Op 13 november 1618 begon in Dordrecht de Nationale Synode van de Nederduits Gereformeerde Kerk. Een gebeurtenis die in Dordt op allerlei manieren wordt herdacht, onder de ietwat kolderieke kreet 'Ode aan de Synode'. Een ode is een lofdicht en het is nog maar de vraag of de Synode een lofdicht verdient. De kreet bekt ongetwijfeld lekker, maar is een beetje misplaatst.
De Synode ging over een theologisch geschil binnen de kerk tussen de Gomaristen (ofwel Contra-Remonstranten) en Arminianen (ofwel de Remonstranten). De kern van het conflict was de interpretatie van het begrip predestinatie, iets waarvan weinig mensen heden ten dage wakker zullen liggen, maar dat in het door godsdiensttwisten verscheurde begin van de zeventiende eeuw de gemoederen hoog deed oplopen. Vooral omdat het godsdienstige geschil verbonden was met een politiek conflict. Dat tussen de opvattingen van landsadvocaat en pensionaris van Holland, Johan van Oldenbarnevelt, die een positie bekleedde die min of meer vergelijkbaar is met een minister-president nu, en die van graaf Maurits van Nassau, sinds de dood van zijn halfbroer Filips Willem (in februari 1618) ook prins van Oranje. Maurits was stadhouder van Holland, Zeeland, Gelderland, Utrecht en Overijssel en kapitein-generaal van het Staatse leger. Twee machtige mannen waarvan de visies op de buitenlandse politiek van de Republiek dermate heftig botsten dat het Van Oldenbarnevelt uiteindelijk letterlijk de kop kostte. De landsadvocaat steunde de Remonstranten, Maurits koos de kant van de Contra-Remonstranten. U kunt in menig geschiedenisboek nalezen hoe het precies zat, bijvoorbeeld in A. Th. van Deursen - Maurits van Nassau. De winnaar die faalde (Amsterdam 2000) of in Geschiedenis van de Nederlanden van J.H.C. Blom (vader van Wolkersbiograaf Onno Blom, maar dit terzijde) en E. Lamberts (Rijswijk 1993). Leuke kost voor donkere winteravonden.
De Synode die, als we de Remonstrantse predikant Bernardus Dwinglo mogen geloven, waarover Kees Sigmond schrijft in jaargang 2018 nummer twee van het tijdschrift van de vereniging oud-Dordrecht [Randverschijnselen bij de Dordtse Synode (1618-1619)], één grote scheld- en pestpartij was van de calvinistische Contra-Remonstranten jegens de Remonstranten, ofwel een voortdurende tirade van de scherpslijpers en fanatiekelingen tegen de meer verdraagzamen. Dwinglo, zo stelt Sigmond, zal enigszins hebben overdreven, maar uiteindelijk werden de Remonstranten de kerk uitgebonjourd en kon je als predikant na de Synode maar beter de op deze vergadering opgestelde Dordtse Leerregels ondertekenen, anders dreigde vervolging en verbanning, wat nooit een pretje is, maar zeker in die tijd niet. De vervolgingen duurden maar kort en uiteindelijk werden de Remonstranten wel weer getolereerd, al konden zij tot het einde van de Republiek geen bestuursfuncties vervullen, een lot dat zij deelden met de katholieken en anderen die niet tot de staatskerk behoorden, maar de Synode is in dit opzicht vooral een manifestatie van verdeeldheid. Hoezo ode?
Wel van positieve betekenis is het synodale besluit om de bijbel in het Nederlands te vertalen. Die vertaling was in 1637 gereed en werd bekrachtigd (en betaald) door de Staten-Generaal, zodat we sindsdien spreken over de Statenbijbel. De Statenbijbel is van groot belang voor het scheppen van meer eenheid in de Nederlandse taal en de ontwikkeling naar het huidige Algemeen Beschaafd Nederlands. Hadden we in de jaren tussen 1637 en nu maar niet zoveel spellingwijzigingen gehad, dan zou je het oorspronkelijke boek ook nu nog min of meer moeiteloos kunnen lezen.
Het is van belang om invloedrijke historische gebeurtenissen te herdenken of te overdenken. Hopelijk gaan we daardoor ook meer de noodzaak beseffen van goed onderwijs in de geschiedenis. Sinds halverwege de vorige eeuw heeft de overheid een kwalijke rol gespeeld in de geleidelijke afbraak van het geschiedenisonderwijs. Zo'n beetje de helft van de middelbare schooljeugd heeft het vak niet eens meer als eindexamenvak. Daar krijg je mensen van die met een kreet als 'Ode aan de Synode' op de proppen komen.
Afbeelding: Beeldbank Regionaal Archief, Dordrecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten