Literaire tijdschriften horen van papier te zijn. Ze mogen ook op het internet, maar niet zonder een papieren basis. Zonder dat zijn ze te vluchtig, te virtueel. Een flinke zonne-uitbarsting of iets anders dat de stroomvoorziening platlegt en weg is je tijdschrift. Misschien tijdelijk, misschien wel voorgoed, wie weet. En kom mij nu niet met het antwoord: als je huis in brand vliegt is de papieren boel ook weg, want die dingen worden zelden in een oplage van 1 gedrukt. Papier heeft, naast de mogelijkheid van een mooie grafische vormgeving, ook andere voordelen. Alleen al dat je het kunt voelen, kunt ruiken, er in kunt bladeren. Je kunt onderstrepen, noteren, je hoeft er je computer niet voor aan te zetten, je kunt zo'n blad in je binnenzak meenemen in de trein, je kunt er vliegen mee doodslaan, je kunt er rustig mee op het toilet zitten, iets wat ik met mijn laptop niet zo een twee, drie doe. Evenmin sla ik daar vliegen mee dood.
Kortom ik ben dol op papieren tijdschriften. Vooral literaire. Het spijt mij dan ook dat die aan het uitsterven zijn. Bezuinigingen, een stompzinnig subsidiebeleid van het Letterenfonds, desinteresse bij de dag- en weekbladpers, een verloederd literatuuronderwijs, laffe uitgevers, benepen boekhandelaren en foute bibliothecarissen dragen daar allemaal aan bij. Het ene literaire blad na het andere verdwijnt. Sommige stellen het overlijden nog even uit door alleen digitaal verder te gaan, maar dat zal een doodlopende weg blijken, vrees ik. Nog even en dan kunnen we trots roepen dat we met twee of drie abonnementen alle literaire tijdschriften van Nederland en Vlaanderen in huis hebben. De mens is een meester in zelfbedrog. De NS schaft binnenkort Dordrecht als intercitystation af (na het eerst duur en langdurig te hebben opgeknapt), zet er een paar van die koleresprinters, waarin je niet naar het toilet kan, voor in de plaats en schrijft me dan een triomfantelijke brief dat het openbaar vervoer in de Randstad 'wordt versterkt.' Ik ben heel bang dat ze het zelf nog geloven ook, maar we dwalen af.
Een van de literaire periodieken die het tot nu toe dapper volhoudt is Ballustrada, waarvan wij op 18 november jongstleden het 25-jarig jubileum vierden in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg, want het blad is geboren in Zeeland. Van daaruit ontwikkelde het zich in al die jaren tot een mooi, respectabel, gevarieerd en interessant tijdschrift voor het gehele Nederlandse taalgebied, dat eigenlijk in geen enkele zichzelf respecterende bibliotheek en boekhandel zou mogen ontbreken. Het onderscheidt zich niet alleen door inhoudelijke kwaliteit, maar ook door de grafische vormgeving, waarvoor al jaren Ko de Jonge garant staat. Niet alleen een goed tijdschrift dus, maar ook een mooi. Terecht ontvangt het een subsidie van de provincie Zeeland, maar het kan toch vooral blijven bestaan doordat de redactie er veel enthousiasme en tijd in steekt en, zoals vaker bij letterkundige periodieken, als liefdewerk oud papier.
Het jubileumnummer heeft als thema 'haaks op' in het kader waarvan vijfentwintig schrijvers een zkv (zeer kort verhaal) leverden en vijfentwintig dichters een gedicht. Van vijfentwintig deelnemers aan het mail-art project van Ko de Jonge werden bijdragen opgenomen. Unieke illustraties die Ballustrada ook tot een visueel genoegen maken. Digitaal zou dat heel wat minder uit de verf komen. Het is een nummer om te hebben en om te bewaren. Tijdens de presentatie kondigde de redactie, bestaande uit André v.d. Veeke, Jan J.B. Kuipers en Johan Everaers, aan ook in de toekomst een papieren Ballustrada te willen blijven maken. Gelukkig maar, er is al veel te veel literaire kaalslag gepleegd.
http://www.ballustrada.eu/