Van mij moeten de kijkcijfers het niet hebben, ik kijk, behalve het journaal, maar weinig televisie. Nu en dan wil een politieserie, The Midsummer Murders of A Touch of Frost mij weleens verleiden tot een uurtje voor de buis, maar meestal blijft het daarbij. Gisteravond mocht ik weer eens genieten van Jack Frost, een man wiens humor en taalgebruik sterk lijkt op dat van mijn Engelse neef Brian, evenals ik historicus, maar dit terzijde. Daarna zat ik nog even te zappen en kwam daardoor terecht bij de laatste aflevering van het seizoen van Knevel & van den Brink, het godvrezend duo dat in het zomerseizoen Pauw & Witteman vervangt. Daar zat Maarten van Rossem, uiteraard vanwege 9/11, en ik viel midden in een aanstekelijk betoog van Annemarie Gualthérie van Weezel, een vrouw waarop ik gemakkelijk verliefd zou kunnen worden, over haar boek De smaak van de macht. Dat handelt over de diepere gevoelens van een serie naoorlogse premiers. Ik dacht: laat ik nog maar een cognacje inschenken en even blijven kijken. Die moeite werd beloond. Ik was weliswaar te laat om het betoog van mijn oude leermeester Van Rossem aan te horen en te moe om daarvoor naar de herhaling van de uitzending te kijken, na het laatste journaal, maar na de aantrekkelijke Annemarie kwam voormalig doelverdediger Hans van Breukelen aan het woord. Ook al over een net uitgebracht boek, Winnen; van talent naar topspeler. Dat boek, vertelde hij, was vooral geïnspireerd door zijn twee jaar geleden aan kanker overleden vrouw.
De manier waarop hij over haar sprak, raakte bij mij een gevoelige snaar, omdat het zo herkenbaar was. 'De kinderen en ik leven zoveel mogelijk door op de manier waarop zij dat zou willen,' vertelde hij, en dat is precies wat ik probeer sinds het overlijden van Stella. Dat is alweer bijna vier jaar geleden, maar vrijwel alles is in huis nog onveranderd. Ik heb een paar bloesjes en rokken van haar weggegeven aan haar nichtje Vaso en aan mijn nicht Karin, maar de rest van haar kleren hangt nog precies zo in de kasten als zij ze heeft opgehangen. Haar winterjas hangt nog steeds aan de kapstok, haar schoenen staan nog steeds op haar te wachten in kast, zelfs al haar toiletspullen staan nog onaangeraakt in haar deel van de badkamerkast. Als ik televisie kijk of in de woonkamer zit te lezen, zit ik altijd op de tweezitsbank, nooit op de driezits, waar Stella meestal comfortabel lag te kijken of te lezen. Het kussen waartegen zij leunde leg ik dan automatisch voor haar neer. Ik bak nog steeds brood volgens haar recept en probeer het huishouden zoveel mogelijk op dezelfde manier te bestieren zoals zij dat deed. Ik kan het haar natuurlijk niet meer vragen, maar als ik vertaal, een artikel schrijf of een gedicht, is mijn eerste gedachte: wat zou Stella ervan vinden? En als ik een keertje te lang ben doorgezakt bij Visser of bij de Dordtse dichterskring verwacht ik dat ze mij de volgende ochtend mild beknort, om dan 's avonds tegen een uur of vijf te zeggen: 'heb je geen trek in een biertje?'
Zoals Van Breukelen nog steeds wordt geïnspireerd door zijn overleden vrouw, zo is Stella nog steeds de drijvende kracht achter mij en ik voel me daar buitengewoon prettig bij. Natuurlijk, het is voor een deel zelfbedrog. Dood is dood en kom mij niet aan met flauwekul over het hiernamaals. Dat is misschien wel de ultieme vorm van zelfbedrog. Ze zal nooit meer die winterjas aantrekken, een paar schoenen uit de kast halen, fantastisch Grieks koken of een mooi gedicht schrijven. Ik zal haar nooit meer boos horen worden als de een of andere beterwetende Hollander iets doms roept over allochtonen of over Griekenland, maar gelukkig staan er twee prachtige boeken in mijn kast. Haar dichtbundel (Eindeloze nachten) in het Nederlands en in het Grieks. Daardoor spreekt ze nog dagelijks tot me en dat is geen zelfbedrog. Dat is inspirerend en troostend. 'Het gaat goed met me,' antwoordde Van Breukelen op een vraag van Knevel. Met mij ook, dankzij Stella en ondanks dat ik haar nog steeds ongelofelijk mis.
2 opmerkingen:
beste kees, een ontroerend artikel met herinneringen aan Stella, die er nog steeds is en als een schaduw je volgt. De herinnering is sterk en toch geeft het je toch ook kracht om de weg vast te houden! Je bent heel persoonlijk zo en dat is ook je kracht denk ik
Heel ontroerend, Kees.
Hans schreef hier eerder dat Stella je als een schaduw volgt
maar mogelijk gaat ze als een lamp voor je uit.
Een reactie posten