Ik vraag me af of ik niet een beetje te vroeg naar Griekenland ben gekomen. In de eerste plaats is het nog behoorlijk fris, terwijl ik een liefhebber ben van lange, zoele avonden. Ja, ik weet het, dan hebben we weer last van allerlei stekende insecten, maar avonden met acht graden zijn mij echt te koud. Toch zie je dan nog mensen buiten op de terrassen eten, maar zo stoïcijns ben ik niet. In de tweede plaats worden de coronamaatregelen pas op 1 mei versoepeld en op 1 juni afgeschaft. Als ik het had geweten, was ik in juni gekomen. Ik had het overigens kunnen bedenken, want dan begint het toeristenseizoen pas echt en maakt de covid-angst plaats voor de dringende noodzaak wat geld te verdienen.
Hoe dan ook, vooruit denken is niet mijn sterkste kant, ik kijk liever naar het verleden. Als ik uit het raam van mijn pied-à-terre kijk, zie ik de Turken, die in de negentiende eeuw deze buurt bewoonden, bij wijze van spreken voorbij lopen. Er staan nog heel wat huizen uit die tijd, want ik zit net boven het gebied dat in 1917 bij de grote stadsbrand is verwoest. Jammer dat er na de Tweede Wereldoorlog toch wat onsmakelijke nieuwbouw is ingeslopen. Tegenwoordig zijn ze een stuk voorzichtiger geworden. Althans in de bovenstad. Beneden in het centrum wordt soms maar raak gebouwd is mijn indruk.
Twee dagen geleden ben ik van Syros, via Athene, naar Thessaloniki gevlogen. Een luchtreisje van eerst twintig minuten en daarna eentje van een half uur. Toch heeft dat me een hele dag gekost. Oorspronkelijk zou ik om half elf van Syros vertrekken en om twee uur in Thessaloniki zijn, maar vorige week kreeg ik bericht dat het vluchtschema was veranderd. Ik vertrok nu om één uur en mocht in Athene drie uur op mijn aansluiting wachten, die ook nog eens vertraging had. Om half acht leverde de taxi me af bij het appartement. Gelukkig op tijd voor de buurtsuper, zodat ik de volgende morgen niet meteen de deur uit hoefde om mijn ontbijt te halen.
Toen ik hier eind september was, maakte ik me ernstige zorgen over buurman Dimitris en zijn charmante, traditionele restaurant. Na de boodschappen en nadat ik me in het appartement had geïnstalleerd, ben ik er gaan eten. Gelukkig trof ik de normale situatie. Je kon weer binnen eten, er klonk weer rebetika en nu en dan zong Dimitris weer uit volle borst mee. Ik werd hartelijk begroet en mocht niet vertrekken zonder nog een karafje wijn van het huis op te drinken. Het was een soort thuiskomen, een gevoel dat ik ook de volgende dag had toen ik bij Rita binnenstapte in kafeneion Odysseas. Dat heeft zo te zien de corona-ellende ook overleefd, al is die nog niet helemaal voorbij. Er mag nog steeds maar een beperkt aantal mensen binnen verblijven.
Kennelijk zijn er een of meerdere routers bij gekomen. De wifi is stabieler dan de vorige keer, maar ik heb weer allerlei problemen met de e-mail. Het gewone programma werkt niet op de laptop. Ik krijg steeds een melding dat de server onbereikbaar is. Inmiddels doet de mail op de iPad het ook niet meer. Iets met een certificaat van de KPN dat niet wordt vertrouwd. Ik heb daar allemaal geen verstand van en heb al helemaal geen zin om uren te gaan tobben met die krengen, dus laat maar. Ik gebruik de webmail wel. Die liet het in Athene ook afweten. Door de slechte wifi, denk ik. Waarom op mijn telefoon alles wel normaal werkt ontgaat me. Het is een wonderbaarlijke wereld, dat cyberspace, maar ook nogal kwaadaardig. Soms denk ik: waar zijn de postduiven gebleven?
De avond na aankomst ben ik langs je oudste broer en zijn vrouw gegaan. Normaal gesproken heb je op de Egnatia, bij het standbeeld van Venizelos, zo een taxi, maar nu was het moeilijk omdat Paok thuis voetbalde tegen Olympic Marseille. Uiteindelijk vond ik samen met twee Paok-fans, aardige jongens, een taxi met een vrolijke, vrouwelijke chauffeur, die hen eerst afleverde bij het stadion en mij een eindje verder voor de deur van banketbakker Dimitris in de Lambraki. Ik kwam daar al in de tijd van het Schrijfhuis. Het winkelmeisje, dat er ook al jaren werkt, herkende me direct. We hadden een leuk gesprek terwijl ze het doraki (cadeautje) voor Fotini vulde met zoetigheid. Ze is heel aardig, maar snoept volgens mij meer van haar koopwaar dan gezond is.
Savvas stelde voor uit eten te gaan. Dat deden we bij Ev Zein in de Gkouka net boven de Lambraki. Daar kom ik ook al jaren. Er werkt een ober die een tijdje in Holland heeft gewoond en een paar woorden Nederlands spreekt. Het eten is er doorgaans prima en de prijzen zijn mild, ook voor Griekse begrippen. Een van de twee eigenaren is specialist in een of ander ziekenhuis, endocrinoloog volgens Fotini. Soms helpt hij op drukke avonden mee in de bediening. Een merkwaardige combinatie, maar als je weet dat de eigenaren broers zijn, wordt het wat minder vreemd. Sommige dames op leeftijd raken een beetje opgewonden bij de gedachte door een dokter te worden bediend. Het blijft een enigszins magisch beroep, net als pastoor, maar die bedient alleen als het niet meer hoeft. Een flauwe grap, ik weet het, maar het is dit weekeinde Pasen in Nederland en het weekeinde daarop hier en dan hoor je wel meer flauwe verhalen.
Onderweg naar Odysseas liep ik gisteren langs de Experimentele School. Hoeveel herinneringen hebben we daar niet liggen? Jij als lerares, wij samen als organisatoren van de scholenuitwisseling in de jaren negentig. Van de collega's uit die tijd werkt er niemand meer. Met pensioen of inmiddels overleden. In de eerste jaren na jouw overlijden ging ik er nog weleens langs. Dan werd ik als een oude vriend begroet. Als ik nu zou binnenstappen zou de conciërge (de oude Stefanos is ook al jaren met pensioen) zich hoogstwaarschijnlijk ernstig afvragen wat die rare snuiter met dat malle accent komt doen.
Ach, zo gaan die dingen. Ook van de school in Dordt ben ik behoorlijk vervreemd. Er werkt nog maar een handvol collega's uit 'mijn' tijd. Gelukkig hebben we nog het Genootschap ter Bevordering van Eb & Vloed, de borrelclub van oud-collega's en een enkele uitzondering die nog werkt. In mijn archief heb ik nog de foto's uit de begintijd, toen we soms fameuze etentjes hielden, waarbij jij altijd stralend aanwezig was. Een van de fijne herinneringen die ik koester.
In gedachten, altijd,
Kees
Thessaloniki, 16 april 2022
Foto: archief auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten