Gisteravond waren we bijeen met de Dordtse dichterskring. Op het Nieuwkerksplein. Daarom hadden we afgesproken om over het thema 'kerk' te dichten. In deze geseculariseerde tijd niet het inspirerendste onderwerp. Ik kwam niet verder dan het opgraven van een vers uit 1986. Misschien niet mijn briljantste gedicht, maar een waarvan ik vind dat het nog steeds 'staat,' dat ik er nog altijd mee voor de dag kan komen:
Remonstrantse kerk Dordrecht
Wij woonden bij de kerk.
Ik zag er als kind mysterieuze gewelven,
achter orgelpijpen een geheime hemeldeur.
De torenkamer – uiteraard – een
spookhol, nu verschrompeld
tot een bergplaats voor oud hout.
De toren zelf vol dode vliegen.
Boven de trans, vanwaar wij
argeloze krantenjongens
bekogelden met kiezels.
's Zomers koelte en straatgeluiden
gedempt door muren van solide steen.
Kleurrijke ramen filterden plechtig licht.
Op zondagen wekte ons het orgelspel
dat opriep tot geloof.
Voor even verdween daarmee mijn luchtkasteel.
©Kees Klok
Dordrecht, 1986
3 opmerkingen:
Echt briljant gedicht Kees..
Dank je, maar waarom anoniem, Anoniem?
Mooi, zo'n "gouwe ouwe"
mag best wel eens, hij blijft inderdaad sterk!
Groet, Marja
Een reactie posten