donderdag, december 06, 2012

Gefaald


Op de radio hoor ik mijn oud-leerlinge Sadet Karabulut. Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij spreekt over de armoede in Nederland en betrekt daar ook de geschiedenis bij. Dat heeft ze in eerste instantie bij mij geleerd, denk ik. Uiteraard heeft ze er daarna nog het een en ander bij geleerd. Ze klinkt als een verstandige vrouw. Toch is zij lid van een partij waarin zich gevogelte van velerlei pluimage heeft verzameld, waaronder voormalige aanhangers van de toenmalige CPN, de communistische kerk van Nederland. Toen die partij nog bestond kende ik een Dordts echtpaar dat een prominente positie innam in de plaatselijke afdeling. Aardige mensen in de omgang. Ze deden iets in het opbouwwerk, hoe moest je anders zending bedrijven als communist? Toen de man ontslagen werd, of zich de WAO in sjoemelde, daar wil ik vanaf zijn, gingen zij terstond scheiden en lieten hun huis officieel splitsen. Hij ging in het ene deel wonen, zij in het andere. Zo kon hij een hogere uitkering krijgen. Van het aldus vergaarde kapitaaltje kochten ze later een huisje in een zuidelijk, katholiek land, waar zij dromen van oom Stalin.

Zij zijn ongetwijfeld niet de enigen die zo hun levensgeluk bevorderden. Ooit hadden wij een, ook al aardige, postbode met een frequent rugprobleem als buurman. Daarvan genas hij het beste als hij her en der klusjes deed. Zo vernieuwde hij bij ons de elektrische leidingen. U kunt dat lezen in mijn verhalenbundel Op koers. Minder aardig vond ik dat hij, toen hij een paar stukken plastic buis tekort kwam, mijn hoelahoep als aanvulling gebruikte. Een hoelahoep zie je nog weleens een enkele keer in gebruik bij bijna blote meisjes in zekere uitgaansgelegenheden, wat tot mooie gedachten kan leiden, maar dit terzijde.

Die voormalige communisten in de partij van mijn oud-leerlinge zijn inmiddels misschien wel bekeerd tot brave democraten, wie zal het zeggen, maar dat politici van die club hun salaris in de partijkas moeten storten, om dan van de partij een bescheiden loontje te ontvangen, vind ik een beetje eng. Dat is een soort moralisme, een soort van heilig boontjesgedrag, waartegen ik een instinctief wantrouwen koester. Het zou weleens kunnen, ik weet het niet, maar ik vermoed het, dat er veel anti-rookfanaten in die partij zitten. Van die ordinaire verbieders. Ik heb het niet zo op dat intolerantievolkje. Voor de oorlog kon mijn grootvader eigenlijk niet met goed fatsoen op de SDAP stemmen, vanwege het heulen met de Blauwe Knoop, die hem zijn zuurverdiende borrel wilde afnemen. Ik vind de partij van Sadet ook weleens een tikje te populistisch, bijvoorbeeld als het over Griekenland gaat. Daarom stem ik toch maar op een belendende partij, waarin overigens ook enkele verstandige oud-leerlingen van mij zitten, niet in de Kamer, maar wel in de staten van Zuid-Holland en in onze eigen gemeenteraad. Ik ben wel een beetje trots op Sadet en die andere oud-leerlingen. Mijn grote angst is, dat ik er ooit eentje ontdek bij de PVV. Dan heb ik als leraar echt gefaald.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: