Lieve Stella,
De afgelopen zondag heb ik enige tijd in een kerkbank doorgebracht. Die staat namelijk in café De Lachende Monnik op de Voorstraat. Daar was vroeger café Arina. De nieuwe eigenaar heeft het grondig verbouwd en geheel aangepast aan de naam. Je kunt er dus in kerkbanken zitten, al zijn er uiteraard ook stoelen, en je wordt omringd door kruis- en heiligenbeelden. Het is opgezet als biercafé, met een keur aan trappisten- en abdijbieren, maar ze schenken ook goede wijn. Het woord 'miswijn' ligt me voor in de mond, maar ik heb geen zin in flauwiteiten. We konden niet terecht bij Visser, want daar was levende muziek waar je kaartjes voor moest kopen en die waren uitverkocht. In zo'n geval heb je tegenwoordig in Dordrecht voldoende keus voor een borrel elders (dat was in mijn jonge jaren wel anders, maar dit terzijde) en dat werd dit keer dus die monnik.
Ik was vorige week ook al in De Lachende Monnik, met het Genootschap ter Bevordering van Eb & Vloed, het borreldispuut van oud-collega's. De meesten zijn met pensioen, maar een enkeling nog net niet en zodoende hebben we ons weer eens ouderwets beziggehouden met de perikelen van het Stedelijk Dalton Lyceum, waar eigenaardige dingen schijnen te gebeuren. Als ik het goed heb begrepen, hebben alle vakken, of bijna alle vakken waar dat kon, een lesuur moeten inleveren vanwege de financiën, maar wordt er wel van de leraren verwacht dat ze de complete leerstof in de overgebleven tijd proppen. Dat gaat natuurlijk niet lukken en dat voorspelt niet veel goeds voor de overgangsrapporten en de eindexamenresultaten. Nogmaals, als ik het goed heb begrepen, slag om de arm, maar ik heb het dramaverhaal nu van verschillende kanten gehoord, want ik kom ook nog weleens iemand anders tegen in de stad die er lesgeeft. Ik moet me er eigenlijk niet druk over maken, maar wat ben ik blij dat ik daar niet meer werk. Niet alleen vanwege die lesuren en de kennelijke kortzichtigheid van de 'managers' die tegenwoordig de dienst uitmaken, maar ook over de zielloze betutteling die er heerst, zoals geen alcohol meer bij diploma-uitreikingen en, naar ik meen te hebben opgevangen, ook niet meer bij het afscheid van collega's die met pensioen gaan. Die mogen dat afscheid ook niet meer buiten de school houden, zoals vroeger nog weleens gebeurde.
Ik weet nog dat ik met zeer vervroegd pensioen ging en een prachtig feest kreeg aangeboden in De Vrijheid, maar toen zaten er heel andere mensen in de schoolleiding en woei er ook een volkomen andere wind. Nog niet zo heel lang geleden moest ik even op de Overkampweg zijn om wat op te halen. Toen ik mijn fiets in de stalling voor docenten zette, stonden daar een paar oud-collega's te roken. Dat bleek ook al illegaal, want eigenlijk moest dat buiten het hek van het schoolplein. Dat je in de fietsenstalling uit het zicht van de leerlingen bent, maar buiten het hek rond het plein volop in de kijker staat, konden de sukkels die deze oekaze uitvaardigden waarschijnlijk niet bedenken. Ik moest even denken aan mijn eigen schooltijd, toen je ook niet mocht roken rondom het gebouw. Dat deden we natuurlijk wel, vaak achter een grote boom. Dan moest je een beetje uitkijken, want vaak stond een fascistisch aangelegde aardrijkskundeleraar van wie ik de naam maar even niet noem, hij leeft nog, uit een van de ramen op de eerste verdieping te kijken wie hij erbij kon lappen.
Ik vind het allemaal nogal triest, vooral omdat ik verschrikkelijk goede herinneringen heb aan de manier waarop de school (collega's, leerlingen en vooral de locatiedirecteur) mij steunde in de tijd dat jij ziek werd en overleed. Dat was niet alleen hartverwarmend, het zorgde er ook voor dat ik niet gillend gek werd van ellende. Ik heb, vooral daarom, nog een paar jaar na mijn zeer vervroegde pensionering hand- en spandiensten verleend, zoals surveilleren bij schoolonderzoeken en examens. Totdat de leerlingen uit de laatste brugklassen die ik lesgaf hun diploma hadden behaald. De allerlaatste keer dat ik bij een diploma-uitreiking was, mocht er al geen alcohol meer worden geschonken. Gevolg was dat binnen tien minuten na afloop een flink aantal ouders met een diploma vertrok en ik met een gezelschap oud-leerlingen en oud-collega's op weg was naar de kroeg. Over kroegen gesproken, die locatiedirecteur ging een aantal jaren na mij met pensioen en baat nu twee cafés uit in Rotterdam.
De laatste dagen is het weertechnisch weer een beetje herfst, alsof de IJsheiligen bijna twee weken te laat zijn gearriveerd. Er staat pas een deel van de planten in de tuin en in de bakken. Met de rest wacht ik even, want het is nu een tikje te modderig, maar als de weerman gelijk heeft en het aan het eind van de week beter wordt, maak ik het karwei af. Ik wil net als vorig jaar veel bloemen in de tuin. Er moet ook een aantal hortensia's bijkomen, want die doen me aan Samothraki denken. Daar wil ik volgend jaar wel weer eens naartoe, maar dan in mei. Het was me in april, op een paar dagen na, een beetje te fris in Griekenland.
Ik ga deze week doen wat ik lang heb uitgesteld, namelijk een paspoort aanvragen. Dat heb je voor reizen binnen de EU, zelfs naar een aantal landen daarbuiten, zoals IJsland, niet nodig, dat kun je gewoon doen met je ID-kaart, maar sinds het Verenigd Koninkrijk uit de unie is gestapt, kun je daar alleen met een paspoort heen en ik wil toch wel weer eens een keer familie en vrienden opzoeken of een conferentie bijwonen. Ik heb zo'n gruwelijke hekel aan de politiek van die verschrikkelijke Tories, de bende van Boris, en ik heb me zo verraden gevoeld door de Brexit dat ik de aanvraag lang heb uitgesteld, maar nu is de tijd gekomen om me daar met hevige tegenzin overheen te zetten. De pasfoto's liggen al klaar. Gelukkig net gemaakt voordat ik vrijdag mijn kop stootte tegen het granol van de woonkamer, toen ik een papier onder een kast vandaan wilde halen. Iets te schiftig en niet goed uit de doppen gekeken, zodat er midden op mijn voorhoofd een schaafwond zit. Niet diep en niet ernstig, maar ik lijk tijdelijk wel een beetje op Michail Gorbatsjov. Nu kun je beter op hem lijken dan op Vladimir Poetin, maar niet in mijn paspoort. Ik zou deze week weer wat opnames maken voor het boekenproject waarover ik op dit ogenblik nog niets kan loslaten, maar daar wacht ik maar even een weekje mee. Ik heb het montageprogramma inmiddels aardig in de vingers en begin steeds meer lol in het werk te krijgen. Ik denk dat ik half juli, zoals ik in voorgaande jaren ook deed, weer flink ga filmen tijdens het Big Rivers festival. Mits het weer meewerkt, want ik ben niet zo van singing in the rain.
Nog een reden om naar Engeland, en als het meezit naar Wales, te gaan, is dat ik het land nog een keer wil zien voordat de bende van Boris het in diepe achterlijkheid stort. Nu hebben ze weer het idiote plan opgevat om terug te gaan naar het oude metrieke stelsel van de yards, de miles en de gallons. Ik zou er ook helemaal niet van opkijken als ze straks weer ponden hebben die uit twintig shilling bestaan en tweehonderdveertig pennies en dat een ounce aan de overkant van de Noordzee heel anders weegt dan een ons hier. Dat die stokoude koningin Elizabeth dat allemaal nog moet meemaken. Over triest gesproken.
In gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht, 30 mei 2022
Foto: auteur