Zondag,
5 april 2009:
Nicosia
Gisteravond
met een broodje zalm, een glaasje wijn en de pijp tot kwart voor elf
gelezen in de bar. Er zaten een paar zwaar getatoeëerde types met twee
meiden die zo uit een pornofilm waren weggelopen: ultra korte rokjes,
knielaarzen met stilettohakken, nietsverhullende decolletés. Alleen
de handboeien en de zweepjes ontbraken. Ik bleef stoïcijns doorlezen
en roken.
Het
gekerm dat met regelmatige tussenpozen over de stad is te horen komt
van de imams, die de oproep tot gebed krachtig elektronisch versterkt
laten uitgaan van de minaretten. Ik werd er vanmorgen om vijf uur
wakker van, maar sliep daarna direct weer in.
Wat
is die zonnebrandcrème stroef, dacht ik, toen ik het op mijn gezicht
smeerde. Bleek dat ik de tandpasta had staan uitknijpen.
Maandag,
6 april:
Nicosia
'Wat
vermoeid.' Na een lang bezoek aan bezet Cyprus nog een fors programma
in het hotel. Introducties, lezingen, discussie. Daarna mooie
Cypriotische liederen door leerlingen van een muziekschool. Ik
herkende veel, dacht aan Stella, raakte ontroerd. Beeldschone
meisjes, een engelenkoor. Daarna een maaltijd met veel wijn en
vervolgens doorgezakt. Werd midden in de nacht wakker. Op bed, met
mijn kleren nog aan.
Het
kasteel van St. Hilarion was spectaculair, vooral het uitzicht over
de pas en over de zee richting Turkije. Kyreneia viel wat tegen. Een
schilderachtig haventje, maar te veel eentonige, saaie nieuwbouw.
Dankzij Britse projectontwikkelaars die onbekommerd bouwen in bezet
gebied, veroordelingen door het Europese Hof ten spijt. Bellapais,
waar we een uitstekende lunch hadden, was even romantisch als ik me
bij het lezen van Durrell's Bitter
Lemons
had voorgesteld. Je voelde er de geschiedenis. In St. Hilarion ook.
In het Venetiaanse kasteel van Kyreneia iets minder, door de knullige
tentoonstelling die de Turken er hebben ingericht.
De
voorzitter van de Turks-Cypriotische lerarenbond haalde scherp uit
tegen de Turkije. 'Vergeet u niet dat wij in een bezet land leven,'
begon hij zijn toespraak. Ik had die opmerking eerder uit
Grieks-Cypriotische hoek verwacht.
Tijdens een gesprek met onze
(Turks-Cypriotische) gids (leraar Engels) verzuchtte hij: 'Ons probleem is al dat
achterlijke volk, uit de diepte van Anatolië, dat door Turkije op
Cyprus is gedumpt.'
Dinsdag,
7 april:
Nicosia
Mijn
darmen spelen op, net als afgelopen zomer op Athos, zij
het minder heftig. Het water in Bellapais? De sloot wijn zondagavond?
De rauwkost? De sterke afkoeling 's avonds? Gisteren een veel te vet
Engels ontbijt genomen, dat kan het ook zijn. Ben zo vooruitziend
geweest om pillen mee te nemen. Na twee of drie ben ik meestal weer
het ventje.
Even
de e-mail bekeken. Een leuk en opbeurend bericht van Annemarie.
Gisteren
een boeiende, maar vermoeiende dag in het Ledra Palace, hoofdkwartier
van de VN. Het voelt wel goed als je aankomt en zo'n schildwacht je
groet. Veel presentaties, te veel eigenlijk, maar allemaal van heel
behoorlijk niveau. Wat opviel was de goede wil en vastbeslotenheid
van de Turks-Cypriotische sprekers om tot een hereniging van het
eiland te komen, maar dit zijn wel allemaal progressieve, sociaal
voelende en vredelievende mensen. Er lijkt geen enkele
rechts-nationalistische griezel aanwezig. In die kringen, aan beide
kanten van de demarcatielijn, wordt een conferentie als deze met
afschuw bekeken.
De
wereld is deze week weer erg klein. Chrysa Tamisoglu uit
Thessaloniki heeft college gelopen bij mijn vrienden Dimitris
Charalambous en Sofronis Hatzisavvidis. Jon Ingi Sigurbjornson uit
IJsland blijkt de beste vriend van mijn kamergenoot aan de
Universiteit van Minnesota, Ragnar Sigurdson. Nog even en ik kom
verre familie tegen.
De
lunches en koffiepauzes zijn meestal in het fraai gerestaureerde
Chateau Status, in de bufferzone, tegenover het Ledra Palace. Achter
het Ledra de kazerne van het Britse VN-contingent. Pal ernaast de
Griekse ambassade. De sfeer lijkt ontspannen. Als je het bezette
gebied in wil wordt er door de Turks-Cyprioten gecontroleerd en krijg
je een briefje met een stempel. Bij de doorgang naar vrij Cyprus
zitten ze meestal aan de koffie en laten ze je ongehinderd door.
De
avondmaaltijd was in Noord-Nicosia, op de achtste verdieping van een
hotel. We liepen er heen via de doorgang in de Ledrastraat. Vanwege de
darmen weinig gegeten, maar des te gezelliger zitten kletsen met
tafelgenoten uit Coïmbra, Enschede en Frankfurt.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten