zaterdag, februari 24, 2018

Buurt



Soms denk ik nog weleens aan mijn huisje in de Marcellus Schampersstraat. Een oud krotje dat ik voor vrijwel niets had gekocht van een Jehova die op het vergaan van de wereld wachtte. Vochtig, bouwvallig, maar oergezellig. Ik kocht het net voor ik trouwde met Annemarie. We schilderden het in de kleuren van de tijdgeest. Veel bruin, in de keuken veel oranje, in de slaapkamer iets groenigs. Douchen deden we bij mijn ouders, vijf minuten verderop. Ik denk ook nog weleens aan het Griekse Schrijfhuis, dat ik een paar jaar geleden verliet. Dat staat er nog, het huisje in de Schampersstraat is afgebroken. Er is smakeloze nieuwbouw voor in de plaats gekomen, maar wel van alle gemakken voorzien.

Als ik in Thessaloniki ben, loop ik altijd wel een keer langs het voormalige Schrijfhuis, waar tijdelijk twee studentes wonen, tot mijn nichtje Marina oud genoeg is om er zelf in te trekken. Dan zie ik soms een vroegere buurvrouw. Zoals mevrouw Anna, die achter ons woonde. Haar man, meneer Petros, heeft ooit onze keuken gesloopt, toen we een nieuwe hadden gekocht. Dat maakte het voor ons goedkoper en leverde hem een extra centje op. Ze hadden een zoon, die 'de anomalos' werd genoemd. Hij was niet helemaal goed. Hij loerde van achter een gordijntje naar vrouwen en meisjes op de balkons en trok zich daarbij af. Dat was het vermoeden van de buurt. Een buurt is altijd vrij zeker van dat soort vermoedens. De laatste keer dat ik mevrouw Anna sprak, was die zoon net dood, vertelde ze. Nog geen vijftig geworden en altijd bij vader en moeder gebleven.

Beneden woonde de oude Makris. Hij had in het leger gezeten, in dubieuze tijden, en was al sinds mensenheugenis met pensioen. Als de bode de post voor het flatgebouw in de leegstaande plantenbak had gegooid, maakte de oude Makris zich nuttig door de brieven in de postbusjes te doen. Op onze verdieping woonde ook 'domme Dimitris.' Hij was overal boos over en overal tegen. Als hij ging vertellen waarom, begreep je waarom hij niets van het leven begreep. Zijn vrouw schreeuwde altijd tegen hem en tegen hun kind, een dreinende peuter toen ik hem voor het laatst zag. Je vraagt je af in deze tijden van diepe crisis hoe het al die mensen is vergaan. Dat weet je eigenlijk pas als je mevrouw Eleni spreekt, de vrouw van de oude Makris. Die hoort, ziet en weet alles, ook al is ze tegenwoordig slecht ter been.

Foto: auteur



Geen opmerkingen: