vrijdag, januari 12, 2018

Duizendpoot



Sommige mensen kunnen vrijwel alles maken wat in hun gedachten opkomt. De ene keer leggen ze een centrale verwarming aan, de volgende keer bouwen ze hun eigen besturingssysteem in de computer, daarna repareren ze tussen neus en lippen door een stofzuiger om vervolgens een humidoor in elkaar te knutselen om de sigarenvoorraad in conditie te houden. Ze bouwen en passant een auto voor recreatieve ritten door Neerlands dreven, verbouwen zelf hun groenten, planten een appelboomgaard en stoken met de vruchten daarvan calvados, met een zelf vervaardigde en door de Boven Ons Gestelde Autoriteiten volledig vergunde ketel. Het kan niet op. Ik word er weleens jaloers van als ik uit het raam kijk, door de grijsheid van een gemiddelde regendag, op mijn tuin, waar nodig moet worden gesnoeid, een karwei dat ik almaar uitstel.

Ooit werkte ik op een school waar de elektricien werd gebeld als er een gloeilamp of een tl-buis kapot was. Niemand die op de gedachte kwam dat de conciërge net zo goed even op een trapleer kon klimmen. Dat veranderde toen door allerlei oorzaken, die veelal waren terug te voeren op het beleid van de landelijke overheid, moest worden bezuinigd. Toen moest je als leraar zelf de trapleer op. Het was het begin van de participatiemaatschappij.

Als je alles kunt maken wat in je gedachten opkomt, heb je misschien niet zoveel problemen met die participatiemaatschappij, een mooi woord voor 'zoek het zelf maar uit, krijg de tering maar.' Als je twee linker handen hebt en geen groene vingers, heb je pech. Hooguit mag je hopen dat je nu en dan een bevlogen gedachte krijgt en dat het lukt die om te vormen tot een geslaagd gedicht. In dat geval stuur ik het naar Claire. Als ze het kind niet heeft, komt ze weleens langs, vaak met een pannetje ingevroren soep of nasi. Ik schenk haar dan een calvadosje van mijn duizendpotige vriend.


Foto: Guus de Landtsheer


Geen opmerkingen: