dinsdag, april 12, 2022

Warnaar: Gouden Eeuw




Het verbaast hem hoe klein het eiland is, ondanks de reputatie van belangrijk handelscentrum in de Cycladen. Vijftien vierkante kilometer kleiner dan zijn eigen eiland in de zompige moerasdelta van Rijn, Maas en Schelde. Wel anders van vorm, bergachtig en niet bijna overbevolkt. Hij herinnert zich een artikel in de plaatselijke krant: ondanks dat men de laatste polders onbebouwd wil laten, streeft het bestuur van zijn stad uitbreiding van 120.000 naar 160.000 inwoners na. Hij vraagt zich af of de bestuurders van dit eiland ook zulke nare ambities koesteren. Hij vraagt zich ook af wie er in zo'n mierenhoop wil wonen en of het silhouet van zijn stad straks even akelig zal ogen als dat van Rotterdam.


Ermoupolis maakt enerzijds een voorname indruk, met zijn havenfront vol neo-klassieke gebouwen. Anderzijds wordt de haven ontsierd door een scheepswerf waaruit lawaai en fijnstof komen als pus uit een steenpuist. Het is wel een belangrijke bron van werkgelegenheid, evenals de gif uitstotende chemische industrie op zijn eigen eiland. Dan kun je je iets veroorloven.


De reputatie als belangrijke handelsstad ligt in het verleden, toen de Osmanen nog de dienst uitmaakten. Zijn eigen stad beleefde zijn Gouden Eeuw nog verder in het verleden. Wat rest zijn weemoed en verlangen. Dat is de romanticus die in hem schuilt. Die zou best terugwillen naar die tijden, maar alleen als hij rijk en vooral kerngezond was. Hij is een vluchtige bezoeker, een gast die zo weer vertrekt na een paar snelle indrukken te hebben opgedaan. Hij zit in een café dat een kruising lijkt van Louis XV en Art Nouveau. Het zou zomaar een Heerensociëteit uit de tijd van sultan Abdul Hamid II kunnen zijn. Zoiets vind je op zijn eiland nergens.


Foto: auteur


Geen opmerkingen: