zaterdag, augustus 11, 2018

Kees & Lou


                   Het Lou-pad

Op zeven augustus was het honderd jaar geleden dat Kees Buddingh' werd geboren, de dichter wiens voornaam met grote hardnekkigheid foutief wordt gespeld als Cees. Het moet je maar overkomen, dat mensen, die beweren belangstelling te hebben voor je leven en werk, nalaten om even na te gaan hoe je naam moet worden geschreven. Cornelis Buddingh', dat wordt Cor of Kees. Zijn ouders kozen voor de roepnaam Kees. Schrijf je het met een C, dan moet je Sees zeggen, zoals bij Sees Nooteboom. Buddingh' is er heel duidelijk over. Ik citeer:

Een heleboel mensen kunnen, vreemd genoeg, niet tegen initialen in een schrijversnaam. Dat je als C. Buddingh' publiceert nemen ze - bewust of onbewust - ergens niet: die 'C' moet en zal een naam worden - en zo prijk je, zonder dat je het zelf wilt - ja, terwijl je het zelfs helemaal niet wilt - op de meest uiteenlopende plaatsen als ' Cees', een voornaam die ik zelf wel als laatste zou uitkiezen. (In: En in een mum is het avond, blz. 231, 10-01-1973).

Bij de honderdste geboortedag van Buddingh', Dordtenaar bij uitstek en clubdichter van DFC, de voetbalclub die hij zijn leven lang trouw bleef, werd stilgestaan door de Dordtse bibliotheek, samen met het Buddingh'-genootschap. In de Blauwe Kamer van de bibliotheek werden we onthaald op Buddingh'-gebak, Ton Delemarre pleitte er zeer terecht voor een dubbelstandbeeld van Kees Buddingh' en Otto Dicke, die beiden veel meer voor de stad betekenden dan Willem van Oranje, die zonodig met een drollig hondje bij de Berckepoort moet worden neergepoot. Op die plek stond vroeger een pisbak. Misschien kunnen ze die Willem hol maken, zodat hij ook als urinoir is te gebruiken, maar dit terzijde. Wim Huijser vertelde over wat er nog aan Buddingh'-uitgaven is te verwachten, waarna hij ons meenam op een korte Buddingh'-wandeling naar Pictura. Daar had Kees een aantal jaren een werkkamer, naast het atelier van Otto Dicke. Op die werkkamer maakte ik voor het eerst kennis met hem, in februari 1969. In de bar van Pictura, waar vroeger Ton en Nelly van Dalen woonden, in de tijd dat Ton beheerder van het gebouw was, dronken wij op de nagedachtenis van Buddingh'.

Tijdens die borrel werd ik even bevangen door alle herinneringen die voor mij zijn verbonden aan Pictura, aan Kees Buddingh', aan Lou ten Bosch, die in januari op hoge leeftijd is overleden. Buddingh' was een voorbeeld als dichter, Lou ten Bosch, die ik voor het eerst pantomime zag spelen in Pictura toen ik een kleuter was, werd later mijn tekenleraar op de Pedagogische Akademie, met scheepslengten voor de beste tekendocent die ik heb gehad. Lou bleef, evenals Kees, een levenslange inspiratiebron, ook al schreef ik en tekende hij. Ruim een jaar voor zijn overlijden sprak ik hem het laatst, op landgoed 't Waliën in de Achterhoek, waar wij wandelden over het heerlijke Lou-pad dat hij daar had aangelegd en nog steeds onderhield. Kees Buddingh' moesten we veel eerder missen. Hij overleed in 1985, op 67-jarige leeftijd, aan de gevolgen van wat een routine-operatie had moeten zijn. Enkele dagen daarvoor had ik nog bij Kees en Stientje thuis een glaasje whisky gedronken. Binnenkort word ik zelf 67 en hoewel ik niet bang ben uitgevallen, geeft dat best een beetje een angstig gevoel.

Foto: auteur


Geen opmerkingen: