Op mijn
homepage heb ik ooit een aantal citaten van schrijvers gezet. Stella
voegde er een aantal aan toe van Grieken die ze had vertaald. Ik zou
de collectie eens moeten bijwerken, maar het is net als met het
opruimen van de vliering, het komt er maar niet van. Nu en dan noteer
ik nog weleens een uitspraak uit een boek of tijdschrift. Meestal uit
een dagboek. Die vormen de rijkste bron van citaten. Ze staan in een
schriftje te wachten op hun plaats op het internet. Als de zon een
flinke magnetische storm op ons loslaat gaat het hele internet
misschien wel in één
keer naar de bliksem. Dan keren we terug naar de pen, het papier en
de postbode. Gelukkig heb ik dan dat schriftje nog. Tenzij er brand
uitbreekt of het bezuinigingsgeloof van degenen die wij knarsetandend
toestaan ons te regeren, leidt tot verwaarlozing van de dijken. Dan
loopt het land onder. Mijn goede vriend G., die op de Hondsrug woont,
ontspringt de dans. Zijn erf verandert in een strand, waarop hij
ligstoelen zet voor ramptoeristen. Baden in zee in Drenthe, het enige
stuk Nederland zo'n beetje dat samen met de Veluwe, Limburg en een
hapje Brabant boven water uitsteekt. Voor de optimistische futurist
is er ook nog de mogelijkheid van een flinke meteoriet. Een paar
knallen en weg is de Randstad. In plaats van het laatste oordeel het
laatste vuurwerk.
'We
hebben een mooie toekomst achter ons,' schreef iemand mij, 'en ik ben
blij geen kinderen te hebben.' Ik weet dat zo net nog niet. Als je
oud en der dagen zat bent en je hebt je huis en je laatste
spaarcenten opgegeten, wie moet dan je kont afvegen als je de
wijkzuster niet meer kunt betalen? 'In dit land word je verzorgd van
de wieg tot het graf.' Ik hoor het mijn moeder nog zeggen, ergens in
de jaren '60 van de vorige eeuw, toen de resultaten van de
wederopbouw een glanzende toekomst beloofden. Ondertussen werd de
generatie geboren van misleide sekteleden die achter de hogepriesters
van de hedgefunds en het neo-liberalisme aanloopt. Ik ben een
onverbeterlijke optimist. Ik kijk naar al die opgewekte studentes in
Loxias met hun inspirerend korte rokjes en denk: in Griekenland
is het écht
crisis, maar die jongelui laten zich niet kennen. De jeugd is per
definitie onbezorgd en opa Klok, in zijn hart ook nog maar
drieëntwintig, neemt daar graag een voorbeeld aan.
'Men
kan beter aan de heidenen overgeleverd zijn dan aan de gelovigen.'
Een citaat van C. Buddingh' op mijn homepage. Buddingh' schreef wel
meer verstandige dingen in zijn dagboeken, al wil W.F. Hermans ons
anders doen geloven. Hij groeide op in de crisis van de jaren '30,
toen ook mijn moeder jong was, een meisje uit Loxias. Zo'n crisis
mocht nooit meer gebeuren, werd na de Tweede Wereldoorlog beslist.
Geschiedenis is allang geen verplicht vak meer en de mensheid heeft
een kort geheugen. Ik heb geen kinderen. Ik vraag mij af welk meisje
later, uit liefdadigheid, mijn kont afveegt.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten