Thessaloniki is een stad waarin voortdurend gebouwd en verbouwd wordt. In de afgelopen achtendertig jaar dat ik hier deels woon, eerst in Ano Toumba, nu in Ano Polis, heb ik zelden een week meegemaakt dat niet ergens iemand - vaak op uiterst irritante manier - met een drilboor in de weer was, met een machine om tegels te snijden of gewoon met een krachtige hamerslag. Het is vaak noodzakelijk, zeker in een stad die stamt uit 315 v. Chr. en die vanaf het einde van de Eerste Wereldoorlog door allerlei oorzaken een gigantische groei heeft meegemaakt, maar toch.... al dat geklop en geboor wordt weleens vermoeiend.
Waar je hier ook voortdurend door wordt opgeschrikt zijn roekeloze adspirant zelfmoordenaars op motoren en scooters die als dwazen door het toch al chaotische verkeer slalommen om de vele, in de laatste jaren met honderden toegenomen maaltijdbezorgers niet te noemen. Een vrij recent verschijnsel zijn de elektrische steps die zich in het verkeer voegen en ook het aantal fietsers neemt toe, evenals de populariteit van de mobiele telefoon tijdens het deelnemen aan het verkeer.
Toch is Thessaloniki een aangename stad om te verblijven. De zelfde automobilist die je al toeterend en gebarend van de weg probeert te rijden blijkt als ober, winkelier, of gewoon huisvader aan wie je de weg vraagt niet zelden een beminnelijke en behulpzame man. Een verschil met Athene, waar het chagrijn aanzienlijk groter is dan in Thessaloniki. Het helpt natuurlijk dat ik de taal spreek, maar ook bezoekers die dat niet doen kunnen meestal rekenen op een vriendelijk woord.
Ondanks de al jaren durende economische malaise bruist de benedenstad en hoewel veel midden- en kleinbedrijf tijdens de covidramp of al daarvoor is gesneuveld, duiken steeds weer ondernemende Grieken op die een nieuw café, restaurant of wie weet wat voor winkel openen. In de Isavron, tegenover het pand waar vroeger Loxias (boekwinkel en prachtig kafeneion) was gevestigd, een zaak waar ik veel troost vond na het overlijden van Stella, is nu weer een zaak in tweedehands boeken gevestigd. In de Kastritsiou drijven Rita en Sofia, die vroeger in Loxias werkten, het kleine, maar karakteristieke kafeneion Odysseas, met zijn bijzondere en voortreffelijke keuken. Ik heb er deze week weer eens met veel genoegen gegeten.
Wat ook helpt is dat Thessaloniki een studentenstad is met onder meer de Aristoteles Universiteit, de grootste van het land. Dat houdt het bruisende er eveneens in. We zijn aan het begin van het academisch jaar en dat merk je door al die jongelui die zich in de stad verzamelen. Ik sjok daar als pensionado op licht gevorderde leeftijd tussendoor met al mijn herinneringen, vooral aan de tijd met Stella hier. Zij met wie weet wat voor toekomstverwachtingen. Ik hoop vooral dat die uitkomen, wat in deze verziekte wereld met een oorlog in Oekraïne, een genocide in Palestina, de ellende in Soedan en een halfzachte narcist aan het hoofd van het (nog heel even) machtigste land van de wereld geen vanzelfsprekendheid meer is.
Foto: auteur


Geen opmerkingen:
Een reactie posten