zondag, januari 22, 2012

Momentopname


Loxias, Isavronstraat, rond 14.00u. Na de late avond gisteren is het nog stil. Sofia kookt, Rita loopt als altijd ijverig rond, Paris, kalm en vriendelijk, bedient. Achterin zitten wat studentes, meisjes die thee drinken. De fluitist van gisteren zit alweer monter op zijn plek. De andere muzikanten, die vannacht rond vijf uur vertrokken, zijn nog nergens te bekennen. Een van de stamgasten, een ietwat wereldvreemde theologiestudent, zit te schrijven. Er trekt een kille tocht over de plavuizen. Het butagaskacheltje kan het niet aan met de storm buiten, die met windkracht negen vanuit het noorden over de stad raast. We zijn warm gekleed. De korte winter is uitzonderlijk streng dit jaar. Straks gaan we lunchen met muziek en tsipouro. Ik kreeg een uitnodiging van Ioannis, alias meneer Loxias. Morgenavond zeg ik de vrienden hier gedag omdat ik naar Nederland ga, maar of dit intieme etablissement, café en boekhandel, nog bestaat als ik in het voorjaar terugkom, is de vraag. Zullen ze het in deze verschrikkelijke crisistijd kunnen bolwerken?


De afgelopen weken was er poëzie in dit door studenten, schrijvers, acteurs, filosofen, musici en aanpalend publiek bezochte etablissement. En muziek. Veel muziek. We hebben vooral ons best gedaan alle economische en sociale ellende die Griekenland overspoelt buiten de deur te houden. De waan van de dag kwam er ook niet in, maar de rekeningen blijven komen en de belastingen. De ene na de andere paniekheffing door een desperate regering. De klanten blijven weg of zitten, uit geldgebrek, urenlang op één kop koffie. Gitarist en percussionist Pericles komt binnen, behangen met instrumenten, maar zonder zijn goddelijke, luitspelende vriendin. Zal ik al die mensen met namen als Homeros, Elia, Angelos, Christos, Kajafas, Irini, Daphni en Olimbia hier na morgen ooit nog treffen? En de charismatische Loxias, die dit bijzondere kafeneion heeft opgebouwd en nu langzaam ziet leegbloeden?


Vanuit de bus zag ik in de Lambrakisstraat een pathetisch groepje schreeuwende jongelui met vlaggen van de KKE, de communistische partij, langs trekken. Het vlees geworden nihilisme, maar wel met een paar beeldschone meisjes. De zanger komt binnen, het feest zal zo beginnen. Een paar andere stamgasten maken hun entree. Warme begroetingen, overschald door een aria uit een mij onbekende opera. Van opera weet ik weinig of niets, wat ik voor mij houd als het halve conservatorium hier zit. De instrumenten worden gestemd. Ik neem, verstandig als ik nu en dan ben, eerst nog maar een espresso. Als de opera zwijgt en de weemoedige liederen beginnen is er nog tijd genoeg voor de aangename roes, al gaat de tsipouro aan andere tafels al rond. Het wachten is op Ioannnis en het meisje met de luit. Loxias, nog even met opgeheven hoofd in de winterstorm, maar de kou trekt steeds verder omhoog langs de wanden.

2 opmerkingen:

suis-ne-vient zei

Prachtig Kees, zo'n sfeerbeschrijving. Moet beslist in de Volkskrant of eigenlijk liever nog de Telegraaf dan kunnen die doorgewinterde consumptiegodaanbidders zien wat er allemaal kapot wordt gemaakt. Maar ja....dat zal wel paarlen voor de zwijnen zijn.

Gerard van Bennekom

Kees Klok zei

Eerder zal een kameel door het oog van de naald kruipen, Gerard, dan dat ik in de Telegraaf zal schrijven.