Vandaag Rebel & dame, de biografie van Top Naeff door Gé Vaartjes uitgelezen. Top Naeff, van wie ik weinig méér wist dan dat ze een Dordtse schrijfster was die door onze leraren werd doodgezwegen en naar wie in Dordrecht geen straat of plein is vernoemd. In nogal wat steden, waaronder Amsterdam en het nabije Gorinchem, vind je een Top Naeffstraat, maar hier kon er voor deze ereburgeres zelfs niet zo'n miserabel achterafpleintje af als waarmee Kees Buddingh' werd afgescheept. Dat is merkwaardig, want uit de biografie blijkt, zoals Vaartjes in zijn nawoord schrijft, 'dat Naeff in haar eigen tijd een andere plaats in het literaire spectrum had dan wij nu menen te weten.' In plaats van een wat deftige mevrouw die dikke, maar weinig belangwekkende damesromans schreef, wat tot nu toe mijn associatie met Top Naeff was, was zij een gerespecteerd en gewaardeerd romanschrijfster (ook in de ogen van Ter Braak, volgens Vaartjes, al vermelden de handboeken dat niet) een formidabel toneelcritica en een getalenteerd schrijfster van korte verhalen. Ze bewoog zich tot haar vijfenzeventigste verjaardag ook vol energie in het literaire leven, zowel in Nederland als in Vlaanderen. In haar latere jaren was zij de grand old lady van de Nederlandse letteren. Wij bezien haar tegenwoordig meestal alleen nog maar als de schijfster van School-Idyllen. Dat en 'de hardnekkige, ongenuanceerde associatie met 'dikke' damesromans,' aldus Vaartjes, 'heeft ertoe geleid dat Top Naeff in literair-historisch opzicht doorgaans badinerend behandeld wordt.'
Rebel & dame is een, in mijn ogen geslaagde, poging de beeldvorming over Top Naeff te nuanceren en te corrigeren. Vaartjes doet dat in een boeiende levensbeschrijving, die tegelijkertijd een interessant tijdsbeeld oplevert. Daarmee heeft hij ook bereikt dat ik mij binnenkort naar de Dordtse bibliotheek zal spoeden om het werk van Naeff te gaan lezen, want ik wil hem graag geloven, maar net als Top Naeff vorm ik het liefst mijn eigen mening. Makkelijk moet Vaartjes taak als biograaf niet zijn geweest, want zij heeft nogal wat van haar correspondentie vernietigd of laten vernietigen. Zo ging ondermeer de briefwisseling met de acteur Willem Royaards, voor wie zij heimelijk hartstochtelijke gevoelens koesterde, verloren. Zoiets te lezen stemt de historicus en liefhebber van ego-literatuur in mij droef. Mocht ik ooit van iemand het verzoek krijgen om na zijn of haar dood brieven, dagboeken of memoires te verbranden, dan zal ik dat zeker niet doen, al begrijp ik bijvoorbeeld wel de zorg van schrijvers over hun reputatie, als je ziet dat sommige biografen in misplaatste ijver menen iedere snipper uit de prullenbak van hun onderwerp te moeten publiceren.
Ik heb Rebel & dame onvermijdelijk gelezen met de ogen van een Dordtse schrijver. Dat Dordtse schrijverschap hebben Top Naeff en ik in ieder geval gemeen. Haar achtergrond is echter heel anders dan de mijne. Die van haar de zeer gegoede burgerij, die van mij de middenstand, hoewel ik een schout van 's-Gravendeel onder mijn voorvaderen van moeders kant kan rekenen. Toch zijn er allerlei draden die ons verbinden. Lange tijd woonde ik in de Cornelis de Wittstraat, pal om de hoek, in de Johan de Wittstraat staat het huis waar Top Naeff vele jaren woonde. Nu zetelt mijn notaris er. Bij zijn voorganger ondertekenden wij in november 1971 de stichtingsakte van Bobby Kinghe. Haar naaste familielid, huisarts Vriesendorp was een bekende van mijn ouders (en de huisarts van een van mijn beste vrienden), mijn vaders halfzus was een goede vriendin van Anna Blaman, die weliswaar niet stevig bevriend was met Top, maar haar wel kende en door haar werd gewaardeerd. Dit is natuurlijk allemaal heel erg vergezocht, maar we staan elkaar nader dan ik ooit had kunnen bedenken, al was het alleen al doordat zij kennis had aan en waardering voor de jonge Kees Buddingh' en ik in zijn laatste jaren bevriend was met de oude. Letterlijk één handdruk van elkaar verwijderd. Dat elkaar nabij staan geldt echter ook voor haar haat-liefde verhouding met het provinciale Dordrecht, waaruit zij met grote regelmaat even wegvluchtte naar Amsterdam, zoals ik dat doe naar Thessaloniki. In haar latere jaren werd zij milder voor Dordrecht en begon de liefde de haat te overvleugelen, kreeg zij meer oog 'voor de atmosfeer en schoonheid van haar geboortestad,' zoals Vaartjes schrijft. En dat ervaar ik precies zo. Na een tijdje in Griekenland begint Dordrecht te trekken en als ik op een mooie dag door de stad loop voel ik mij prettig thuis, al maken alle herinneringen die er liggen mij vaak weemoedig.
Ik was nog geen twee, toen Top Naeff in 1953 overleed. Voor mij was ze een gevelsteen op de Nieuwehaven, waar haar geboortehuis staat. School-Idyllen las ik nooit, dat was immers een meisjesboek. In het handboek dat wij op de middelbare school gebruikten, de tweedelige 'Lodewick,' worden ruim twee pagina's aan haar gewijd, grotendeels gevuld met een verrassend fris citaat, nu ik het eindelijk lees, uit Letje. Onze docenten besteedden geen aandacht aan Top Naeff. Dat is achteraf bezien vreemd, want als we Vaartjes mogen geloven, zou haar rebelse geest wel enigszins hebben gepast bij de jaren zestig, hoewel de dame in haar die tijd misschien zou hebben verworpen. Ik ga Top Naeff maar eens ontdekken, met dank aan Gé Vaartjes, en wie weet komt ook die straat er eerstdaags wel.
2 opmerkingen:
Ik ken alleen 'Schoolidyllen' van haar, maar dit maak me erg benieuwd naar haar leven en naar deze biografie. Ik houd nogal van biografieen en deze komt zeker op mijn lijstje 'nog te kopen'.
Ik kan je zeker aanraden deze biografie te lezen.
Een reactie posten