Vandaag precies een week geleden moest ik om half zeven opstaan, omdat een uur later het gasbedrijf een nieuwe aansluiting kwam aanbrengen. Stipt op tijd stonden de heren voor de deur, twee uur later was de kuil voor het huis weer keurig dicht en als alles is aangebracht zoals het hoort (ik kan dat niet controleren, dus moet het maar geloven), is mijn woning nu een stuk beter tegen gasexplosies beveiligd dan voorheen. Bovendien lag de dag nog grotendeels voor mij. Mooie kans om eens flink aan deel drie van mijn literair dagboek te werken. Nadat ik die had gegrepen fietste ik 's avonds naar Visser om bij De Willige Dame te gaan schaken. Ik verloor in een mooie partij van Koos van Dalen. Een wederzijdse matdreiging, dan moet je je niet in een tempo verrekenen. Dat deed ik wel, dus won Koos, wat ik nog even heel gezellig ben gaan vieren in café 't Vlak, waar ik ondermeer collega Peter M. van der Linden trof, die mij strikte om donderdagavond poëzie te komen lezen in café Merz.
Dat werd een lange donderdag, omdat ik in de loop van woensdag, ik was wederom ijverig bezig met het literair dagboek, werd gebeld door de NOS. Of ik in de ochtenduitzending van het Radio 1 journaal het een en ander wilde zeggen over de Griekse crisis. Dat wilde ik wel, maar die uitzending begon om kwart voor zeven. Om half zeven zou zich een verslaggever melden. Dat betekende dus om half zes opstaan. Ach, waarom niet? Doorgaans ben ik een matineus type en je kunt 's avonds altijd een beetje voorslapen bij Pauw & Witteman, want als Maarten van Rossem niet in de uitzending is, hoor je er nogal eens slaapverwekkend gebabbel. Woensdagavond moest ik wel even wakker blijven, want toen was er een collega van de UvA om over Griekenland te praten. Ze kwam jammer genoeg heel erg niet uit de verf en liet zich volkomen afbluffen door Pauw. Later mailde ze mij dat hij heel andere vragen stelde dan in de voorbespreking. Ja, dat kan, maar dan moet je niet onschuldig glimlachen, dan stuur je zo iemand terug in het hok, zoals je dat ook doet met bluffende studentjes. Ze had wel de pech naast Heleen van Rooijen te zitten, die overal tussendoor zat te kakelen en te kirren, daar zou ik ook het lazarus van hebben gekregen.
Donderdag om half zeven stond Marc-Robin Visscher voor de deur, een verslaggever die ik vaak beluister op Radio 1 en die opvalt doordat hij de hysterisch aandoende, jachtige toon mist waarop veel van zijn collega's de actualiteit de ether in hijgen. Een vriendelijke, beheerste en vooral degelijk voorbereide journalist, waarmee het prettig werken was. Om acht uur meldde zich de Nederlandse Griek Nikos Kyrmos, die uit Tilburg kwam, waar hij studeert aan de School voor de Journalistiek. Moest eveneens vroeg op om op tijd in Dordrecht te zijn, al had hij geluk dat ik maar op vijf minuten lopen van het station woon. We hebben er naar mijn idee een prettig verlopende uitzending van gemaakt. Koffie genoeg, fit als een hoentje, geen malle vragen en dat alles aan de tafel in mijn eigen woonkamer, wat het iets vertrouwds gaf, alsof het dagelijks werk was. Om half tien was het voorbij en ben ik verder gaan zwoegen op het literair dagboek, als was er niets gebeurd. Dat was overigens moeilijk, want ik bewerkte een aantal passages die over de ziekte van Stella gingen.
's Middags wandelde ik op de gebruikelijke tijd naar Visser voor mijn vijfuurtje, waar ik ben blijven hangen tot het tijd was om naar Merz te gaan. Flink ingedronken voor het optreden, zeg maar. De sfeer zat er goed in, niet in het minst door de mooie muziek van Danny Kroonen. Ik kwam er bovendien een oud-leerlinge tegen die in de journalistiek heeft gezeten en is afgestudeerd in de geschiedenis. We raakten hevig aan de praat en de wijn. Dolgezellig, zodat ik geen idee heb hoe laat de taxi arriveerde om mij af te voeren.
Op vrijdag heb ik iets minder aan het literair dagboek gewerkt dan de bedoeling was, maar 's avonds had ik een aangenaam etentje met familie, rijkelijk bevloeid met rode wijn. Daardoor was het nog even moeilijk tijdig op te staan om 's morgens vanaf half negen een bardienstje bij DFC te doen, maar ach, daar was het weer als vanouds gezellig en ook daar kom je altijd aardige oud-leerlingen tegen. De wedstrijd, later op de dag, van het eerste tegen Ameide was behoorlijk spannend. DFC kwam onverdiend achter te staan en maakte pas ver in de tweede helft de gelijkmaker. Een teleurstellende uitslag want DFC was technisch stukken beter dan de hak- en beukploeg uit de Alblasserwaard, maar een mens kan niet alles hebben. We hebben 's avonds de verjaardag van voorzitter Ger Hüsen er niet minder enthousiast om gevierd.
Op zondag heb ik, op het lezen van de krant en een boek na, helemaal niets gedaan. Tot het tijd was voor Visser, natuurlijk. Daar zijn we heerlijk nostalgisch weggedroomd bij een CD van Cuby and the Blizzards. 'De goeie ouwe tijd,' zei ik tegen een oud-leerling die naast me aan de bar stond. 'Ja,' antwoordde hij, 'daar had je het vroeger ook altijd al over.'
Links:
http://weblogs.nos.nl/radio1journaal/2011/09/15/nederland-griekenland/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten