donderdag, maart 15, 2012

In DWDD


'Maar waag het niet om ooit te verschijnen in de platvloerse beroemdheidskermis van DWDD,' schrijft een collega dichter mij in een e-mail. DWDD zie ik zelden. Om half acht 's avonds zit ik te eten en dan kijk ik geen televisie, want ik ben netjes opgevoed. Of ik ben blijven hangen in de kroeg. Cafébezoek kreeg ik niet mee in mijn opvoeding, maar is een beroepsdeformatie. Ik ben namelijk dichter. Dichter in Dordrecht en soms in Thessaloniki. Er zijn een paar redenen waarom ik niet voor DWDD hoef te vrezen. Een dichter is zelden of nooit interessant, zeker zijn werk niet, tenzij er sprake is van een spectaculaire, kijkcijfersbevorderende levenswandel. Ik water weleens tegen een boom in het Oranjepark als ik te veel bier op heb en ik fiets weleens door rood, spectaculairder is mijn levenswandel niet. Een dichter uit Dordrecht is een zonderling type dat zich ophoudt in een moerasgebied ver van Amsterdam. Wie in Nederland wordt opgewonden van een orakelende moerasbewoner? Tenslotte koester ik mij regelmatig in de Griekse zon, zit daar urenlang op het balkon op mijn luie krent naar het gebulder in het aanpalende Paok-stadion te luisteren of van jullie Hollandse belastingcenten in ledigheid mijn pijp en sigaren te roken. Daar word ik zeker niet gebeld door de redactie van DWDD, want een retourtje Thessaloniki – studio DWDD is iets duurder dan de taxi vanuit Dordrecht. Te prijzig, denk ik, voor een sukkel die versjes schrijft. Het is een rustgevende gedachte dat de vriendschap met de e-mailende collega niet in gevaar zal komen.


Ik schrijf ook dagboeken. Pas is deel drie, Reisgriep, gepubliceerd bij uitgeverij Liverse. Literaire dagboeken, want het gaat mij allereerst om het verhaal, de compositie, de sfeer en wat je er allemaal nog bij kunt verzinnen, dan om de waarheid. De waarheid is de basis van mijn verhaal, maar het is wel mijn waarheid en daar goochel ik weleens mee, als het zo uitkomt, alsof ik mijn naamgenoot Hans Klok ben. Hans is geen familie, dat wordt mij regelmatig gevraagd, zoals hij ook steeds te horen krijgt: 'Kees Klok, is dat familie?' Als hij wel familie was, dan zou hij in het familieboek staan. Wij hebben een echt familieboek, in 2005 uitgegeven in Nijkerk, waar de familie Klok, mijn tak van de familie Klok, zijn wortels heeft. Hij, Hans, zou in dat geval schaker zijn geworden, in plaats van goochelaar. Ik gebruik bij het schrijven van mijn literair dagboek soms mijn fantasie en soms ben ik zo doodernstig dat de werkelijkheid als oude stront aan de pagina's zit vastgekoekt. De lezer mag het uitzoeken. Ik heb geen idee hoeveel tijd van leven ik nog heb, maar ik sluit niet uit dat over een aantal jaren iemand in een van mijn boeken leest dat ik op een avond in DWDD mijn geslacht heb ontbloot en dat, gedrapeerd met wat blaadjes peterselie en wat schijfjes komkommer, op een schotel aan Matthijs van Nieuwkerk heb gepresenteerd, terwijl ik met mijn andere hand zwaai met mijn nieuwste boek. Wedden dat de sukkel die het gelooft niet door heeft dat ik dat van Gerard Reve heb gejat?


Geen opmerkingen: