Warnaar heeft dit jaar geen zin om de kunstkerstboom van zolder te halen en op te tuigen. Ik zet wel wat extra kaarsen neer, denkt hij, en 's avonds kan de open haard aan. Dat spaart gas en elektriciteit. De overheid maant tot spaarzaamheid, de energieprijzen dreigen het volk boven het hoofd te groeien. Het zal wel, zucht hij. Van een bekende kreeg hij informatie toegestuurd over het isoleren van zijn ramen. Hij besluit nog maar even te wachten. Hij is wars van gedoe, heeft zijn huis pas van buiten laten schilderen en het geld groeit hem niet op de rug.
Het zijn de donkere dagen voor kerst. Nat, grijs grafweer. De gemeente probeert de stad wat op te luisteren met feestverlichting, de energieprijzen ten spijt. Warnaar waardeert dat wel, hij is bang dat hij buiten anders zou stikken in chagrijn. Het loopt tegen half vier, de schemer kondigt zich al aan. Hij moet nog wat boodschappen doen, maar wacht al de godganselijke dag tot de weersvoorspelling, droog in de middag, eindelijk bewaarheid wordt. Hij moet vooral dringend naar de slijter.
Hij denkt ineens aan een kerst, heel lang geleden. Hij zat nog op de middelbare school en was wanhopig verliefd op een meisje dat hij niet aan durfde te spreken. Niet met al die puisten en mee-eters. Tijdens die kerst schreef hij een stapel gedichten voor haar. Gedichten die bij zijn eerste de beste verhuizing verloren gingen. Gelukkig maar, denkt hij, er is al genoeg rotzooi in de wereld.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten