Claire
is op retraite, naar familie op het platteland. 'Het gat,' zegt ze.
Of dat terecht is, weet ik niet. Ik heb er ook familie wonen, maar
die heb ik nooit bezocht. Het is te ver fietsen, het openbaar vervoer
naar die uithoek is een schrijnende schijnvertoning en ik ga er geen
auto voor huren, want ik woon in de hoofdstad van de Bible Belt.
Daarom wordt het bij ons nooit wat met carnaval.
Dat
ik in de stad van de Synode van Dordrecht woon, heeft mij niet
behoed voor een stevige verkoudheid. Twee dagen geleden was er nog
niets aan de hand, ik voelde mij een gouden haantje en deed zelfs mee
aan een uitzending van de locale radio. In een café
met verschrikkelijk veel achtergrondlawaai. Knap van de technicus dat
er nog iets van de uitzending terecht is gekomen. Gisteren werd ik
wakker met vuur in de keel en dolgedraaide slijmvliezen. Ik moest er
zelfs een thuiswedstrijd van mijn club, FC Dordrecht, door missen.
Gelukkig wonnen ze, anders zou ik mij schuldig hebben gevoeld.
Ik
ben dol op het platteland. Als het heel mooi
weer is, met weinig wind. Ik logeer weleens bij vrienden op het
platteland. Hoewel, zo plat is het daar niet, want ze hebben een
landgoed op de Hondsrug. Als er 's morgens een fietser voorbij komt
zeggen ze: 'Hé,
een fietser.' Als er later op de dag nog een fietser voorbij komt,
zeggen ze: 'Het is druk vandaag.' Een voordeel van het platteland is
dat je er weinig activisten voor iets of tegen iets hebt, al zal dat
zeker veranderen nu de wolven worden verwacht. Wolven zijn niet
politiek correct. Schapen wel. Na twee dagen vind ik het, hoe aardig
en gastvrij mijn vrienden en hun schapen ook zijn, tijd voor
terugkeer naar de stad. Ik hoop dat Claire er ook zo over denkt.
Foto:
Kees Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten