Onlangs
noemde een trainer in Voetbal International de ontwikkelingen bij een
van de belangrijkste eredivisieclubs 'één
grote komedie.' Hij had daarbij flinke kritiek op een bobo die ooit
zijn eigen trainer was. Een soort vader-zoon situatie. Ik moest even
denken aan dat mooie verhaal uit de oudheid, waarin prins Oedipus,
zonder dat hij het zelf door had, zijn vader om het leven bracht.
Nee, het is geen moord en doodslag in de voetbalwereld, al is er
altijd wel ergens heisa, maar het gaat mij om dat woord komedie. Dat
kan zowel blijspel betekenen, een toneelstuk waarom we lekker kunnen
lachen, of schertsvertoning, gedoe dat niet serieus te nemen valt.
Die trainer bedoelde ongetwijfeld het laatste. Het blijspel is een
gewaardeerde vorm van theater.
Voetbal
heeft ongetwijfeld veel van theater. Je hebt een toneel (het veld),
acteurs (de spelers) en een regisseur met zijn helpers (de trainer en
de technische staf). Wij supporters vormen het publiek. Net als bij
het theater genieten we van een mooie scene, of we voelen ons bekocht
als de acteurs er een potje van maken en een slecht stuk op de
planken (het kunstgras) zetten. In een klassiek theater is het niet
gebruikelijk dat het publiek op luide toon meeleeft met een
toneelstuk. Dat was wel anders in de tijd van Shakespeare. Daar werd
fanatiek meegeleefd, zeker door de toeschouwers op de staanplaatsen,
waarbij het regelmatig tot knokpartijen kwam.
Knokken
doen we niet meer op de tribune, we zijn geen zestiende eeuwse
toneelhooligans, maar het is duidelijk dat voetbal het broertje is
van het theater. Er wordt een groot publiek mee vermaakt en het is
zonder twijfel een deel van onze cultuur. Daar wringt hem echter een
beetje de schoen. Het is vanzelfsprekend dat de overheid in de
portemonnee tast om allerlei vormen van theater mogelijk te maken. In
Dordrecht is in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de renovatie
van Kunstmin en in het Energiehuis, om twee voorbeelden te noemen. Ik
vind dat terecht. Dordtenaren hebben recht op die mooie theaters en
wat daarin gebeurt. Helaas, die andere tak van de cultuur, voetbal,
moet het maar zelf uitzoeken. In dat charmante, maar niet helemaal
van deze tijd zijnde stadionnetje aan de Krommedijk. Er zitten bij de
voorstellingen meer mensen dan in Kunstmin en het Energiehuis samen,
maar als wordt gesuggereerd dat de overheid wat meer zou kunnen doen
om supporters en spelers te huisvesten in een modern onderkomen,
waarmee de club met meer zekerheid de toekomst in kan gaan, dan
verschuilt men zich achter vage kreten over Europese regels inzake
concurrentievervalsing en dergelijke. Ja, wij horen als supporters
steeds weer dat achter de schermen van alles wordt besproken en
bekokstoofd. In de praktijk hebben wij er, na die mooie presentatie
van de plannen voor een nieuw stadion, niet veel meer over gehoord.
Ik vind dat jammer. Ik vind dat broertje voetbal op gelijke voet moet
worden behandeld als zusje theater. Anders is het maar één
grote komedie.
Foto: auteur
Eerder gepubliceerd in de FC Dordrecht Presentatiegids, november 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten