Ik
zit met vrienden in café
Jan de Winter aan de Utrechtse Oudegracht. Het café is van 1947,
staat op het raam. De inrichting lijkt echter zo uit de jaren twintig
te komen. Uit de tijd van net na de Spaanse griep. Die eiste meer
slachtoffers dan het geweld van de Eerste Wereldoorlog. Ieder jaar
laat ik mij inenten tegen griep, voor de zekerheid, al groeit het
aantal mensen dat het nut ervan betwijfelt. Niet zelden zijn dat van
die lui die geloven dat je geen kanker krijgt als je maar voldoende
koenjit
door je eten mengt. Waarom zulke gedachten opkomen in Jan de Winter,
is mij niet duidelijk. (De moderne Nederlander zegt tegenwoordig
'helder', alsof bij ieder inzicht een lamp gaat branden, zoals bij
Willy Wortel, de grootste geest uit de Donald Duck op oom Dagobert
na.)
In
de jaren zestig raakte de macrobiotiek
in
zwang.
Vlees noch vis, wel bakken vol onbespoten groente, bergen zeewier en
veel mediteren. Een collega had zich tot dat, uit het immer lokkende,
mystieke Oosten overgewaaide, geloof bekeerd. Het zeewier ontbrak
eraan, maar verder stond zijn tuin vol biologisch geteelde gewassen.
Toen de getalenteerde schrijfster Laurie Langenbach kanker kreeg,
stortte zij zich in de armen van een of andere macrobiotische
zweefgoeroe. Toen dat niet hielp was het te laat. Evenals bij Sylvia
Millecam, die ook het spoor der misleiding volgde.
Volgens
mijn, inmiddels oud-collega, zijn alle pillen en smeersels van de
dokter onderdeel van een complot dat is gesmeed door de
farmaceutische industrie. Daarom verbouwde hij ook geneeskrachtige
kruiden in de achtertuin. Op een dag bleek zijn huis gebouwd op een
laag gifgrond. De hele wijk moest gesloopt, de grond gesaneerd. Mijn
oud-collega, de Willy Wortel van het atheneum, gelooft nog steeds heilig in dat complot.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten