Hij herinnert zich de eerste jaren dat hij in Thessaloniki kwam. Bij verschillende kiosken in het centrum en bij boekhandelaar Molho in de Tsimiskí kon je buitenlandse kranten kopen. Soms was uit Nederland alleen De Telegraaf voorhanden. Die liever niet. Meestal was er wel een Volkskrant. Ook niet ideaal, al dat azijn, maar vooruit, voor een keer. Vaak werd het The Guardian, ook weleens The Times en in latere jaren, toen het krantenaanbod geleidelijk aan verminderde, doorgaans The Herald Tribune voor het internationale nieuws en een van de lokale kranten voor de Griekse waan van de dag.
Daarvoor had hij eerst Grieks moeten leren lezen. Modern Grieks, want met Oudgrieks kom je wel ergens, maar niet waar je wezen wil. Hij moet altijd een beetje lachen om mensen die proberen zich met Oudgrieks verstaanbaar te maken. Als ze daarbij de Erasmiaanse uitspraak gebruiken, denkt men in Griekenland al snel dat ze met iemand uit Polen of een van de Baltische landen van doen hebben. Die Erasmiaanse uitspraak is heel nuttig om de spelling van de diverse ie-klanken te onthouden, maar niet bedoeld om werkelijk in te converseren, vermoedt hij. Hij heeft het Erasmus niet kunnen vragen.
Tijdens de eurocrisis ging de laatst overgebleven buitenlandse krantenverkoper, een zaakje in de Kastritsiou, vlakbij het Agia Sofiaplein, failliet. Die had de laatste tijd alleen nog maar uit Nederland die vermaledijde Telegraaf. 'Weet je wel wat die krant over jullie schrijft?' had hij de verkoper eens gevraagd. Die had alleen maar zijn schouders opgehaald.
Foto: auteur