2016
Leek een beetje een rampjaar voor de Dordtse horeca. De Vrijheid
dicht, Visser dicht en een goedwillende, maar doorgeschoten
burgemeester die regelmatig te veel vasthield aan de letter in plaats van de geest van de wet, in dit geval de gemeentelijke horecaverordening.
In 2017 is een en ander ten goede gekeerd. De Vrijheid ging na een
geslaagde crowdfundingactie weer open, de gemeente lijkt minder star
in zijn horecabeleid en op 18 mei opende Visser weer de deuren.
De
Vrijheid is nog steeds die fijne, vertrouwde, bruine kroeg, zoals ik
de zaak altijd al ken. Prima, vooral ook die rookruimte, want ik heb
dan wel zelf mijn pijpen met pensioen gestuurd, ik ben nog steeds
tegenstander van het betuttelende rookverbod in de horeca. Toen
Visser bijna een jaar geleden sloot, vreesde ik dat dat het
definitieve einde was. De sluiting was onvermijdelijk door de ziekte
van eigenaar Jaap Mol, mijn angst was dat het pand een andere
bestemming zou krijgen of, in het minst erge, maar toch nog
vreselijke geval, een moderne loungetent zou worden. Gelukkig pakte
dat anders uit. De nieuwe eigenaar, Dennis van Buuren, en zijn team
hebben na maanden hard werken Visser letterlijk uit het stof laten
herrijzen. Het heeft nog steeds de sfeer van het oude, vertrouwde
Visser, maar in plaats van het charmante, maar wat sleetse kloffie
van eertijds, draagt het nu een aantrekkelijk nieuw jasje. Het
antieke koffiezetapparaat, dat tot voor enkele jaren nog dienst deed
en daarna een plekje aan de wand kreeg, hangt er nog steeds als
herinnering aan vroeger tijden en veel voorwerpen uit het oude Visser
keerden terug in de zaak, zij het soms op een ander plekje. De
nieuwe, prachtige bar geeft een aangenaam ruimtelijk effect, er staat
een meer dan indrukwekkend koffiezetapparaat en daar komt meer dan
voortreffelijke koffie uit en naast de onvolprezen poffertjes en het
fameuze broodje bal, biedt de kaart een aangename variƫteit van
hapjes en kwaliteitsdranken. Kortom, Visser is Visser-plus geworden.
Ik kom al vanaf mijn vijftiende in Visser, ik hoop dat ik er op mijn
vijfennegentigste nog steeds kan binnenschuifelen, mits mij die tijd
van leven is gegeven.
Naast
de heropende Vrijheid en de vernieuwde Visser zijn er natuurlijk nog
tal van andere aantrekkelijke horecagelegenheden in het Dordtse
centrum. De buitenwijken blijven daar nogal bij achter. Ik moet
weleens de spoorlijn over, al was het maar om naar het FC
Dordrecht-stadion te gaan, maar eigenlijk beschouw ik het daar al
niet meer als het echte Dordt. Niet voor niets liggen al die
slaapwijken op grond die nog niet zo heel lang geleden behoorde tot
het door Dordrecht opgeslokte Dubbeldam. Als ik de verhalen van mijn
moeder mag geloven, was het enige dat in haar jeugd een bezoek aan
Dubbeldam de moeite waard maakte, de uitspanning van mijn
overgrootouders. Ik heb op een zondagmiddag eens een wandeling door
Dubbeldam gemaakt. Steeds dacht ik in Bleskensgraaf te zijn beland.
Foto:
auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten