In de bundel femenismo van Joanne Limburg staat een gedicht dat Barton in the Beans heet. In dat gedicht speelt ze met allerlei wonderlijke, Engelse plaatsnamen. U moet het maar eens lezen. De bundel is in het Nederlands uitgegeven door Liverse, maar het Engelse origineel staat erbij, zodat u het beter kunt weten dan de vertaler. Er komen plaatsen in voor als Shouldham Thorpe, Swadlincote, Wigston Parva, Ramsey Mereside en zo nog een aantal bijzonderheden. Bestaan die plaatsen allemaal, vroeg ik mij af. Ja, ze bestaan.
In Nederland kunnen we er ook wat van. In juni ging ik naar de Avond van de Poëzie in Groede (Zeeuws-Vlaanderen). Onderweg kwamen we door Boerenhol. Toen Stella nog leefde, bezochten we met enige regelmaat Domburg. Op de terugweg reden we altijd een rondje om de kerk van Biggekerke en iedereen kent wel Sexbierum of Moddergat. Vlak Kuttingen en Waspik trouwens niet uit. Ook deze plaatsen bestaan. Dat is niet het geval met Lage Zwaluwe.
Lage Zwaluwe is een station waar ik doorgaans aan voorbij zoef, maar sinds de NS in haar wijsheid heeft besloten de meeste intercitytreinen naar Staats-Brabant niet meer in Dordrecht te laten stoppen, zit ik meestal in de boemel als ik naar Breda, Antwerpen of Brussel wil. Sprinter heet die boemel, maar er is weinig sprinten bij, want hij stopt bij iedere molshoop. Ook in Lage Zwaluwe. In de wijde omtrek van dat station zijn hooguit drie of vier bescheiden optrekjes te bespeuren, wellicht van verdwaalde keuterboeren. Het lemma over Lage Zwaluwe in Wikipedia moeten we daarom beschouwen als geraffineerd nepnieuws. De NS is er ingetrapt. De omgeving van station Lage Zwaluwe is vrijwel verlaten en troosteloos. Bijna even troosteloos als het nieuwe station van Breda, dat qua architectuur vooral aan een mortuarium doet denken.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten