Het is zesentwintig juli. Het is Stella's verjaardag. Elf jaar geleden vierden we die voor het laatst, met een etentje in een restaurant op een heuvel aan de rand van het bos, met uitzicht over Thessaloniki. We toastten op een mooie toekomst. Dat is riskant. Nauwelijks terug in Nederland werd ze ziek. Drie maanden later overleed ze. De toast had niet gewerkt. Waarom ben ik nooit te weten gekomen.
Op de vraag waarom denken alleen idioten het antwoord te weten. Zoals bisschop Ambrosios van Kalavrita, die meent dat de bosbranden, die deze week in Attica meer dan tachtig mensen het leven kostten, een straf van God zijn, omdat Griekenland een atheïstische premier heeft. Het is het soort gelovige dat in de zestiende eeuw ketters op de brandstapel zette. Hij is enthousiast over de Gouden Dageraad, de Griekse nazi's. Die zijn ook Gods wil.
Op de radio klinkt Alain Stivell. De Tour de France woedt en dan herinnert Hilversum zich dat ook Fransen muziek maken. Stivell is geen Fransman, hij is een Breton, maar soms zingt hij in het Frans. De temperatuur in de woonkamer, de koelste van het huis, is zevenentwintig graden. Dat is uitzonderlijk warm. Buiten is het nog warmer. Hilversum spreekt van een hittegolf. Claire is haar huis ontvlucht. Ze zegt dat het er niet te harden is. Ze ligt op een stretcher op de veranda. Naakt. De achterburen kunnen haar zien. 'Al die vertrutting. Je kunt niet eens meer topless zonnen in het park,' moppert ze. Ik zeg dat het volgens bisschop Ambrosios Gods wil moet zijn, maar dat ik zo'n feministisch standpunt wel waardeer.
Afbeelding: Jean Auguste Renoir - Naakt in de zon. 1875. Musée d' Orsay, Parijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten