maandag, november 16, 2015

Eén grote komedie




Onlangs noemde een trainer in Voetbal International de ontwikkelingen bij een van de belangrijkste eredivisieclubs 'één grote komedie.' Hij had daarbij flinke kritiek op een bobo die ooit zijn eigen trainer was. Een soort vader-zoon situatie. Ik moest even denken aan dat mooie verhaal uit de oudheid, waarin prins Oedipus, zonder dat hij het zelf door had, zijn vader om het leven bracht. Nee, het is geen moord en doodslag in de voetbalwereld, al is er altijd wel ergens heisa, maar het gaat mij om dat woord komedie. Dat kan zowel blijspel betekenen, een toneelstuk waarom we lekker kunnen lachen, of schertsvertoning, gedoe dat niet serieus te nemen valt. Die trainer bedoelde ongetwijfeld het laatste. Het blijspel is een gewaardeerde vorm van theater.

Voetbal heeft ongetwijfeld veel van theater. Je hebt een toneel (het veld), acteurs (de spelers) en een regisseur met zijn helpers (de trainer en de technische staf). Wij supporters vormen het publiek. Net als bij het theater genieten we van een mooie scene, of we voelen ons bekocht als de acteurs er een potje van maken en een slecht stuk op de planken (het kunstgras) zetten. In een klassiek theater is het niet gebruikelijk dat het publiek op luide toon meeleeft met een toneelstuk. Dat was wel anders in de tijd van Shakespeare. Daar werd fanatiek meegeleefd, zeker door de toeschouwers op de staanplaatsen, waarbij het regelmatig tot knokpartijen kwam.

Knokken doen we niet meer op de tribune, we zijn geen zestiende eeuwse toneelhooligans, maar het is duidelijk dat voetbal het broertje is van het theater. Er wordt een groot publiek mee vermaakt en het is zonder twijfel een deel van onze cultuur. Daar wringt hem echter een beetje de schoen. Het is vanzelfsprekend dat de overheid in de portemonnee tast om allerlei vormen van theater mogelijk te maken. In Dordrecht is in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de renovatie van Kunstmin en in het Energiehuis, om twee voorbeelden te noemen. Ik vind dat terecht. Dordtenaren hebben recht op die mooie theaters en wat daarin gebeurt. Helaas, die andere tak van de cultuur, voetbal, moet het maar zelf uitzoeken. In dat charmante, maar niet helemaal van deze tijd zijnde stadionnetje aan de Krommedijk. Er zitten bij de voorstellingen meer mensen dan in Kunstmin en het Energiehuis samen, maar als wordt gesuggereerd dat de overheid wat meer zou kunnen doen om supporters en spelers te huisvesten in een modern onderkomen, waarmee de club met meer zekerheid de toekomst in kan gaan, dan verschuilt men zich achter vage kreten over Europese regels inzake concurrentievervalsing en dergelijke. Ja, wij horen als supporters steeds weer dat achter de schermen van alles wordt besproken en bekokstoofd. In de praktijk hebben wij er, na die mooie presentatie van de plannen voor een nieuw stadion, niet veel meer over gehoord. Ik vind dat jammer. Ik vind dat broertje voetbal op gelijke voet moet worden behandeld als zusje theater. Anders is het maar één grote komedie.

Foto: auteur

Eerder gepubliceerd in de FC Dordrecht Presentatiegids, november 2015




Geen opmerkingen: