zondag, april 12, 2015

Hibernia (1)




Werkend aan een nieuw deel van mijn literair dagboek, stuitte ik op de notities van mijn reis door Ierland, in juli/augustus 1979, samen met mijn vriendin Marion en twee vrienden. Als voorproefje van het boek reizen we nog maar eens door Hibernia.

Vrijdag, 20 juli 1979:
Cork
Om tien over twaalf zette ik mijn eerste voet op Ierse bodem. Na de huurauto, een gloednieuwe Ford Escort, in ontvangst te hebben genomen naar Cork gereden, een rommelige, vuile stad. We logeren in het gehucht Douglas, drie mijl buiten Cork, op Greystones. Prachtig gelegen natuurstenen landhuis, waar we de nacht voor onze terugreis weer zullen verblijven. Door de vage aanwijzingen van de Tourist Information hadden we nogal wat moeite om het te vinden.

Er lopen twee prachtige dochters rond op Greystones. Naar men zegt een uitzondering, want er zouden in Ierland weinig knappe meisjes zijn. We zijn net terug van de pub, beneden aan de heuvel. Marion leest nog wat op bed, ik ga baden. Boven, bij Herbert en Thijs, is het al heel stil.

Zondag, 22 juli:
Dublin
Net terug van een wandeling over de kliffen van Howth, aan de overzijde van de baai. Het is nevelig weer. Jammer, anders hadden we een mooi uitzicht op de stad gehad.

Het gaat zoals op iedere reis: ik doe een veelheid aan indrukken op, die ik nauwelijks op papier kan krijgen. Dat gaat me weken kosten. Ik heb een 'slow working' mind, ik reageer daardoor vaak secundair. Daarom maak ik korte notities, die ik later nog eens hoop uit te werken.

Tijdens de rit van Cork naar Dublin viel op hoe roekeloos er wordt gereden. Inhalen, bijvoorbeeld, doe je niet als het kan, maar als je daar zin in hebt. Het is niet erg druk op de wegen, anders zou het doden regenen.

Dublin heeft veel weg van Edinburgh. Herbert noemt het een Parijs-Brussel-verhouding. De straten zijn erg smerig, te vergelijken met het Scheffersplein direct na het opbreken van de markt. Ook in Cork zag je overal straatvuil liggen. Misschien een van de weinige verschillen met Engeland, want voor de rest heeft Thijs gelijk, die zegt dat de Ieren, na hun onafhankelijkheidsstrijd, niet wisten hoe gauw ze de gewoonten van de Engelsen moesten overnemen, zoals de belachelijke sluitingstijden in de horeca en de kommervolle eetgewoonten. Wat we tot nu toe hebben gezien van Ierland lijkt een armoedige kopie van Engeland.

We logeren in een stille buitenwijk, Clontarf, vanwaar we in tien minuten met de bus in het centrum zijn. De landlady is een praatgraag type, in tegenstelling tot die van Greystones. Die liet zich zelfs niet zien, we werden daar bediend door de lieftallige dochters, die wat zwijgzaam waren.

Gisteren gegeten in een zaak die Old Kentucky heet. We hadden het moeten weten, met zo'n naam. Vies vet voer en de helft van de gerechten op de kaart niet in voorraad. We hebben The Good Food Guide bij ons, daaruit kiezen we vanavond een restaurant. Daarna gaan we naar de bioscoop, de nieuwste James Bond-film (Moonraker) zien.

Marion en Thijs hebben, in een oud winkeltje met religieuze boekjes en heiligenbeelden, elk een Maagd Maria gekocht. In zo'n glas waarin het gaat sneeuwen als je het schudt. Relikitsch te over in Dublin. Het wemelt op straat ook van de paters en de nonnen. Het is maar goed dat Marion aan de pil is, want condooms zijn streng verboden.

Maandag, 23 juli:
Dublin
Motregen. Kou. Herbert is met de zoon van de landlady op zoek naar benzine. Door een havenstaking is die moeilijk te krijgen, zeker voor buitenlanders.

Dinsdag, 24 juli:
Dublin
Het vertrek een dag uitgesteld, vanwege de benzineschaarste. Vanmorgen lukte het om vijf gallons te bemachtigen, met een benzinebon van de Tourist Information. We weten inmiddels ook waarom het zo'n troep op straat is. De vuilnismannen staken en als het even wil, beginnen de postbodes aan een stiptheidsactie. Ook weer net Engeland dus.

Gisteren de National Gallery bezocht. Waarschijnlijk het enige museum ter wereld met een patatlucht in de zalen. 's Avonds naar een concert van The Wolfe Tones geweest. Bij de ingang van het concertgebouw strenge controle. Fouillerende agenten, alle tassen open. Een echo van de strijd tussen protestanten en katholieken in het noorden. Ons laten meeslepen door het enthousiasme van het publiek en zelfs gedanst. Napraten in de pub was er niet bij: Groot-Britse sluitingstijden.

De oogst van een dagje boekwinkelen:
Joan Wyatt, A Middle Earth Album. Painting inspired by Lord of the Rings; Maurice Sheely, When the Normans came to Ireland; Nicolas Furlong, King of Leinster and the Foreigners; Arnold Bennett, Buried Alive; Joseph Conrad, Chance; George Pendle, A History of Latin America; George Holmes, Europe: Hierarchy and Revolt 1320-1450; Christopher Hill, The World turned upside down.

Tijdens het winkelen steeds opdringerige, bedelende zigeunerkinderen, gehuld in een soort dekens en soms erg agressief.

Woensdag, 25 juli:
Carrick-on-Shannon
Buiig. Binnen twee minuten een bed & breakfast gevonden boven een boekhandel, annex restaurant. Als aperitief een paar jenevertjes genomen. We zitten nu vrolijk in het restaurant voor de lunch, al stemt de inrichting eerder tot treurnis.

In een pub, The Tavern, in afwachting van de beloofde, levende muziek. Een Duitser zit veel te hard te praten. We drinken Guiness. Na de lunch een uurtje geslapen om bij te komen van eten, jenever en autorit. Onderweg onverwacht nog een paar gallon benzine kunnen tanken, zodat we voorlopig verder kunnen.

Donderdag, 26 juli:
Carrick-on-Shannon
Leuke muziek, gisteravond. Een duo, drummer (matig) en accordeonist/pianist (speelde heel goed). Jammer dat er steeds dronken Duitsers buiten voor de deur stonden te brallen en te zingen.

De menukaarten van Ierse restaurants lijken vooral te zijn gebaseerd op wishful thinking. We hebben nog nergens probleemloos à la carte kunnen bestellen. Altijd was er wel iets toevallig niet in voorraad.


(Wordt vervolgd)

Foto: auteur


Geen opmerkingen: