Sinds hij een foto op Facebook heeft gezet van zijn tijdelijke gipsbeen, krijgt hij voortdurend advertenties voor trapliften te zien. Zijn huis is meer dan honderd jaar oud en voldoet aan geen enkele eis voor zelfredzaamheid van thuiswonende ouderen. Een ligbad met douche in plaats van een inloopdouche, geen traplift, een hoge opstap bij de voordeur, overal kleden, geen verhoogde toiletten met beugels en overal dorpels. Alleen de beveiliging is op de moderne tijd afgestemd, met een elektronisch alarm, degelijk hang- en sluitwerk en een camera die iedere ongewenste aanbeller registreert.
Die zelfredzaamheidsdingen zouden nu gemakkelijk zijn, maar hij is geen oudere, slechts een heer van licht gevorderde leeftijd, en waarom zou je voor een paar weken ongemak zo'n investering doen? Hij is dol op zijn Nepalese tapijten. Omdat ze zijn gekocht door zijn vrouw, nog steeds verantwoordelijk voor achtennegentig procent van zijn inrichting, en omdat ze warmte geven aan het interieur. Als er iets is waarvan hij wars is, is het de kale, strakke inrichting die je vindt in veel moderne woningen. Hij is ook wars van moderne woningen. Die gaan na drie jaar al lekken, in plaats van na dertig.
Ooit merkte een bezoekende, jonge dichter op: 'Kijk nou, een jaren zeventig interieur.' De dichter had er weinig benul van. Zijn interieur is tijdloos: negentiende eeuwse stoelen mengen zich moeiteloos met een eethoek van Manou. Ook die eethoek is in strijd met het zelfredzaamheidsgebod: de stoelpoten buigen iets naar achteren. Menig bezoeker is er al bijna over gestruikeld.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten