In
het Spoorwegmuseum kun je een beetje proeven van het reizen eind
negentiende/begin twintigste eeuw. Het hoogtepunt van de Europese
spoorwegen, toen treinreizen, althans voor wie het zich kon
veroorloven, nog was omgeven door een zekere grandeur. Prachtig
ontworpen, luxueuze treinen doorkruisten het continent. Niet alleen
snelheid was belangrijk, maar ook het comfort van de reiziger. Fameus
is de Oriënt
Express, waarin, als we Agatha Christie mogen geloven, nog weleens
een moord werd gepleegd. Je kon er vanaf 1883 van Parijs mee naar
Istanbul (dat toen nog gewoon Constantinopel heette) reizen. In het
museum staat een restauratiewagen van de Oriënt
Express, die bij mij nostalgische gevoelens oproept. Ondermeer omdat
in ons binnenlands treinverkeer restauratiewagens al lang geleden
zijn afgeschaft. In mijn studententijd, toen ik met grote regelmaat
in de trein zat om naar college te gaan, reisden studiegenoot P. en
ik eigenlijk niet anders dan in restauratiewagens. Ik mis ze zeer. De
werkstudent, als een pakezel beladen met een rugzak met slechte
koffie en zoetwaren, is geen alternatief. Zo'n jongen of meisje komt
ook altijd net voordat mijn bestemming is bereikt langs.
Met
het restauratiewezen op onze stations is het ook droevig gesteld. Ja,
je kunt je geld kwijt bij allerlei kiosken en vreetwinkeltjes of bij
die malle koffietent waar ze je naam opschrijven, waarna je moet gaan
wachten tot je wordt opgeroepen, in plaats van dat ze dat bakkie
gewoon inschenken waar je bijstaat. De meeste kleine en middelgrote
stations hebben echter helemaal geen restauratie meer, laat staan
eentje met de allure die ik me herinner van station Haarlem of Den
Haag Hollands Spoor. Het is de mentaliteit van het kleffe broodje
kaas met melk in plaats van een weldadige lunch met wijn. Kruiers
zijn nergens meer te bekennen en op het station van Dordrecht is de
laatste bagagetrolley ook al jaren geleden verdwenen. In 1883 zouden
ze dat achterlijk noemen.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten