In brugklas 1D in het schooljaar 1997-1998 zat een lief Afghaans meisje dat niet alleen opviel door haar sprekende ogen, maar ook door haar uitstekende Nederlands, hoewel ze nog maar relatief kort in Nederland was. Ooit vertrouwde ze mij toe dat ze geneeskunde wilde gaan studeren. Ze doorliep probleemloos het VWO en verdween daarna, zoals zoveel leerlingen, uit beeld. Afgelopen woensdag kwam ik haar onverwacht weer tegen. Ik zat in mijn stamcafé te wachten op mijn uitgever, met wie ik daar graag met enige regelmaat een borrel drink, en bladerde wat in AD-De Dordtenaar. Daarbij stuitte ik op een interview met Tahmina Akefi, over haar recente debuut als schrijfster. Het was zonder twijfel mijn oud-leerlinge, ik herkende haar meteen. Diezelfde ogen, diezelfde innemende glimlach. Geneeskunde was het niet geworden, maar ze bleek de journalistiek te zijn ingegaan en publiceerde nu haar eerste boek: Geen van ons keek om. Nieuwsgierig geworden rende ik onmiddellijk de deur uit om in een nabije boekhandel naar die titel te vragen. 'U bent de achtste al vandaag, staat er iets over in de krant?' vroeg de verkoopster. 'Ja,' antwoordde ik, 'er staat een leuk interview in de krant.'
Thuis stuurde ik haar via Facebook een felicitatie, maar het boek kwam op de stapel 'nog te lezen.' Ik was net begonnen in de nieuwe Dickensbiografie van Claire Tomalin, van wie ik in december in Haarlem een lezing hoop bij te wonen. Daarna komt Geen van ons keek om aan de beurt, dacht ik. Het liep anders. Ik begon na het avondeten toch in het boek te bladeren, las het inleidende hoofdstuk en werd niet meer losgelaten. Het is het verhaal van Tiba, geboren en getogen in Kaboel, en haar familie, die verstrikt raken in de gruwelijke machtsstrijd in Afghanistan na de val van het door de Russen gesteunde regiem van president Nazibulla. Door die strijd, met alle gevaren en gevolgen van dien, wordt zij niet alleen gescheiden van haar hartsvriendin Setara, maar raakt de familie dermate in het nauw dat er uiteindelijk niets anders op zit dan de levensreddende vlucht naar een ver buitenland. Het is een bij tijden uiterst beklemmend verhaal, vooral wanneer de sluipende en uiteindelijk openlijke invloed van de jihadi's wordt beschreven en de bloedige verloedering van de Afghaanse samenleving door de strijd tussen allerlei krijgsheren, etnische groepen en criminele bendes.
Op het omslag heeft de uitgever een uitspraak van Kader Abdolah laten zetten: 'Een mooie en tedere Afghaanse vertelling van de vrouwelijke Khaled Hosseini.' Ongetwijfeld vanwege het publicitair effect, maar er klopt niet veel van. Mooi is de vertelling zeker, van tederheid is in sommige passages ook sprake, maar evenzeer worden we geconfronteerd met huiveringwekkende wreedheid. De vergelijking met Hosseini gaat niet echt op. Tahmina Akefi's roman is nog veel indringender en confronterender dan De vliegeraar. Soms voel je bij het lezen welhaast zelf de doodsangst en ellende die de personages meemaken. Anderzijds is zij in staat scènes van een bijzondere schoonheid op te roepen, die dan vaak, zoals de nacht dat Tiba op het dak zou slapen van Setaras huis, samen met diens oma, door een hevig natuurgeweld worden verstoord. Menselijk geweld en natuurgeweld als een soort Scylla and Charybdis, waartussen Tiba en haar familie dreigen te worden verpletterd.
Een heel bijzondere rol, en dat doet mij als dichter in een a-poëtisch land als Nederland goed, is de rol van poëzie, van gedichten in het verhaal. Poëzie als troost, als bron van kracht, als bron van hoop en wijsheid. Helaas heeft ook poëzie niet de kracht om de samenleving te redden van geweld, burgeroorlog en moord- en doodslag uit religieus fanatisme. Het individu kan zij echter veel sterkte verschaffen.
'Gebaseerd op ware gebeurtenissen,' staat er eveneens op het omslag. Dat wil het publiek graag horen, maar waar gebeurd of niet, van werkelijk belang is hoe het verhaal wordt verteld. Tahmina Akefi is een geboren vertelster, die ons op meeslepende wijze, met grote dramatische spanning, een verhaal voorschotelt met alle elementen van een menselijke tragedie. Een diep aangrijpend verhaal dat ons leert hoe groot en hoe klein de mens kan zijn in zijn handelen. Dat is misschien wel de grootste kracht van deze schitterende roman.
Tahmina Akefi – Geen van ons keek om. De Geus. ISBN 9789044518221.
2 opmerkingen:
Ik ga het lezen!
Ik ga het boek kopen en wil het lezen.
Een reactie posten