Soms
denk ik nog weleens aan mijn huisje in de Marcellus Schampersstraat.
Een oud krotje dat ik voor vrijwel niets had gekocht van een Jehova
die op het vergaan van de wereld wachtte. Vochtig, bouwvallig, maar
oergezellig. Ik kocht het net voor ik trouwde met Annemarie. We
schilderden het in de kleuren van de tijdgeest. Veel bruin, in de
keuken veel oranje, in de slaapkamer iets groenigs. Douchen deden we
bij mijn ouders, vijf minuten verderop. Ik denk ook nog weleens aan
het Griekse Schrijfhuis, dat ik een paar jaar geleden verliet. Dat
staat er nog, het huisje in de Schampersstraat is afgebroken. Er is
smakeloze nieuwbouw voor in de plaats gekomen, maar wel van alle
gemakken voorzien.
Als
ik in Thessaloniki ben, loop ik altijd wel een keer langs het
voormalige Schrijfhuis, waar tijdelijk twee studentes wonen, tot mijn
nichtje Marina oud genoeg is om er zelf in te trekken. Dan zie ik
soms een vroegere buurvrouw. Zoals mevrouw Anna, die achter ons
woonde. Haar man, meneer Petros, heeft ooit onze keuken gesloopt,
toen we een nieuwe hadden gekocht. Dat maakte het voor ons goedkoper
en leverde hem een extra centje op. Ze hadden een zoon, die 'de
anomalos' werd genoemd. Hij was niet helemaal goed. Hij loerde van
achter een gordijntje naar vrouwen en meisjes op de balkons en trok
zich daarbij af. Dat was het vermoeden van de buurt. Een buurt is
altijd vrij zeker van dat soort vermoedens. De laatste keer dat ik
mevrouw Anna sprak, was die zoon net dood, vertelde ze. Nog geen
vijftig geworden en altijd bij vader en moeder gebleven.
Beneden
woonde de oude Makris. Hij had in het leger gezeten, in dubieuze
tijden, en was al sinds mensenheugenis met pensioen. Als de bode de
post voor het flatgebouw in de leegstaande plantenbak had gegooid,
maakte de oude Makris zich nuttig door de brieven in de postbusjes te
doen. Op onze verdieping woonde ook 'domme Dimitris.' Hij was overal
boos over en overal tegen. Als hij ging vertellen waarom, begreep je
waarom hij niets van het leven begreep. Zijn vrouw schreeuwde altijd
tegen hem en tegen hun kind, een dreinende peuter toen ik hem voor
het laatst zag. Je vraagt je af in deze tijden van diepe crisis hoe
het al die mensen is vergaan. Dat weet je eigenlijk pas als je
mevrouw Eleni spreekt, de vrouw van de oude Makris. Die hoort, ziet
en weet alles, ook al is ze tegenwoordig slecht ter been.
Foto:
auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten