Het Historisch Platform Dordrecht organiseert de cursus Dordtologie. In tien lessen leer je over de geschiedenis van Dordrecht en als je de cursus met succes afsluit, mag je je Dordtoloog noemen. Er zijn inmiddels honderden Dordtologen en de cursus is zo populair dat er zelfs wachtlijsten zijn. Ben je eenmaal Dordtoloog dan kun je deelnemen aan de vervolgcursus Dordtologie, die zorgt voor uitbreiding en verdieping van je kennis.
In het kader van die vervolgcursus gaf ik gisteravond een lezing over 'De Dordtse letteren, 1572-heden'. Hoewel de letteren in Dordrecht vergeleken bij de beeldende kunst traditioneel de rol van het ondergeschoven kindje vervullen, valt er een boeiend verhaal over te vertellen.
In de 17e eeuw was Dordrecht, na Amsterdam, het culturele centrum van Holland, met tal van schrijvers, dichters en geleerden die vrijwel allemaal een of andere connectie hadden met de Latijnse School, de voorloper van het Johan de Witt-gymnasium. In de 18e en begin 19e eeuw sudderde het Dordtse literaire leven voort op een bescheiden pitje. Daar komt eind 19e, begin 20e eeuw een einde aan, als onder meer Jacques Perk, Jan Veth, Top Naeff, Marie Schmitz, Kees Buddingh', Wim de Vries en Jan Eijkelboom van zich laten horen. Inmiddels vormt zich de nieuwste generatie Dordtse letterkundigen.
Ik gaf de lezing met veel plezier en wie weet blijft het hier niet bij. Wie belangstelling heeft voor de cursus Dordtologie moet maar eens hier kijken. Wil je een beknopt overzicht van de Dordtse letteren, dan is dit boekje wellicht iets voor jou.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten