Mirovolos
Smyrni is een van de aardigste restaurants
van Thessaloniki. Het is te vinden op de overdekte markt van Modiano,
ingang Komninonstraat, en ziet er niet uit. Schamel en vervallen,
maar overvloedig gedecoreerd met foto's van alle beroemdheden die het
ooit bezochten. Er wordt altijd mooie rebetica of laïka
ten gehore gebracht en de keuken is bepaald goed. Als ik er ga eten
word ik ontvangen als de verloren zoon en moet ik beslist de keuken
in om mijn keuze te maken. Ik ben niet echt in Thessaloniki geweest
als ik niet een keertje bij Mirovolos Smyrni heb gegeten. Vandaag at
ik er zouzoukakia
(gehaktrolletjes) uit Smyrna met een rijke rauwkostsalade en een
schaal dolmades. Die schaal was van de zaak.
De zon
scheen toen ik ging eten. Na afloop regende het een beetje. Ik vraag
mij altijd af waar ineens die zee van paraplu's vandaan komt, zodra
er een spatje regen valt. Ook als het buitje niet werd verwacht. De
mensen lijken nogal bang te zijn voor een paar druppels water. Het is
alweer droog, maar nog steeds deinen er geopende paraplu's langs het
terras waarop ik inmiddels ben gaan zitten. Ze worden bijna
uitsluitend gedragen door vrouwen en meisjes. Ik moet denken aan mijn
moeder en tantes. Die hadden altijd een regenkapje van doorzichtig
plastic bij zich op de fiets. Bij de eerste regendruppels werd dat
als een soort hoofddoek omgedaan om het permanentje te beschermen.
Dat was geen gezicht. Ik wilde er als kind dan even niet bijhoren. De
grijze mantelpakjes die toen in de mode waren vond ik ook niet om aan
te zien. Dat je smaak verandert blijkt uit het feit dat ik
tegenwoordig wel kan genieten van een dame in zo'n strak afkledend
pakje.
Grieken
lopen niet graag in de regen. Veel houden helemaal niet van lopen.
Het verbaast mij iedere keer weer dat (ook jonge) mensen de bus nemen
om één
of twee haltes verderop alweer uit te stappen. Zo'n fluteindje loop
je toch? Geen sprake van. Lopen is uit den boze, zeker als je een
auto hebt. Wat met de auto kan, zal met de auto. Ook sigaretten halen
bij de kiosk honderd meter verderop. Het zijn net die moeders in
Dordrecht, die twee straten bij mij vandaan wonen, maar toch hun
kinderen met de auto afleveren bij de school aan de overkant. Het zou
wel toeval zijn als die allemaal daarna door moeten naar hun werk,
ergens een eind buiten de stad.
Omdat het
openbaar vervoer in Thessaloniki ontoereikend is en de auto ondanks
de crisis populair, is er een geweldig parkeerprobleem. Dat wordt
verergerd doordat er van enig sociaal voelend en gedisciplineerd
parkeergedrag geen enkele sprake is. Je zet de auto neer waar het jou
uitkomt, anders moet je te ver lopen. Als dat op een trottoir, een
straathoek of een zebra is, of dubbel in een smalle straat, zodat de
bus moet wachten tot je je boodschap hebt gedaan, dan is het 'jammer
dan.'
Bijna alle
flatgebouwen hebben een lift. Die geldt als eerste levensbehoefte. Ik
kan mij voorstellen dat je die neemt als je op vier of vijf hoog
woont, maar waarom mijn zwagers nooit die twee trappen naar mijn
verdieping nemen en wel altijd de lift, ontgaat me. De ene is
gymnastiekleraar en volleybalcoach, de andere atletiektrainer en
voormalig Grieks kampioen tienkamp.
Er lijkt
langzamerhand toch iets te veranderen. Je ziet steeds meer fietsers,
ook al is fietsen levensgevaarlijk in het chaotische verkeer. De
fiets lijkt in opkomst. Hij vraagt geen dure benzine en is
gemakkelijk te parkeren. Of de fiets echt een succes wordt in dit
land van bergen en steile hellingen, weet ik niet. Ik zie mezelf nog
wel de heuvel van Ano Toumba af freewheelen, maar er 's zomers met
vijfendertig graden weer tegenop fietsen? Het alternatief is een
overvolle, stikhete bus. Of een auto
kopen.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten