vrijdag, april 15, 2016

Het zwaard van Damocles







De eerste die aan het begin van de crisis al direct de deuren sloot, was de kleine buurtsuper aan de overkant. Een winkel die nooit goed liep, want de eigenaar was niet bepaald een zakenman. Hij verkocht nogal wat spullen die over de houdbaarheidsdatum waren en ook vaak 'nee,' maar hij was tot laat in de avond open. Dat was handig voor de vergeten boodschap en voor als het bier of de wijn onverwacht op raakten. De volgende was de groothandel in koffie en thee. Daarna sloot de schoenmaker zijn werkplaats, maar dat had weinig met de crisis te maken. Hij ging dood aan een enge ziekte

In de jaren daarna greep het verval meer en meer om zich heen: het café aan de beek, waar je op zomeravonden op het terras kon genieten van het driftige gekwaak van de kikkers; de man die batterijen en lampen verkocht en de timmerman in de Vassiliadesstraat; de kledingzaak van Orfanidis. Soms kwam er een goedkope snackbar voor in de plaats, die niet zelden weer even snel geruisloos verdween. Tot ik zelf het Schrijfhuis en de buurt verliet. Met pijn in mijn hart, maar soms veroorzaakt te lang aan iets vasthouden nog meer pijn.

Iedere keer als ik naar Thessaloniki reis, vraag ik mij af of mijn stamcafé, Loxias, nog bestaat. Ze leiden er een precair bestaan, achtervolgd door schulden en een al dan niet afnemende klandizie, die in ieder geval steeds minder te besteden heeft. Het is nog altijd een schuilplaats voor de alledaagse ellende van de crisis, maar voor hoe lang? Ik drink mijn koffie en kijk naar een paar studentes, die hard aan het werk zijn om hun dromen te laten uitkomen. Ergens ver over de grens, in een ongastvrij en steeds vijandiger Europa.

Foto: auteur



Geen opmerkingen: