Voorpublicatie
uit Een zootje ongeregeld (literair dagboek
1975-1979), dat medio 2016 zal verschijnen
bij uitgeverij Liverse:
1979
Zondag,
19 augustus:
Een
paar dagen door de Biesbosch gevaren met Ton & Nelly, op de boot
van Ton zijn ouders. Woensdagmiddag om drie uur scheepten we ons in
bij de Spieringsluis. Het was prachtig weer, ik heb zelfs met Marion
gezwommen. We waren in goed gezelschap. Ondermeer Gerard Bouma en
Henny, het charmante, zestienjarige zusje van Nelly.
Donderdag,
30 augustus:
Gisteren
neef John op bezoek, met zijn vriendin Pauline. Ze logeren bij
Geoffrey. Ze doen Dordt aan op doorreis vanuit Italië, eerder dan de
bedoeling was, want ze zijn daar bestolen.
Dinsdag,
4 september:
Telefoontje
van Han. De sectie letteren van de Culturele Raad gaat akkoord met de
uitgave van Centre
Ville en
met
het omslagontwerp van Bas. Hij gaat ook de typografie verzorgen.
Vorige
week nog een ets van Ton van Dalen gekocht. Over twee weken komt hij,
want hij moet nog worden ingelijst.
Al
twee dagen in de ziektewet. Koorts en nauwelijks bij stem. Lezen is
het enige waar ik toe kom. Marion is heel lief en zorgzaam. Ze
overnacht hier tot ik beter ben.
Woensdag,
5 september:
Morgen
weer aan het werk, hoewel ik nog niet helemaal fit ben. Beetje
hoofdpijn, misschien van het televisie kijken (de begrafenis van Lord
Mountbatten, die door de IRA is vermoord) of van het intensieve lezen
in Risinghill:
Death of a Comprehensive School
van Leila Berg.
Maandag,
19 september:
De
Beuk wil Aan
de rand van de stad
publiceren, maar dan moet ik vijftienhonderd gulden bijdragen in de
kosten. Dat is me te veel. Het Zeeuws Kunstenaarscentrum was positief
over mijn verhalen, maar het wil voor de Slibreeks één verhaal van
ongeveer zesduizend woorden. De auteursexemplaren van Honderd
Nieuwe Dichters
nr. 5 zijn bezorgd. Ondanks Gerrit zijn kritiek, vind ik het er
behoorlijk uitzien. Conwy
komt goed tot zijn recht.
We
gaan door met de Herman. We kunnen hem voortaan voor nog geen
tweehonderd gulden laten drukken bij de Jeugdraad.
Zondag,
16 september:
Weer
een vermoeiend weekeinde. Gisteren de eerste collegedag. Daarna met
Peter en Marion gegeten bij Balistreri en naar het festival
Muziekmanifest in Kunstmin geweest. Na afloop bij Peter nog bier met
patat. Om vier uur thuis. Tot half twee geslapen. Vanavond naar
Geoffrey gelopen, om het interview in De Dordtenaar van Peter Punt
met Itch te lezen.
Donderdag
geslaagd voor het tentamen didactiek. Het ging gemakkelijk, het
gesprek had zelfs iets gezelligs.
Maandag,
17 september:
Wilde
vanavond verder aan een verhaal, maar in plaats daarvan ben ik met
Herbert naar Ton van Dalen geweest. Hij wil ook een ets kopen. Geen
druppel alcohol genomen. Marion en ik zijn serieus aan het matigen.
Dinsdag,
18 september:
Ik
liep vanavond vanaf Peter naar huis. Het had net opgehouden met
regenen, de temperatuur was mild, de stevige westenwind woei zeelucht
over de verlaten stad. Het rook een beetje als op het strand van
Westenschouwen. Ineens kwam een sterk gevoel van weemoed op.
Marion
is met balletles begonnen. Misschien helpt het om van die eeuwige
rugpijn af te komen.
Ik
zou wel weer een weekje naar Westenschouwen willen. Dat melancholieke
herfstbos, de open haard, de wandelingen in de mist naar het strand,
maar we hebben in Ierland te veel geld uitgegeven.
Bijna
iedere avond lees ik, voor ik ga slapen, iets van F.B. Hotz.
Prachtige verhalen, al word ik er niet altijd vrolijk van.
Donderdag,
20 september:
De
krant meldt dat in Amerika weer een hoeveelheid uranium is verdwenen.
Grote kans dat vandaag of morgen een losgeslagen terreurgroep opduikt
met een atoombom. Langer dan mijn generatie houdt de beschaving het
niet meer vol, denk ik weleens. Toch blijven we als mieren aan de
toekomst bouwen.
Woensdag,
26 september:
Begonnen
aan een cursus oud schrift, op het archief. Bijzonder interessant. Ik
kan al heel wat kriebels ontcijferen. Omdat we voorlopig geen
tentamens hebben, kan ik er de nodige tijd aan besteden en wie weet
komt het nog eens te pas bij een scriptie-onderzoek.
Maandag,
1 oktober:
Als
je de maandagkrant leest, lijkt het alsof in de weekeinden in de stad
voornamelijke wordt gevochten. Ik heb last van mijn jaarlijkse
neerslachtigheidsgevoel. Ik zou het liefst de school, Nederland,
Dordrecht, heel de kolerezooi de rug toekeren en vertrekken. Op naar
het whitewashed cottage overlooking the sea.
Woensdag,
10 oktober:
Vrijdag
maken we de voorpagina en de advertenties voor de Herman op, waarna
hij naar de drukker kan. We gokken er op dat hij eind volgende week
gereed is.
Ik
wil een huis aan de rand van het centrum. In de binnenstad gaan wonen
was een vergissing. Al die agressie, vooral in het weekeinde. Je kunt
er bijna de klok op gelijk zetten wanneer ze elkaar hier beneden, in
café De Burgemeester, te lijf gaan.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten