In mijn blogje 'Montaillou', geschreven naar aanleiding van een oude foto van mij bij een richtingbord dat naar het gehucht wees, sloot ik af met de zin: 'Geen spoor van de pastoor die zijn schoonmoeder de tong liet uitrukken.' Ik meen me dat feit te herinneren toen ik Montaillou las van Emmanuel le Roy Ladurie tijdens mijn studie geschiedenis, maar een opmerking van een collega historicus heeft me aan het twijfelen gebracht.
Dat een pastoor rond 1300 een schoonmoeder had is onwaarschijnlijk, hoewel sommige geestelijken het celibaat met een flinke korrel zout namen. Een van die geestelijken was pastoor Pierre Clergue uit Montaillou, die een centrale rol speelt in het boek. Getrouwd was hij niet, maar hij had een uitzonderlijk libido, ergo, hij was verzot op seks en hield er in de loop van de tijd maar liefst twaalf erkende maîtresses op na, waaronder de kasteelvrouwe van Montaillou. Die informatie is te vinden in hoofdstuk negen van het boek.
Clergue kan dus niet zijn schoonmoeder de tong hebben laten uitrukken, maar misschien wel de moeder van een van die maîtresses, een 'schoonmoeder' zogezegd. Er staat me toch helder voor de geest dat er van een dergelijk feit sprake was, maar het distilleren van een literair dagboek uit mijn dagboeken, heeft me geleerd hoe verraderlijk het geheugen is. Als er een ding onbetrouwbaar is, is het wel het menselijk geheugen. Vandaar dat je zonder dat er sprake is van ondersteunende, schriftelijke bronnen de zogenaamde mondelinge geschiedenis, in het vak oral history genoemd, uitzonderlijk moet wantrouwen.
Wantrouwen doe ik mijn eigen geheugen ook. Ik las Montaillou meer dan veertig jaar geleden en om zeker te weten dat mijn geheugen me dit keer niet bedriegt, zou ik het moeten herlezen. Het uittreksel dat ik destijds voor mijn studie maakte is al lang met het oudpapier mee, dat biedt dus geen soelaas. Montaillou vond ik destijds buitengewoon interessant, maar het is wel bijna vijfhonderd pagina's dik. Daar heb ik nu even geen tijd voor. Ik heb daarom maar voor de makkelijkste weg gekozen en de laatste zin veranderd in: 'Geen spoor van de pastoor en zijn vele maîtresses.' Dan zijn de twijfels verdwenen en rest alleen het voornemen om Montaillou in de toekomst nog eens te herlezen.



