Van 1192 tot 1489 regeerde het Huis de Lusignan als
vorsten over Cyprus. De eerste vorst Guy de Lusignan, kocht het
eiland van de Engelse koning Richard Leeuwenhart, die het tijdens de
Derde Kruistocht veroverde. Een eerdere verkoop aan de Tempeliers
bleek geen succes. Guy de Lusignan voerde ook de titel koning van
Jeruzalem. Die stad werd in 1187 door sultan Saladin de Grote
veroverd, maar de Lusignans bleven zich koning van Jeruzalem noemen.
Als een nieuwe vorst werd gekroond, gebeurde dat eerst in Nicosia,
als koning van Cyprus en daarna in Famagusta als koning van
Jeruzalem. Tijdens de Lusignans werd een aantal belangrijke gotische
kerken en kloosters gebouwd, zoals de abdij van Bellapais en, op
fundamenten van oudere vestingen, een aantal kastelen, waaronder
Kolossi, nabij Limassol, en St. Hilarion, dat de strategische bergpas
tussen Nicosia en Kyreneia beheerst. De laatste Lusignan die over
Cyprus regeerde was de Venetiaanse echtgenote van koning Jacobus II,
Catharino Cornaro, die het bestuur in 1489 overdroeg aan de
Venetiaanse republiek. In 1570 vielen de Osmanen Cyprus binnen. In
datzelfde jaar veroverden zij Nicosia. In 1571, na een beleg van
bijna een jaar, viel ook Famagusta in hun handen. Zij bestuurden het
eiland tot de Britten het in 1878 overnamen. Na een periode van
gewapend verzet tegen de Britten, door de Grieks-Cyprioten en
onderlinge strijd, werd Cyprus in 1960 onafhankelijk. Aanhoudende
problemen tussen de Grieks en Turks-Cyprioten en een mislukte
staatsgreep in 1974, leidden tot de Turkse invasie van 1974.
Sindsdien is het eiland verdeeld.
Agios
Kassianos
Als
ik in Nicosia ben, wandel ik graag door Agios Kassianos, een
schilderachtig buurtje aan de Groene Lijn, in het oosten van het
historische centrum. Na de Turkse invasie (1974) werd het grotendeels
verlaten. Veel huizen raakten in verval. Na de eeuwwisseling
veranderde dat langzamerhand, hoewel het aantal inwoners nog steeds
maar ongeveer een kwart bedraagt van dat van voor 1974. De
Archeologische Dienst restaureerde een traditioneel herenhuis in de
Axiotheastraat, waarin de Universiteit van Cyprus haar Cultureel
Centrum vestigde. Toen ik onlangs op Cyprus was, bezocht ik er een
rebetikaconcert, dat gehouden werd op de sfeervolle binnenplaats, in
het kader van het jaarlijkse cultureel festival. Een bezoek dat,
alleen al vanwege het gebouw, de moeite waard was. Ook door
particulieren werden huizen opgeknapt en opnieuw betrokken, ondanks
dat ze soms letterlijk tegen de Groene Lijn aan staan. In de
Axiotheastraat, bijvoorbeeld, die even voorbij het Cultureel Centrum
is afgesloten door een barricade van oude olievaten, golfplaten en
prikkeldraad. Daarachter heerst het treurige verval van al
tweeƫnveertig jaar leegstaande gebouwen. Dat geeft mijn omzwervingen
soms even iets ongemakkelijks.
Agios
Kassianos, dat in het verleden Kafesli heette, ontleent haar naam aan
haar in de negentiende eeuw gebouwde kerk. Dichtbij deze Agios
Kassianos staat de kerk van Chrysaliniotissa,
het oudste en belangrijkste orthodoxe gebedshuis van de stad. De
belangrijkste straat is de Ermou, voor de Turkse invasie de
Kalverstraat van Nicosia. Nu heeft ze de rust van een achterstraat.
Al snel stuit je op de Groene Lijn, die de Ermou doorsnijdt en
waarachter de minaretten zichtbaar zijn van de Selimiye-moskee
in het bezette deel van de stad, ooit de door de Lusignans
(1192-1489) gebouwde, gotische kerk die wij kennen als Agia Sophia.
Hemelsbreed tweehonderd meter, maar via het checkpoint in de
Ledrastraat te voet in zo'n drie kwartier te bereiken.
Centre
of Visual Arts en Research
Ook
in de Ermou is veel gerestaureerd. Een voorbeeld daarvan is het
Centre of Visual Arts en Research, met een museum en een
wetenschappelijke bibliotheek. In 2014 opende het de deuren voor het
publiek. Het is gehuisvest in een voormalige Osmaanse herberg, die in
1953 tot meelfabriek werd verbouwd, Toen die werd gesloten raakte het
gebouw in verval tot het werd gerestaureerd door de Kostas en Rita
Severis Stichting, die tot doel heeft, volgens Dr. Rita Severis, de
algemeen directeur, 'om via de studie van het multiculturele erfgoed
van Cyprus het vreedzaam samenleven van de bevolkingsgroepen te
bevorderen.' In het bestuur van de stichting zitten dan ook zowel
Grieks als Turks-Cyprioten. Het museum, waarin men zich vooral richt
op de 18e tot en met 20e eeuw, bevat meer dan duizend schilderijen,
prenten en tekeningen, van lokale en internationale kunstenaars. In
de collectie bevindt zich ook een groot aantal voorwerpen uit het
persoonlijke leven van belangrijke historische figuren, zoals het
uniform van de eerste Britse gouverneur, Sir Garnet Wolsely, en de
geheel naar het origineel nagebouwde werkkamer van oud-president
Glafcos Clerides (1919-2013). Die wordt regelmatig aan bedrijven of
organisaties verhuurd als vergaderruimte. Van groot belang is ook de
bibliotheek, die een paar duizend boeken en een collectie documenten
bevat, die beschikbaar zijn voor wetenschappelijk onderzoek. 'Ons
centrum is vooral een bi-communaal project,' benadrukt Dr. Severis.
Een belangrijk project is SHARE (Sharing History, Art, Research and
Education), waarin ondermeer onderwijsactiviteiten, gericht op de
jeugd in heel Cyprus, plaatsvinden. Verder organiseert het centrum
evenementen als concerten, filmvoorstellingen en lezingen. Of het
ideaal, een oplossing vinden voor de tweedeling van Cyprus, binnen
afzienbare tijd zal worden bereikt, is echter nog maar de vraag.
Oplossing
Ik
leg die voor aan Dr. Georgios Kazamias, hoogleraar geschiedenis aan
de Universiteit van Cyprus. Volgens hem zijn er nogal wat haken en
ogen op de weg naar een oplossing. Die zou de vorming van een
federatief Cyprus met twee deelstaten moeten inhouden. Allereerst is
daar Turkije. Er gebeurt niets op Noord-Cyprus buiten de wil van
Ankara om en het lijkt op het ogenblik dat een oplossing voor Turkije
niet erg urgent is, omdat een Turks lidmaatschap van de EU ver uit
het zicht is geraakt. Misschien dat de wens mee te kunnen delen in de
veelbelovende gasvoorraden onder het Cypriotische continentale plat
een motivatie kan zijn, maar gezien de lage energieprijzen heeft hij
daarover voorlopig zijn twijfels. Volgens hem is een irrationele
factor als het sterke, Turkse nationalisme een belangrijk obstakel,
maar er zijn ook praktische belemmeringen. Hoe moet de
compensatieregeling voor de van huis en haard verdrevenen er gaan
uitzien en belangrijker nog: wie gaat dat betalen? De regering hoopt
op donaties van bevriende landen, maar of die komen is onzeker, meent
hij.
Kamer
van Koophandel
Voorzitter
van de Kamer van Koophandel, Phidias K. Pilides, meent dat een
akkoord de economie, nadat het aanvankelijk een en ander zal kosten,
uiteindelijk ten goede zal komen. Er kunnen dan joint-ventures worden
opgezet met de Turks-Cyprioten, iets waar vooral zij van zullen
profiteren, omdat de economie in bezet gebied nog niet erg is
ontwikkeld. De scheepvaart zal profiteren doordat de Turkse havens
zullen opengaan voor schepen die onder Cypriotische vlag varen. Nu
worden deze daar nog geweerd. De Turkse markt zal opengaan voor
Cypriotische bedrijven en de bouw zal waarschijnlijk flink aantrekken
door het vele reconstructiewerk dat wacht, met name in de VN
bufferzone en in Famagusta, waar de toeristische wijk Varosha, sinds
1974 verlaten en van de buitenwereld afgesloten, moet worden
herbouwd. Ook ziet hij nieuwe mogelijkheden voor het toerisme, met
name het maritieme, dat zich verder zal kunnen ontwikkelen. Tenslotte
zal de exploitatie van de gasvoorraden onder het continentale plat
gemakkelijker worden. De Kamer van Koophandel hoopt dan ook dat beide
partijen uiteindelijk tot overeenstemming zullen komen..
Obstakels
Een
adviseur van de president, die zijn naam niet vermeld wenst, omdat
hij op persoonlijk titel spreekt, klinkt echter niet optimistisch. Je
hoort in de media regelmatig dat het ogenblik om een akkoord te
bereiken gunstiger is dan ooit, maar die opvatting is toch vooral
gebaseerd op het feit dat president Anastasiades en de leider van de
Turks-Cyprioten, Mustafa Akinci, elkaar persoonlijk goed liggen. Er
zijn nog steeds enkele formidabele obstakels voor een akkoord. Hij
noemt de Turks-Cypriotische eis dat het presidentschap om de paar
jaar moet roteren tussen de president (gekozen door de
Grieks-Cyprioten, 80% van de bevolking) en de vice-president (gekozen
door de Turks-Cyprioten, 18% van de bevolking). Hij noemt dat
strijdig met de democratie. Ook ziet het er niet naar uit dat de
Turks-Cyprioten en vooral de Turken, de Grieks-Cypriotische eis tot
afschaffing van het Garantieverdrag zullen accepteren. Dit verdrag
houdt in dat Turkije, Groot-Brittanniƫ en Griekenland de
onafhankelijkheid en de constitutionele orde op Cyprus garanderen.
Met dit verdrag in de hand rechtvaardigden de Turken hun inval in
1974. Ten derde is er nog lang geen overeenstemming over het
grondgebied van de twee deelstaten. De Grieks-Cyprioten eisen in elk
geval teruggave van Morfou en omgeving en Famagusta.
De
laatste avond van mijn verblijf breng ik weer door in Agios
Kassianos. In de Ermou vind ik een restaurant, waarvan de tuin
uitzicht biedt op de Groene Lijn. De tuin is romantisch verlicht, in
de bufferzone is het aardedonker. Enkele katten vliegen elkaar in de
haren. Hun gekrijs weerkaatst tegen de huizen aan de andere zijde van
de bestandslijn. Als de ruzie voorbij is, heerst een bijna vredige
stilte. Ik vraag mij af wanneer dit charmante stukje Nicosia weer een
bloeiende, herenigde woonwijk zal zijn. De jongste
onderhandelingsronden, in september en november, waarvan de laatste
plaatsvond in het Zwiterse Mont Pelerin, onder auspicien van de
Verenigde Naties, hebben nog niet tot overeenstemming geleid. Het
voorlopig breekpunt is het vaststellen van de definitieve grens
tussen de beoogde deelstaten.
Foto's:
Kees Klok
Eerder
gepubliceerd in Griekenland Magazine, lente 2017. Met dank aan de
ambassade van Cyprus te Den Haag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten