbrighter, de Amerikaanse ambassadeur in Nederland, mevrouw Shefali Razdan Duggal en professor James Kennedy. Spreekstalmeester was Fulbrighter Joris Luyendijk, die een drietal bursalen, waaronder Alexander Rinnooy Kan naar hun ervaringen vroeg en na afloop was er een geslaagde borrel, maar daar voelde ik het gemis van Stella wel extra sterk. Wat zou ze er graag bij zijn geweest. 


Foto auteur: de Amerikaanse ambassadeur in Nederland.


zaterdag, oktober 12, 2024

Gewoon met de veerpont





LESKIMO de Zyrcsée is het eenmanstijdschrift dat op ongeregelde tijden wordt uitgegeven door Johan Everaers uit Noordgouwe. Als er een nummer verschijnt stuurt hij het naar Warnaar, die dat zeer waardeert. Gisteren kreeg hij opnieuw een exemplaar in de bus. Onderwerp waren dit keer de eilanden die Johan bezocht. Een nummer dat een vervolg krijgt, denk Warnaar, want de ondertitel is 'Eilanden 1'.


Warnaar werd geboren en woont nog steeds op het Eiland van Dordrecht. In Dordrecht leeft nog sterk het gevoel onder de bewoners dat ze eilanders zijn. Een beetje ons kent ons. Warnaar merkt zelfs dat mensen van buiten, niet in Dordt geborenen, die houding langzamerhand overnemen. Hij houdt van zijn 'eilandgevoel'. Hij weet ook wel dat het onzin is, maar van Warnaar zouden al die bruggen en tunnels mogen verdwijnen, behalve de spoorlijn, mits er weer met stoomtractie gereden gaat worden. Gewoon over met de veerpont in een wereld die minder hijgerig en jachtig is dan de huidige. Warnaar dagdroomt graag.


LESKIMO gaat vooral over de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, het deltagebied dat Warnaar dierbaar is. Ook Texel komt aan bod en tot zijn genoegen wordt ook zijn eigen eiland genoemd. Hij leest eveneens over Tiengemeten, dat kleine eiland waar, toen er nog boeren boerden, geen verkeersregels bestonden en je als kleine jongen al rustig autorijden kon. Het is grotendeels overgegeven aan natuur en water. Dat gebeurt ook met delen van de Dordtse Biesbosch in het zuiden van zijn eiland. Warnaar weet niet wat daarvan te denken.


woensdag, oktober 02, 2024

Trots




We zijn weer thuis in Dordrecht, na een vermoeiende reis. We hadden maar een half uurtje vertraging in Wenen, wat de piloot door snel te vliegen vrijwel goedmaakte, de koffer kwam op Schiphol wonderbaarlijk vlot aangerold, de taxichauffeur was deze keer gemakkelijk te vinden, maar wat de reis zo vermoeiend maakte waren twee dingen.


Op beide vluchten van anderhalf uur zat ik in de buurt van een onophoudelijk hysterisch krijsende baby en hoewel ik mij goed van vervelende geluiden kan afsluiten en ik ook wel begrijp dat zo'n hummel zich ongelukkig voelt in een vliegtuig, was het wel een beetje veel van het goede en bedierf het het genot van business class vliegen enigszins. Het tweede probleem was het eindeloze lopen, in Wenen van de lounge naar de gate en op Schiphol van de B-pier naar de bagagekelder. Omdat ik een rugzak van een kilootje of tien had, begon mijn rug al snel op te spelen en leek het alsof er geen eind aan het lopen kwam.


Ik had dat laatste probleem kunnen vermijden. Steeds als ik incheck vragen ze, omdat ze me met een stok zien lopen, of ik hulp nodig heb om bij het vliegtuig komen. Dan ben ik een beetje te trots om 'ja' te zeggen. Ik laat die trots volgende keer maar thuis, denk ik.


Foto: auteur