Een zonnige
zaterdagmiddag. Onze stoet neven, nichten, nichtjes en neefjes fietst
in een kalm tempo op kasteel Hackfort af. Ik berijd een hybride
fiets. Een paar uur geleden wist ik nog niet wat dat was, een hybride
fiets. Blijkt iets als een toerfiets te zijn, met de versnellingen
van een racefiets. Vierentwintig versnellingen. Ik gebruik er maar
drie, net als wanneer ik op Stella's fiets door Dordt rijd. Waarom
zou je meer willen? Enkele familieleden hebben een elektrische fiets
weten te bemachtigen. Kunnen ze achter die irritante
amateurwielrenners aan, in die idiote kleding, die denken dat het pad
uitsluitend van hen is. Wij gaan altijd een dag fietsen tijdens ons
jaarlijkse familieweekeinde, waarbij de groep gemakkelijk uitwaaiert.
De snelheidsmaniakken bekijken het maar, tenzij ze beleefd en tijdig
bellen, dan weten wij van wijken. In voorgaande jaren regenden we
steevast zeiknat. Vandaag is een welkome uitzondering.
Er lijkt
even lichte paniek in het koetshuis, waar de horeca is gevestigd, als
onze groep neerploft, maar de ontvangst is hartelijk. Vooral als we
tevreden blijken met de voorgestelde lunch en niet zonodig à
la carte hoeven te bestellen. We begrijpen het probleem als bijna
twintig mensen onaangekondigd komen aankakken. De lunch bestaat uit
veel vers en dat vers komt uit de prachtige moestuin van het kasteel,
waar nog heel oude gewassen als pastinaken worden verbouwd. Als we
later door die tuin dwalen, moet ik denken aan de eveneens fraaie
moestuinen van onze Dordtse Villa Augustus. Alleen ervaar ik daar de
bediening wel als vriendelijk, maar structureel in een staat van wanorde en is zij
hier aangenaam efficiënt. Dat men bij Villa Augustus de werkstudenten nog steeds niet goed lijkt in te werken, begrijp ik niet. Ik zou
er vaker komen als er werd bediend zoals op Hackfort.
Het
kasteel zelf is niet voor het toevallig langsfietsende publiek
toegankelijk. De watermolen, waar de boeren van het domein in vroeger
tijden hun graan moesten laten malen, kan wel worden bezichtigd. Hij
staat stil vanwege de lage waterstand door de droge zomer. Een
enthousiaste vrijwilliger geeft uitleg. Daarna wandelen we door het
romantisch ogende bos voorbij de molen, terrein dat mij bekend
voorkomt. Ik herinner mij niet waarom. Misschien was ik hier ooit met
Stella, lang geleden, toen we logeerden in een hotelletje in het
nabije Lochem. Daar moesten we bijna smeken om zeep voor de badkamer.
Het mens dat de boel bestierde vond dat de gasten hun eigen zeep maar
moesten meebrengen. Ook in het landhuis bij Vorden, dat we dit
weekeinde huren, ontbreekt ieder spoor van zeep. De voorraad
toiletpapier is minimaal. Ik zal maar geen conclusie trekken over de
gulheid van de Achterhoekers of hun opvattingen over reinheid.
Daarvoor werden we op Hackfort veel te aardig ontvangen.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten