Er gaat in
Dordrecht rond dat ik 'kandidaat-stadsdichter' zou zijn, voor als de
regeringsperiode van de huidige stadsdichter, Marieke van Leeuwen,
zou zijn afgelopen. Het is een vreemd gerucht dat nergens op berust.
Ik ben geen kandidaat-katholiek, geen kandidaat-notaris, geen
kandidaat-predikant en ook geen kandidaat-stadsdichter. Wel ben ik
kandidaat-minnaar van een beeldschone miljonairsdochter met een grote
fascinatie voor mijn poëzie, die met mij wil verkeren zonder mij
ooit tegen te spreken. Ze heeft betoverend rode haren, als een
edelvrouwe uit een Arthurroman, maar haar ouders maken bezwaar en ze
wil niet worden onterfd. Zij is dus onbereikbaar en daardoor een bron
voor poëzie, maar niet de poëzie die van een stadsdichter wordt
verwacht.
Lang geleden
was er in de stad Dordrecht een burgemeester die vond dat er iets
voor de ter stede wonende dichter Jan Eijkelboom moest worden gedaan.
Iets om hem te eren, maar waar hij ook in materiële zin wat aan zou
hebben. Hij kreeg het voor elkaar dat Jan werd benoemd tot
stadsdichter voor het leven. Een taak die hij vele jaren nauwgezet
heeft vervuld. Niet alleen werkte hij mee aan vele gemeentelijke
projecten, maar hij spande zich ook erg in om de belangstelling voor
literatuur en vooral de poëzie in Dordrecht te bevorderen. Zo is hij
de oprichter van de Dordtse Dichterskring, waarvan ik nog steeds met
veel genoegen lid ben. Jan kon je als stadsdichter met recht een
'gouden man' noemen.
Na zijn
overlijden werd hij opgevolgd door Marieke van Leeuwen, waarmee
opnieuw de juiste persoon op de Dordtse stadsdichterstroon kwam. Dat
blijkt uit de vele activiteiten die zij ontplooit. Zij werd echter
voor een beperkte periode (vier jaar) benoemd en voor een jaarlijks
bedrag dat bijna 75% lager is dan wat de eerste stadsdichter kreeg.
De manier waarop zij werd benoemd was een aanfluiting, waarop ik
indertijd ernstige kritiek had. Die ga ik niet herhalen. Wie is
vergeten hoe het met dat onnozele verkiezingscircus zat, gaat het
maar nazoeken bij het Stadsarchief.
Het is te
hopen dat een dergelijke farce niet wordt herhaald. Het is te hopen
dat er na Marieke sowieso een stadsdichter wordt benoemd. De overheid
meent de teruggang van de economie, tegen het advies van veel
economen, te moeten bestrijden met bezuinigingen. De eerste
maatschappelijke sector die dan in beeld komt, is cultuur. Om de
waarde van kunst en cultuur te begrijpen moet je over enig verstand
en een zekere beschaving beschikken. Dat is niet iedereen gegeven.
Komt er een opvolger voor Marieke van Leeuwen, dan wil ik de gemeente
wel ter zake adviseren. Dordrecht
ken ik door en door. Ik heb als dichter en als poëzieredacteur
bij een uitgeverij een beetje verstand van poëzie. Na zesendertig
jaar in het onderwijs heb ik ook enige mensenkennis vergaard. Ik zou
de kandidaat-stadsdichter eigenlijk nu al kunnen bekendmaken, maar ik
loop niet graag op de zaken vooruit.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten