maandag, februari 07, 2022

Te jong


Midden: achterkleinzoon Gerald Dickens die lezingen 

uit het werk van zijn overgrootvader verzorgt.


Het is vandaag 210 jaar geleden dat in Portsmouth Charles Dickens werd geboren. Een van de grootste schrijvers ter wereld, wiens werk nog steeds actueel en uitstekend leesbaar is. Als hij een eeuw later was geboren, had hij vrijwel zeker de Nobelprijs voor Literatuur gewonnen, een prijs die nog aan geen enkele Nederlandse schrijver is toegekend, al hebben we in Marieke Lucas Rijneveld een goede kanshebber, mocht het mensdom nog enige tijd op aarde gegund zijn. Als ik kijk naar de kortzichtige en onnodige uitbreiding van de Navo naar het oosten, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, en naar de manier waarop de zich niet geheel ten onrechte bedreigd voelende Vladimir Poetin denkt een verdere uitbreiding te voorkomen, ben ik er niet gerust op. Dat ben ik evenmin als ik het geloei van de sportverslaggevers bij de Olympische winterspelen in China hoor, want China roept bij mij bijzonder nare associaties met totalitarisme op. Lees het boek Selma van Carolijn Visser maar eens. Het regiem daar is sinds Selma Vos er haar einde vond, volgens mij nog geen steek veranderd, het is alleen naar buiten toe steeds intimiderender gaan optreden. Het is een land waar de Olympische spelen niet thuishoren. Die horen eigenlijk altijd en alleen maar thuis in Griekenland, maar dit terzijde.


Tien jaar geleden was ik in Portsmouth om de 200ste geboortedag van Charles Dickens te vieren. Gelukkig niet in februari, al wordt het aan de Engelse zuidkust zelden erg guur, maar in juli. De bicentennial, zoals het heette, werd gedurende het hele jaar gevierd, ongeveer net zoals mijn stad, Dordrecht, bezig is haar 800-jarig bestaan te vieren. Erger nog, dat doet Dordrecht door corona gedwongen al méér dan een jaar, terwijl de stadsrechten toch echt nog wel ietsje ouder dan 800-jaar zijn, maar daar hoor je weinig meer over. Ter ere van de bicentennial organiseerde de afdeling Portsmouth van de International Dickens Fellowship de jaarlijkse Annual Conference, die in 2022 overigens in Haarlem wordt gehouden, met een dagtripje naar Dordrecht, de Eerste en oudste stad van Holland.


Het was een bijzonder geslaagd congres, qua lezingen en excursies, waarvan er eentje ging naar Chawton House, een landhuis waar ooit de broer van Jane Austen woonde. En passant bezochten we ook het nabije Steventon, waar Jane zelf woonde. Met slechts de helft van het gezelschap. Het Steventon van Jane Austen ligt in Hampshire, maar een van de twee touringcars die voor ons transport waren gehuurd, zette per abuis koers naar een ander Steventon, in Oxfordshire. Ik zat in de goede bus en heb daardoor het buitengewoon interessante bezoek aan Chawton House, waarin een onderzoeksbibliotheek is gehuisvest die zich uitsluitend richt op vrouwelijke, Britse schrijfsters, gelukkig niet gemist. De zon scheen, de lunch werd daarom in de romantische tuin geserveerd. Daarna maakte ik een wandeling over de rest van het landgoed en dacht aan Jane Austen en aan Charles Dickens, beiden veel te jong gestorven, evenals Dickensbewonderaar Godfried Bomans, wiens 50ste sterfdag op 22 december van het vorige jaar werd herdacht. Bomans, die met enkele vrienden in 1956 de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship oprichtte.


Foto: auteur


Geen opmerkingen: