Ik ben geen
activist. Ik heb een hekel aan het meelopen in demonstraties. De
enkele keer dat er niet aan te ontkomen viel, met de onderwijsvakbond
tijdens een of andere staking, ontsnapte ik meestal zo snel mogelijk
naar een kroeg, om mij na afloop weer bij de club te voegen. Het
belachelijke petje dat je bij zo'n gelegenheid geacht wordt te
dragen, heb ik nooit opgezet. Een eigenaardigheid van het Nederlandse
protestwezen: denken dat je eerder serieus wordt genomen als je je
uitdost als de dorpsgek.
Uiteraard
heb ik mijn jeugdzonden gehad. Toen ik zestien was deed ik met kerst
mee aan een hongerstaking van 48 uur om een betere wereld te
bewerkstelligen. Ik schrijf daar over in mijn verhalenbundel IJzeren
logica. Een aardige belevenis en in ieder
geval geen demonstratie met malle hoofddeksels. Enig aantoonbaar
effect op het wereldgebeuren heeft het niet gehad, geloof ik.
In 1968,
toen de Russen Tsjecho-Slowakije binnen vielen, hebben we spontaan
met een man of vijftien gedemonstreerd op het Scheffersplein en in
diezelfde tijd hebben we, meen ik mij te herinneren, in onze
hoedanigheid als provinciale provo's met een groepje eens een ijsco
op het bronzen hoofd van Cornelis de Witt gedrukt. Tenslotte heb ik
ook een keer, ik zal zeventien of achttien zijn geweest, op 1 mei met
een schamel ploegje achter een rode vlag door Dordt gelopen. Ik geef
het zomaar toe. Ik was met een paar vrienden die lid waren van een
sektarisch genootschap dat Socialistische Jeugd heette en dat onder
leiding van een zekere Lodewijk de Waal nu en dan wat ketelmuziek
maakte, als men niet bezig was elkaar onderling de tent uit te
vechten. Je wil als onbezonnen jongeling ergens bijhoren. Toen ik mij
na die vlaggenmars meldde als aspirant lid werd ik echter afgewezen.
Ik had als jongen van dertien ooit eens op een schoolfeestje geroepen
dat ik boer Koekoek wel grappig vond en was daarom 'politiek
onbetrouwbaar.' Ik vind boer Koekoek eigenlijk nog steeds een stuk
grappiger dan Lodewijk de Waal.
'In elke
buitenparlementaire actie schuilt een kern van fascisme,' schrijft C.
Buddingh' in zijn dagboek. Dat is misschien een tikje te zwart
gezien, maar wel koester ik een instinctief wantrouwen tegen
idealistische clubjes. Te vaak zijn ze behept met het opdringerige en
intolerante gedrag van missionarissen. Voor je het weet heb je met
een schietgrage fanaat te maken, of moet ik op de fiets naar mijn
Griekse Schrijfhuis in plaats van lekker met het vliegtuig. Toch, als
de keuze is tussen het rauwe kapitalisme van de hedgefondsen, de wapenindustrie, de houtkap in het tropisch oerwoud, de
bioindustrie, corporate America, de bovenbazen van het IMF en zo nog
wat verziekende ellende of Green Peace, de World Naked Bike Ride, het
Wereld Natuurfonds of desnoods Milieudefensie, dan kies ik voor wat
misschien iets meer kans biedt op een leefbaarder wereld. Vraag mij alleen
niet er de straat voor op te gaan. Ik heb zo al twijfels genoeg.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten