dinsdag, oktober 27, 2015

Bier met patat




Voorpublicatie uit Een zootje ongeregeld (literair dagboek 1975-1979), dat medio 2016 zal verschijnen bij uitgeverij Liverse:

1979

Zondag, 19 augustus:
Een paar dagen door de Biesbosch gevaren met Ton & Nelly, op de boot van Ton zijn ouders. Woensdagmiddag om drie uur scheepten we ons in bij de Spieringsluis. Het was prachtig weer, ik heb zelfs met Marion gezwommen. We waren in goed gezelschap. Ondermeer Gerard Bouma en Henny, het charmante, zestienjarige zusje van Nelly.

Donderdag, 30 augustus:
Gisteren neef John op bezoek, met zijn vriendin Pauline. Ze logeren bij Geoffrey. Ze doen Dordt aan op doorreis vanuit Italië, eerder dan de bedoeling was, want ze zijn daar bestolen.

Dinsdag, 4 september:
Telefoontje van Han. De sectie letteren van de Culturele Raad gaat akkoord met de uitgave van Centre Ville en met het omslagontwerp van Bas. Hij gaat ook de typografie verzorgen.

Vorige week nog een ets van Ton van Dalen gekocht. Over twee weken komt hij, want hij moet nog worden ingelijst.

Al twee dagen in de ziektewet. Koorts en nauwelijks bij stem. Lezen is het enige waar ik toe kom. Marion is heel lief en zorgzaam. Ze overnacht hier tot ik beter ben.

Woensdag, 5 september:
Morgen weer aan het werk, hoewel ik nog niet helemaal fit ben. Beetje hoofdpijn, misschien van het televisie kijken (de begrafenis van Lord Mountbatten, die door de IRA is vermoord) of van het intensieve lezen in Risinghill: Death of a Comprehensive School van Leila Berg.

Maandag, 19 september:
De Beuk wil Aan de rand van de stad publiceren, maar dan moet ik vijftienhonderd gulden bijdragen in de kosten. Dat is me te veel. Het Zeeuws Kunstenaarscentrum was positief over mijn verhalen, maar het wil voor de Slibreeks één verhaal van ongeveer zesduizend woorden. De auteursexemplaren van Honderd Nieuwe Dichters nr. 5 zijn bezorgd. Ondanks Gerrit zijn kritiek, vind ik het er behoorlijk uitzien. Conwy komt goed tot zijn recht.

We gaan door met de Herman. We kunnen hem voortaan voor nog geen tweehonderd gulden laten drukken bij de Jeugdraad.

Zondag, 16 september:
Weer een vermoeiend weekeinde. Gisteren de eerste collegedag. Daarna met Peter en Marion gegeten bij Balistreri en naar het festival Muziekmanifest in Kunstmin geweest. Na afloop bij Peter nog bier met patat. Om vier uur thuis. Tot half twee geslapen. Vanavond naar Geoffrey gelopen, om het interview in De Dordtenaar van Peter Punt met Itch te lezen.

Donderdag geslaagd voor het tentamen didactiek. Het ging gemakkelijk, het gesprek had zelfs iets gezelligs.

Maandag, 17 september:
Wilde vanavond verder aan een verhaal, maar in plaats daarvan ben ik met Herbert naar Ton van Dalen geweest. Hij wil ook een ets kopen. Geen druppel alcohol genomen. Marion en ik zijn serieus aan het matigen.

Dinsdag, 18 september:
Ik liep vanavond vanaf Peter naar huis. Het had net opgehouden met regenen, de temperatuur was mild, de stevige westenwind woei zeelucht over de verlaten stad. Het rook een beetje als op het strand van Westenschouwen. Ineens kwam een sterk gevoel van weemoed op.

Marion is met balletles begonnen. Misschien helpt het om van die eeuwige rugpijn af te komen.

Ik zou wel weer een weekje naar Westenschouwen willen. Dat melancholieke herfstbos, de open haard, de wandelingen in de mist naar het strand, maar we hebben in Ierland te veel geld uitgegeven.

Bijna iedere avond lees ik, voor ik ga slapen, iets van F.B. Hotz. Prachtige verhalen, al word ik er niet altijd vrolijk van.

Donderdag, 20 september:
De krant meldt dat in Amerika weer een hoeveelheid uranium is verdwenen. Grote kans dat vandaag of morgen een losgeslagen terreurgroep opduikt met een atoombom. Langer dan mijn generatie houdt de beschaving het niet meer vol, denk ik weleens. Toch blijven we als mieren aan de toekomst bouwen.

Woensdag, 26 september:
Begonnen aan een cursus oud schrift, op het archief. Bijzonder interessant. Ik kan al heel wat kriebels ontcijferen. Omdat we voorlopig geen tentamens hebben, kan ik er de nodige tijd aan besteden en wie weet komt het nog eens te pas bij een scriptie-onderzoek.

Maandag, 1 oktober:
Als je de maandagkrant leest, lijkt het alsof in de weekeinden in de stad voornamelijke wordt gevochten. Ik heb last van mijn jaarlijkse neerslachtigheidsgevoel. Ik zou het liefst de school, Nederland, Dordrecht, heel de kolerezooi de rug toekeren en vertrekken. Op naar het whitewashed cottage overlooking the sea.

Woensdag, 10 oktober:
Vrijdag maken we de voorpagina en de advertenties voor de Herman op, waarna hij naar de drukker kan. We gokken er op dat hij eind volgende week gereed is.

Ik wil een huis aan de rand van het centrum. In de binnenstad gaan wonen was een vergissing. Al die agressie, vooral in het weekeinde. Je kunt er bijna de klok op gelijk zetten wanneer ze elkaar hier beneden, in café De Burgemeester, te lijf gaan.

Foto: auteur

dinsdag, oktober 20, 2015

Meidoorn II




Voorpublicatie uit Een zootje ongeregeld (literair dagboek 1975-1979), dat medio 2016 zal verschijnen bij uitgeverij Liverse:

1978

Zaterdag, 14 oktober:
Westenschouwen
Om half twaalf met een gehuurde Opel Ascona uit Dordt vertrokken met Marion, Ellen, Jan-Willem (haar vriend) en Thijs, die een lift kreeg tot Zierikzee. Het was een beetje mistig onderweg, maar dat gaf weinig problemen. Om half drie arriveerden we bij de huisjes. Marion en ik wonen deze week in Meidoorn II. We hebben veel ruimte, want het is berekend op zes personen. Ellen en Jan-Willem waren onze enige buren, hoopten we, maar verderop blijkt nog een Belgische familie met een kluit kinderen te huizen. Als ze maar niet te veel jengelen, want ik wil hier verder aan Leo Marcus, waarvan alleen nog maar het eerste hoofdstuk af is. We zitten pal achter de duinen, met om de hoek een boswachterij. Vanmiddag al een strandwandeling gemaakt. De mist kwam opzetten, alle geluiden werden gedempt en het zicht allengs minder. Mysterieus een beetje. Vlak langs de zee lopen en hem niet horen.

Marion ontdekte een egeltje onder de heg. Ze heeft een schoteltje melk buiten gezet.

Maandag, 16 oktober:
Westenschouwen
Veel door het bos en langs het strand gewandeld. Gisteren in de storm langs de zee en 's avonds, met zaklantaarns, door het verder stikdonkere bos. Na zonsondergang lijkt het alsof zo'n bos wakker wordt. Vandaag weer acht kilometer gelopen, naar wat ze het Konijnenveld noemen, al hebben we geen konijn gezien.

Af en toe probeer ik Marion jaloers te maken door hoog op te geven over de charmes van Ellen (die ook werkelijk groot zijn), maar dat mislukt steeds. Ze weet toch wel dat zij nummer één is. De open haard bevalt geweldig, ondanks alle stof en het gesjouw met houtblokken. Heerlijk om Marion 's avonds voor het slapen gaan in de gloed van de haard uit te kleden. Dan komt ze bijna van opwinding.

Leo Marcus in alle staten van verwarring achtergelaten in Edinburgh, waar hij een onverwachte uitspatting beleefde met een barmeisje. Ik denk dat ik die novelle kan vergeten, het wordt hooguit een lang verhaal.

Dinsdag, 17 oktober:
Westenschouwen
Gisteren wilden we gaan eten in Westenschouwens Welvaren. We waren wat aan de late kant, maar na enig aandringen zei de eigenaar: 'Nou als u het niet te ingewikkeld maakt.' Waarna hij stilviel, ons van top tot teen bekeek en een gezicht trok dat verder geen uitleg behoefde. We hebben de auto genomen, zijn naar Haamstede gereden en hebben daar lekker Chinees gegeten. Op de terugweg zagen we tientallen konijnen.

Vanmiddag op het strand een zandkasteel gebouwd, zoals we dat vroeger als kinderen deden. Ik ging te ver de branding in, waardoor een van mijn laarzen volliep. Marion stikte bijna van de lach.

Zondag, 29 oktober:
Vrijdagavond met Marion en Herbert naar het cabaret van Frits Lambrechts in het Hof geweest. Goede voorstelling. Daarna naar de Vrijheid, waar we Ton & Nelly van Dalen en Gerard Bouma troffen. Het werd aangenaam laat.

Gisteren met Marion eerst naar een familiefeestje in Vlissingen: een lunch in het Beursgebouw voor de vijfentwintigste verjaardag van nicht Magda. Meegereden met Marja en René. Na afloop nog even naar een boekwinkel, waar ik twee deeltjes uit de Kort en goed-reeks van Querido heb gekocht: teksten uit Barbarber en van De Schoolmeester. 's Avonds bij Han & Bep naar een video van de Valsistenshow van Koot & Bie gekeken. Toen we vertrokken werd er net een dronkenman door twee agenten uit het belendende café gesleurd en in een auto geduwd. Het leek op een scene uit Rome, open stad, die we woensdag hebben gezien.

Marion heeft een leuk, tweedehands, Frans (Motobecane) fietsje gekocht. Oranje en zilverkleurig, met een merkwaardig frame en de dynamo op het achterwiel.

Donderdag, 2 november:
Afgelopen dinsdag met Marion naar het Zuidpleintheater geweest, naar de 'verjaarsavond' van Kees Buddingh', Simon Vinkenoog en Bert Schierbeek, die samen 170 jaar zijn geworden. Wim de Vries hield een feestrede en collega Egbert Jas luisterde de boel op met zijn jazzband. Het was een beetje rommelig en amateuristisch, maar gezellig. Grappig om Geert Lubberhuizen en Remco Campert in een voetbaltenue te zien. Van Bert Schierbeek Vallen gekocht. Een tijdje met hem staan praten, maar vergeten het boek te laten signeren.

Gestopt met Leo Marcus. Het schrijven van schetsen ligt me beter. Ik ben niet van de lange adem.

Alan Denny stuurde A Prefece to Hardy van Merryn Williams. Ik heb er al een stuk in gelezen. Lijkt me erg interessant.

Zondag, 5 november:
Was vrijdag met Marion op het atelier van Ton van Dalen aan de Kalkhaven. Een ets gekocht uit de serie Onthullingen. Na de expositie in het Stadskantoor, volgende week, levert hij hem ingelijst bij mij af. Interessant om het proces te zien dat aan het drukken vooraf gaat. Van alles over gehoord, maar nooit eerder gezien. 's Avonds bij Ton en Nelly in Pictura gegeten en twee jonge katjes geboren zien worden. Gebeurt ook niet iedere dag.

Foto: auteur


dinsdag, oktober 13, 2015

Filmplannen




Voorpublicatie uit Een zootje ongeregeld (literair dagboek 1975-1979), dat medio 2016 zal verschijnen bij uitgeverij Liverse:

1977

20 april:
Ben al twee keer tevergeefs bij Revers geweest om de televisiekritieken van Gerrit Komrij. Ik heb het boek nu gereserveerd. Ook Lasterpraat van Adriaan Morriën besteld en De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt gekocht, hoewel Gerrit het een slecht boek vindt.

21 april:
Vanmorgen, net na de pont, liep de ketting weer van de fiets. Hij zat zo hopeloos gedraaid dat ik hem bij René en Marja heb gestald. Daarna teruggelopen naar het veer, waar het hoofd der school, Jan Schot, mij even ophaalde met de auto.

22 april:
De fiets ter reparatie bij Bellaard gebracht. Over een paar maanden koop ik een nieuwe. Tot hij gemaakt is, gebruik ik Geoffrey's fiets. Maandag moet ik mij direct na school vervoegen bij dr. J.H. Struivig de Groot, de tandarts. Dat haal ik niet met de bus.

24 april:
De boeken uit Engeland zijn gearriveerd: M.I. Finley, Aspects of Antiquity; Maurice Keen, History of Medieval People, Thomas Hardy, Under the Greenwood Tree en Jude the Obscure. Alle vier voor £ 3.65. Kom daar in Nederland eens om.

Vrijdagavond met Lupius naar het literair-café geweest en daar helemaal gecharmeerd geraakt van Janneke Vervelde, een prachtige, donkerharige vrouw, lid van de Rotterdamse Werkgroep Arbeidersliteratuur. Ik heb helaas geen woord met haar gewisseld, want ze moest in de pauze snel weg.

25 april:
Een aardig stuk van J.M.A. Biesheuvel in het Hollands Maandblad: Een avond in Dordrecht. Over zijn optreden, samen met Joop Waasdorp, in het literair-café. Merkwaardig, in de verhalen van Biesheuvel staan af en toe van die heel naïeve zinnetjes. Ze lijken doodnormaal, maar maken toch een wereldvreemde indruk.

28 april:
Judith belde. Haar verhuizing gaat niet door wegens een of andere ingewikkelde huurtoestand. In juni komt ze weer een weekeinde. Ik word warm van binnen als ik er aan denk.

Woensdagmiddag kwam een monteur van het GEB de geiser repareren. Dat was zo gebeurd, maar de man toonde belangstelling voor mijn boekenkast, waarna we meer dan een uur hebben zitten praten over taalontwikkeling, geschiedenis en opvoedingsproblemen. Mijn studieprogramma kwam er enigszins door in verdrukking, maar leuk was het wel.

Sinds lange tijd weer eens bij de Dickensleeskring geweest. Thuis bij mevrouw Schimmelpenninck, schuin tegenover de gekraakte villa van Jan van der Spek. Ze vertelde dat de krakers de eerste dagen geen gas en water hadden. De omwonenden weigerden hen te helpen, behalve de familie Schimmelpenninck.

Het filmscript is klaar. Gerrit heeft een verhaal van Jules Deelder, Niets tegen Kees zeggen, in scenario gezet. Misschien beginnen we over een week of twee al met de opnamen. Er zijn maar twee acteurs, Karin en Thijs, zodat een datum afspreken niet zo'n probleem is.

6 mei:
Ik stem dit keer op de PSP. Ik heb lang getwijfeld tussen PvdA en PSP, maar ik vind het belangrijk dat er een pacifistisch geluid blijft in de Kamer.

Hoorde gisteren bij de groenteboer dat de drie Turkse gezinnen die pas op de hoek zijn komen wonen, bij elkaar uit zesentwintig personen bestaan. Wanneer ik 's avonds om een uur of zeven naar Peter wandel om te gaan studeren, is het Matena's pad vol vrolijke, veelal donkere kinderen. Hinkelen is de mode van de dag. Ik vind het leuk om ze bezig te zien en ze brengen letterlijk wat kleur in ons vervallen, honderd jaar oude buurtje.

Jarenlang is het bij ons traditie geweest om, als de familie uit Engeland er was, een bezoek te brengen aan slot Loevestein. Eerst met de trein naar Gorkum, daarna met de pont naar Woudrichem en vervolgens met een bootje (dat eerst werd geroeid, later hing er een motor aan) naar het kasteel. Eerst werd ergens op het gras binnen de wallen gepicknickt, daarna deden we altijd de rondleiding door het slot. Na een paar jaar wisten we meer van het gebouw dan de werkstudenten die in de zomervakantie bezoekers rondleidden. Op het terras van de beheerderswoning werd een glaasje limonade gedronken, waarbij mijn vader op een gegeven ogenblik ging mopperen. Of de limonade was te koud, of er vlogen te veel hinderlijke wespen, of de toiletten waren niet schoon. Dat was het sein om aan de terugreis te beginnen. Loevestein prikkelde altijd mijn fantasie en wakkerde mijn belangstelling voor geschiedenis aan. Jammer dat ik er tegenwoordig nauwelijks meer kom.

11 mei:
Gerrit heeft een scenario gemaakt van Adriaan Morriëns Lasterpraat. Zondag hebben we bij de Italiaan weer over de filmplannen gesproken. Ik maak deze week de afspraken voor Niets tegen Kees zeggen. Als we eventueel Lasterpraat gaan verfilmen zal het wel een probleem worden om een meisje te vinden voor de erotische scènes.

Foto: auteur


dinsdag, oktober 06, 2015

Poppenkast




Voorpublicatie uit Een zootje ongeregeld. Literair dagboek 1975-1979, dat medio 2016 zal verschijnen bij uitgeverij Liverse:

1976

19 februari:
Nederland wordt sluipend een politiestaat. Gisteren met neef Geoffrey naar de vreemdelingenpolitie geweest waar hij zich moest laten registreren. Hij werd aan een soort van kruisverhoor onderworpen, waarbij nogal intimiderend werd gedaan. Hij kreeg tenslotte zijn stempel, maar wel met de mededeling dat hij diende 'op te hoepelen' als hij niet binnen drie maanden werk zou hebben.

Nog een staaltje van bureaucratie: de poppenkast die de rechterlijke macht opvoert rond onze echtscheiding. Ook al ben je het over alle details met elkaar eens, toch moet een eindeloos ritueel worden voltrokken.

Overal steekt de overheid zijn neus in. Waarom zou je in een bevolkingsregister moeten staan? Wat heeft het stadhuis ermee van doen dat ik wil gaan verhuizen? En wat met mijn geloof of levensbeschouwing?

Gisteren na het tentamen naar The hunchback of the Notre Dâme geweest. Na afloop ontmoette ik Käthe L. (nog even mooi als een paar jaar geleden). Haar verteld van de vacature op school. Misschien solliciteert ze. Met zo'n aantrekkelijke collega zou ik misschien langer in Ambacht blijven.

24 februari:
De Klapjavaan heeft een paar dagen geleden zijn woning in brand gestoken. Volgens Gerard Borst omdat hij opgenomen wilde worden in een kliniek. Gerard zegt dat hij, de Klapjavaan, een zware patiënt is. Wellicht hadden we hem niet zo op zijn nummer moeten zetten, met Nieuwjaar, toen hij met allerlei doorzichtige blufverhalen aankwam.

We gaan niet naar Egypte, maar naar Tunesië. Voor twee weken. Het gezelschap zal bestaan uit Han, Bep, Peter en mij. We logeren in Sousse. Vertrek: 19 juli. Gerrit gaat niet mee. Hij is bang dat het er te warm is en te toeristisch.

27 februari:
Maandag en dinsdag vrij. Het enige goede van carnaval.

Vanavond schaken met het team van Bobby Kinghe in de voorronde voor het Paastoernooi. Dat wordt betaald door De Dordtenaar. Een vreselijke krant, maar daarvoor laten we het schaken natuurlijk niet schieten.

Met hoofdpijn opgestaan. Gisteren te veel wijn op bij Anneke. Ze had Frans gekookt. Een gezellige avond met Geoffrey, Liesbeth de Hoogh, een zekere Florien, Annemarie en Jan Willemse als medegasten. Toen ze een stoel ging halen viel Annemarie van de trap, maar bezeerde zich niet. Maandag gaat Geoffrey aan het werk bij een scheepsverzekeraar, vandaar het feestje.

28 februari:
Ons team heeft zich als tweede geplaatst voor het toernooi. Onze eerste wedstrijd verliep niet zo best (2-2), maar verder hebben we redelijk gespeeld. We waren de enige die 1,5 punt wegsleepte tegen Bibelot, onbetwist de sterkste ploeg.

3 maart:
Eindelijk weer eens een beetje productief geweest. Dat is het voordeel van een paar dagen vrij, wat de noodzaak onderstreept om meer tijd voor het schrijven vrij te maken.

Tijd om aan de volgende Letteriek te gaan denken. Zaterdag met Thijs naar een bijeenkomst van de Dickens Fellowship in Bloemendaal. Dan doe ik dus weinig, maar volgende week zal er getypt moeten worden.

Gerrit en ik zijn bijna klaar met het Cabarettesk Theater. We moeten nog proberen om de laatste scène, over een door het lot en de goklust bepaalde maatschappij, uit te werken. Aanstaande zondag de bijlage met de muzikale begeleiding en wat regie-aanwijzingen maken en dan gaat het de deur uit.

De jonge katten lijken wel een opleiding voor sloper te volgen. Ik zie steeds meer stukjes behang van de muur verdwijnen, steeds meer riet van de bureaustoel en in de bank verschijnen meer en meer pitjes, veroorzaakt door kattennagels. Over drie weken gaan de eerste twee het huis uit. De derde houd ik nog een paar weken, dat is prettiger voor Minet.

Gisteren na de middag is het uit de hand gelopen. Om twee uur met Gerrit naar Peter gegaan, die griep heeft, om eten en bier te brengen. Ik had een briefje op de bel gedaan met het adres waar ik b.g.g. te bereiken was. We zaten goed en wel met de patiënt aan het bier, toen Han en Bep van Gorkom arriveerden. Het werd heel gezellig aan het ziekbed, zodat Han en ik tegen zessen maar Chinees en nog meer bier gingen halen. Na het eten hebben we Peter naar de schaakclub laten bellen met de mededeling dat we plotseling ziek waren geworden en de rest van de avond hebben we gepokerd, geéénentwintigd en gedronken. De zieke onderhield een pendeldienst tussen het bed en de pokertafel. Tegen het einde van de avond begon hij steeds meer op te knappen.


Foto: auteur