donderdag, maart 31, 2016

Brief aan Stella vanuit het ziekenhuis




Lieve Stella,

Je merkt het misschien wel aan mijn handschrift, dat op zijn zachtst gezegd wat ongewoon is, maar mij is iets overkomen dat ik nooit had verwacht. Ik weet eigenlijk zelf nog steeds niet precies wat er is gebeurd, maar afgelopen maandag stond ik in de Museumstraat met Kees Thies te praten, toen alles ineens op zwart ging. Drie dagen later werd ik wakker op de intensive care van het Albert Schweitzer Ziekenhuis. Vanaf maandagmorgen tot dat ogenblik weet ik niets meer. Men zegt een hartstilstand of een zware hartaanval. Ik ben gered door snel en diligent ingrijpen van Kees en enkele dames uit de buurt, Karin en Linda, en de zeer snel aanwezige politie. Althans dat is wat tot nu toe tot mij is doorgedrongen, ik moet de zaak later nog eens met Kees bespreken. Was het thuis gebeurd, dan had in de krant gestaan: 'Dichter Kees Klok dood in huis gevonden.' Afgezien van het feit dat dat niet de bedoeling was, geeft het ook aanleiding tot akelige speculaties. Ik weet nog niet hoe ik mijn redders kan bedanken, maar daar komt nog wel gelegenheid voor. Eerst moet ik weg uit het ziekenhuis, zodat ik weer in mijn eigen bed kan slapen, zonder allerlei gedoe dat mijn bloeddruk opstuwt. Ik ben gedotterd, er is een stent geplaatst en na drie maanden hartrevalidatie moet ik weer tot heel wat in staat zijn, zoals een wandeling maken naar de Kop van 't Land. Ik ben ook lang nog niet uitgeschreven.

Ik krijg een overweldigend aantal betuigingen van medeleven. Zusje Marja is zeer zorgzaam en heeft inmiddels veel vrienden en bekenden geïnformeerd. Ik krijg heel veel hulp aangeboden, meer dan nodig, wat een geruststellende gedachte is. De ongerustheid over wat er met mij aan de hand was, werd verergerd doordat juist die maandag Facebook mijn account tijdelijk had afgesloten. Ik had de verkiezingsaffiche van de PSP uit de jaren zestig (blote vrouw met koe, onder de leuze: Ontwapenend!) op mijn tijdlijn gedeeld. In de Verenigde Staten, de grootste porno-producent ter wereld, begrijpen ze niet dat het hier om een historisch document gaat. Er is trouwens ook helemaal niets mis met bloot, zolang je er maar niet bij zet dat er een piemel in moet. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan zijn ze, om het mild uit te drukken, soms een tikje hypocriet. Dickens constateerde dat al in 1842. Ja, overal werd hij enthousiast toegejuicht, maar toen het op betalen van auteursrechten aankwam, gaven de bewonderaars niet thuis. Om mijn vrienden gerust te stellen, heb ik het historische document verwijderd, maar iemand zou die lui eens een lesje moderne, Nederlandse geschiedenis moeten geven. Ik zou dat graag doen. Ik hoef er maar drieduizend dollar per dagdeel voor te hebben, exclusief reiskosten.

Ik heb nooit eerder in een ziekenhuis gelegen en toch heb ik een sterk gevoel van déjà vue. Misschien vanuit de tijd dat jij boven lag, op de afdeling oncologie? Het lijkt me eigenlijk niet erg waarschijnlijk. Toch is het alsof ik het allemaal al eens heb meegemaakt. Ze hebben me drie dagen slapende gehouden. Weliswaar met een infuus met vocht en, ik neem aan, vloeibare voeding, maar ik ben er toch flink van afgevallen. Wat een mager bekkie heb ik, als ik in de spiegel kijk. Het valt wel op hoe sterk ik op oma Klok lijk, althans op de foto van haar die bij ons op de slaapkamer hangt. Daarop is ze ongeveer van mijn leeftijd. Erg goed heb ik haar niet gekend, ze was al ver in de tachtig toen ik werd geboren, maar dit terzijde.

We zingen op de noordtribune bij FC Dordrecht weleens de hymne Het is een vlooientheater. Daaraan moest ik vannacht denken, op momenten dat ik wakker was. Hier begon een infuus te piepen, daar rinkelde een alarm, regelmatig begon de 'ADHD-patient' een deur verder in zijn slaap een redevoering af te steken en soms hoorde je iemand zwaar hoesten. Ik lag te bedenken hoe ik dat allemaal zou gaan opschrijven. Niet echt ideaal voor rust en bloeddruk, maar die laatste is ook steeds wat te hoog door wat er allemaal op me afkomt en ik mijn nipte ontsnapping aan de dood nog niet echt heb verwerkt. Ik heb het geluk dat ik een aardige kamergenoot heb, een heer die ook boeken leest en technicus was bij het GEB, in de tijd dat we nog gewoon Dordtse stroom produceerden. Ik herinner mij die vier machtige schoorstenen op de Staart, op de plek waar nu het gevang staat. Als je bij oom Jaap en tante Jo in Strijen-Sas was, kon je ze nog zien, maar dit alles terzijde.

Ik word hier uitstekend verzorgd, voor een deel door oud-leerlingen, die in ruime getale in het ziekenhuis zijn vertegenwoordigd. Ik trof ook de moeder van een oud-leerlinge, uit dezelfde klas als de dochter van Kees Thies. Er werkt op de afdeling zelfs een oud-leerlinge uit mijn tijd in Hendrik-Ido-Ambacht, die mij direct herkende, ook al had ik toen nog haar, meteen ook het langste van de school, en een woeste baard. Er lopen ook een internist, een chirurg en een oncoloog rond die ik heb lesgegeven. Ik hoop dat ze goed hebben opgelet, want als je verstand hebt van geschiedenis, heb je eigenlijk overal verstand van, wil ik mijzelf nog weleens voorhouden. Kijk maar naar mijn eigen leermeester, Maarten van Rossem, wiens boek over de ondergang van het Romeinse rijk op het nachtkastje ligt.

Ik heb besloten om, zodra ik weer min of meer de oude ben, een cursus reanimeren te gaan volgen. Ik weet nu hoe belangrijk het is. Dat wist ik natuurlijk al, maar nadat ik mijn in 1974 behaalde EHBO-diploma heb laten verlopen is het er nooit meer van gekomen. Ik mag als doctorandus op elk vakgebied een proefschrift schrijven, mits ik een promotor vind. Wat denk je van een proefschrift over de geschiedenis van de cardiologie in Nederland? Laat ik eerst maar eens zorgen dat de bloeddruk naar beneden gaat, dan zijn we weer een stap verder.

In gedachten, altijd,

Kees

Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht, 27 maart 2016


Foto: archief auteur 


Geen opmerkingen: