De eerste Turkse arbeiders in Dordrecht beschikten aanvankelijk nog niet over een eigen moskee. Hoe het contact tot stand kwam, weet ik niet, maar we woonden nog niet zo lang achter de remonstrantse kerk, toen Turkse arbeiders daar op vrijdag samenkwamen voor het vrijdaggebed. De kerkenraad heette hen van harte welkom. De banken in het midden van de kerk gingen aan de kant, er werden tapijten uitgespreid en na afloop werd alles weer keurig in de oude staat teruggebracht.
Uit respect voor het andere geloof trok mijn vader, de koster, ook zijn schoenen uit als hij over de tapijten liep. Soms sloeg ik het tafereel stiekem gade door een kier van het deurtje boven het klankbord van de preekstoel. Dat deurtje zat in de gang van de kosterswoning, tegenover de zwarte, bakelieten telefoon aan de muur.
Ik herinner me niet hoelang de Turken gebleven zijn, maar op een gegeven ogenblik kregen ze een eigen gebedsruimte en was de kerk weer geheel voor de remonstranten, de meest verdraagzame gelovigen in het christendom. De 'refo's' spraken minachtend over een 'water en melk kerk'. Die zouden geen islamiet ooit toestaan in hun kerk te bidden. Daar mochten vrouwen begin jaren zestig niet eens broeken dragen. Die zouden de Heere een gruwel zijn.
Het was de eerste kerk waar homo's konden trouwen. De kerkenraad werd een tijdje voorgezeten door een transgender. Er heerst geen spoor van de haat die uit het Witte Huis walmt. Dezelfde haat die ze ooit koesterden in een Berlijnse kanselarij.
Foto: auteur


Geen opmerkingen:
Een reactie posten