zondag, april 03, 2022

Cirkel




Lieve Stella,


Wij zijn allebei opgegroeid met de verhalen van onze ouders over de oorlog, jij zelfs met die over twee oorlogen: de Tweede Wereldoorlog en de Griekse burgeroorlog. Ik ben bang dat de kinderen van de huidige generatie gaan opgroeien met verhalen over de oorlog die Poetin in Oekraïne is begonnen. Die oorlog lijkt overigens slecht voor de Russen te verlopen, maar zeker weet je het nooit. List, leugens, bedrog, nepnieuws, het tiert alom welig. Op Youtube zie je voortdurend filmpjes waarin de Russen een of andere nederlaag lijden met een Amerikaanse commentaarstem die het gebruikte wapen, een 'stinger', een 'javelin' of een drone van Turkse makelij aanprijst. Omdat ik niet weet wat ik ervan moet denken, kijk ik er niet meer naar. Ik verdiep me liever in de geschiedenis. 


Gisteren heb ik het vuistdikke boek The Greek Revolution 1821 and the Making of Modern Europe van Mark Mazower opgehaald bij mijn Dordtse boekhandelaar. Ik hoop dat het afrekent met al die romantische heldenverhalen over 1821 en met een objectiever beeld komt. Dat weet ik pas als ik het heb gelezen, maar Mazower kennende zit het wat dat betreft wel goed. Weet je nog dat jouw Griekse vertaling van mijn geschiedenis van Cyprus in Thessaloniki werd gepresenteerd? De uitgever, University Studio Press, had een drietal hoogleraren in de geschiedenis bereid gevonden iets over het boek te zeggen. Een daarvan, ik zal zijn naam niet noemen, had eerder gewerkt bij het Museum voor de Macedonische Strijd, een verzamelplaats voor de meest abjecte, nationalistische propaganda. Hij viel over mijn gebruik van de alom geaccepteerde term 'de zieke man van Europa' voor het zieltogende Osmaanse rijk in de negentiende en vroege twintigste eeuw. Dat moest 'de zieke man zijn', zonder Europa, want het rijk was niet Europees. Geklets, vond en vind ik. Dat waren de twee andere professoren met mij eens, maar dat was niet het opvallendste aan de druk bezochte presentatie. Dat was het volledig ontbreken van hapjes en drankjes, waar ik mij toen nogal aan heb gestoord. 


Later heeft USP het goedgemaakt door een prachtige postume dichtbundel van jou uit te geven, die goed werd ontvangen in Thessaloniki. Uit de Nederlandse editie, die iets eerder verscheen bij Liverse, wordt weleens geciteerd in overlijdensadvertenties. Altijd zonder dat het mij, als rechthebbende, wordt gevraagd, maar omdat ik het mooi vind dat je na zoveel jaar nog wordt gelezen, val ik daar niet over. Vooral de laatste reeks gedichten, die je kort voor je overlijden schreef in het Albert Schweitzer Ziekenhuis, valt in de smaak.


In mijn vorige brief schreef ik dat de lente leek aangebroken. Afgelopen maandag zaten we nog met een clubje vrienden lekker in de zon op het terras van Centre Ville, maar een dag later al konden we onze winterkleren weer aan. Donderdag kwam de hovenier om enig snoei- en bemestwerk in de tuin uit te voeren en het nodige onkruid te wieden. Toen was het nat en koud, maar nog te doen, vrijdagmorgen werd ik wakker en lag er sneeuw. Dat was geen aprilgrap, maar niets veranderlijker dan het weer en dat precies in een tijd dat de regering ons oproept de kachel een paar graden lager te zetten vanwege dreigende gasproblemen door de oorlog. 


Poetin tegenwerken door in de kou te gaan zitten. Ik denk er zo het mijne van, maar ik heb toch maar het 'Griekse systeem' ingevoerd, uit de tijd dat we in ons appartement in Thessaloniki nog afhankelijk waren van de blokverwarming in het gebouw. De huismeester zette dan om een uur of zeven 's morgens de kachel aan, tot een uur of tien, en daarna ging hij omstreeks vijf uur weer aan. Winterkou of niet. Hier gaat hij om zeven uur even flink aan tot een uur of negen, daarna kan hij een stuk lager, want het koelt maar langzaam af, voordeel van een tussenwoning, en zeker als ik boven werk kan dat tot aan het eind van de middag duren. 's Nachts staat de thermostaat al jaren op 15 graden, ook in jouw tijd deden we dat al. Veel in de kroeg zitten is trouwens ook een adequate oplossing om gas te sparen, maar financieel pakt dat iets anders uit.


Ongeveer een jaar geleden publiceerde columnist Kees Thies zijn boek 10 Jaar Thies in 250 columns. Ik heb het toen direct aangeschaft, want ik lees Kees graag. Door alle coronatoestanden duurde het tot gisteren voor hij het boek eindelijk kon presenteren. Dat gebeurde in de Trinitatiskapel in de Vriesestraat, waar ook vaak de lezingen van de vereniging Oud-Dordrecht worden gehouden. Je denkt misschien dat het een beetje mosterd na de maaltijd was, maar ik vond het een goede manier om het boek opnieuw onder de aandacht te brengen. Het was aangenaam druk, Kees las enkele boeiende columns en Ilona Snip (Thisgirlslife Ilona) zong een aantal liederen (waarvan een met haar vader) en dat vond ik het hoogtepunt van de middag. Ik ben een groot fan van Ilona. Niet alleen een geweldige liedjesschrijfster en zangeres, maar ook een ontzettend aardige vrouw. Ik weet nog dat ze mij opzocht kort nadat ik uit het ziekenhuis kwam, na mijn hartstilstand, en het huis ineens vol bloemen stond. Na afloop was er een gezellige borrel (koster Jan Lokhorst is een uitstekende gastheer), waarna ik, het zal je niet verbazen, samen met Gerrie Edelman, die ook aanwezig was, nog gezellig ben gaan naborrelen in Visser. 


Donderdag kreeg ik een minder prettig bericht: de Annual Conference van de Dickens Fellowship, die in juli in Haarlem zou plaatsvinden is afgelast. Reden: er zijn te weinig inschrijvingen uit het buitenland. Vooral de Amerikanen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders laten het afweten. Wij vermoeden dat dat komt door angst voor eventuele nieuwe coronamaatregelen en vooral door de oorlog in Oekraïne. Erg jammer want de Haarlem Branch zou de conferentie eerst in 2021 organiseren, wat niet kon doorgaan door de pandemie en nu valt hij weer in het water. Ik had me verheugd een aantal internationale leden terug te zien. 


De laatste keer dat ik bij een Annual Conference was, was alweer in 2015 in Bristol. Daarna zou hij in Christchurch in Nieuw-Zeeland zijn, dat was me te ver, en vervolgens in Aberdeen, Boulogne-sur-Mer, Eastbourne en nog wat verder gelegen plaatsen waar ik geen gelegenheid had om naartoe te gaan. Tijdens corona werd een 'Zoom-conferentie' gehouden, waar ik helemaal geen zin in had, dus je begrijpt dat ik me op Haarlem had verheugd, te meer daar er ook een 'buitendag' in Dordrecht zou worden gehouden, die ik samen met de andere Dordtse leden al bezig was te organiseren. Het museum, de stadsgidsen en Visser, waar de bezoekers koffie met poffertjes zouden krijgen, heb ik inmiddels afgezegd. Het hotel in Haarlem heb ik voor de tweede keer moeten afzeggen, want daar had ik eerder geboekt voor een familieverjaardag die door corona niet kon doorgaan. Zo krijgt een mens ongewild toch een beetje een slechte naam, al gaat die 'buitendag' er nog wel een keer komen, alleen voor de leden van de Haarlem Branch. 


Uit een van de columns in 10 Jaar Thies blijkt dat Kees een liefhebber is van het werk van Godfried Bomans, die in 1956 met enkele vrienden het initiatief nam, zoals je weet, tot het oprichten van de Haarlem Branch en zo is de cirkel toch weer een beetje rond.


In gedachten, altijd,


Kees


Dordrecht, 3 april 2022


Foto: auteur


Geen opmerkingen: