zondag, april 03, 2011

Bij een foto (17)




Ik overnachtte in juli 2010 een keer in een scheepshut die tegelijk iets heeft van een hobbitwoning. Die hadden ook van die ronde ramen. De hut, aan boord van het ms. Pride of Hull, gelegen onder de brug, bood door het reusachtige patrijspoort ruim zicht op de Nederlandse kust. Het moet rond vijf uur, half zes in de ochtend zijn geweest. Het beloofde een regenachtige dag te worden. Net als het schip zette een wolkendek koers naar de oplichtende streep waaronder Nederland zich schuilhield. Nipt was de Maasvlakte in zicht, te herkennen aan een rookpluim.


Stel dat je niet weet wat je te wachten staat. Dat je in Harwich vol verwachting de boot hebt genomen, na een vlucht ergens vanuit Alabama of een ander achterlijk deel van de VS naar Londen. Dat je leeft in de illusie dat Nederland een land is van bloemen, tulpen vooral, weilanden met een bonte mengeling van vee, Haagse Schoolluchten, zeventiende eeuwse windmolens, een volk dat op klompen loopt en een idioot die zijn vinger in de dijk steekt om een watersnood af te wenden. In de VS lopen er heel wat rond met dat beeld van Nederland in het hoofd, zoals er ook zo'n dertig miljoen gekken wonen die ervan overtuigd zijn dat over een paar weken de Dag des Oordeels aanbreekt.


Zo iemand ziet die rookpluim aan de horizon almaar groter worden en belandt uiteindelijk in Hoek van Holland, waar hij vanaf het schip uitsluitend walmende industrie ziet en een woud van allesbehalve schilderachtige windmolens. En dan moet hij nog met de auto door de Botlek of in een toiletloze trein, om tenslotte in Rotterdam te arriveren. Die eeuwige bouwput met dat vrolijke moord-en-doodslag klompenvolk. Om een cultuurschok van jewelste te voorkomen kun je dan nog maar liever die andere onzin over Nederland geloven die rondgaat in de VS. Dat verhaal van op iedere straathoek een hasjverkoper en achter alle ramen naakte meiden die geil naar je lonken.


Ik ging in de regen van boord, nam de trein, stapte in Eeuwige Bouwput over op de trein naar Dordrecht en zag, toen we op de spoorbrug over de Oude Maas reden, de toren van de Grote Kerk met regenteske waardigheid het rivierbeeld beheersen. Weer zo'n illusie, ging het door mij heen.

Geen opmerkingen: