Ik herinner mij een hilarisch fragment uit een brief van Gerard Reve, waarin hij een piloot bij de luchtmacht verzoekt een precisiebombardement uit te voeren op een bepaalde bovenwoning te Amsterdam, zijnde het huis van de schrijver Theun de Vries. Reve had het niet op de Vries, omdat deze een aanhanger was van de door de volksschrijver gehate communistische religie. Ik herinner mij ook de woonkamer van de ouders van een van mijn beste vrienden. Daar stond tot ver in de jaren tachtig een groot portret van Jozef Stalin op de schoorsteenmantel. Toen mijn vriends vader overleed smeet de weduwe als eerste Stalin uit het raam. Twee herinneringen die opkwamen toen ik afgelopen zaterdag in Brugge het allerlaatste nummer van het literair kwartaalschrift Kruispunt in ontvangst nam. Kruispunt 200 betekent na 50 jaar het einde van een flamboyant tijdschrift. Gesticht door twee Vlaamse communisten, Georges van Acker en Marc Braet, verloor het in zijn groei naar volwassenheid allengs de religie van Karl Marx en eindigde het als een vooruitstrevend, ruimdenkend blad waarin plaats was voor vogels van velerlei pluimage, mits onbesmet door rechts-extremistische virussen. Een tijdschrift dat door haar speciale katern 'Op het kruispunt,' gewijd aan boekbesprekingen, en door haar ruime belangstelling voor wat er in de wereldliteratuur te koop was, met name in de 'kleine talen,' als Bretons, Catalaans, Welsh, Zuid-Afrikaans enz., een fundgrube is geworden voor latere literatuurvorsers.
Stella en ik kregen de kans onze bloemlezing van Cypriotische literatuur als Kruispuntnummer 197, een pil van 470 bladzijden, uit te geven. Dat was voor ons de bekroning van een lange samenwerking met Kruispunt, die voor mij begon in 1974 toen ik er als jong dichter voor het eerst in publiceerde en die afgelopen zaterdag eindigde toen ik het twijfelachtige genoegen had om het blad samen met mederedacteur Jan Deloof en dichter Hendrik Carette uit te luiden, in aanwezigheid van hoofdredacteur John Heuzel en een uitgelezen gezelschap Kruispuntvrienden. Er was lof, terechte lof voor John Heuzel, die meer dan 25-jaar het aanzien van Kruispunt bepaalde en zonder wiens literaire inzicht en moed het blad waarschijnlijk allang het loodje zou hebben gelegd.
De presentatie werd gehouden op het domein De Zeven Torentjes, waar ook de sfeervolle kinderboerderij van Brugge is gevestigd. Het was bijzonder prettig om veel oude Kruispuntvrienden terug te zien, al speelde bij iedereen wel in meer of mindere mate de weemoed over het verdwijnen van een tijdschrift dat voor de meeste aanwezigen meer was dan zomaar een literair blad. Bij wijze van uitzondering was het een mooie, zonnige dag, wat aan het weerzien ook een feestelijke tint gaf. Het was een welhaast Bourgondische bijeenkomst, waarop Kruispunt zijn genodigden ruimhartig onthaalde op drank en een kostelijk maal, maar evenzeer op muziek, poëzie en tenslotte op het nummer zelf. Geheel in Kruispuntstijl een bijzondere publicatie. Een tweedelig slotnummer, eigenlijk twee nummers, waarvan het eerste deel, Kruispunt 198-199, een uitgebreide verhandeling bevat van de hand van Peter Bormans over het beeld van Jozef Stalin in de literatuur. Het nummer opent met een krachtig gedicht van Hendrik Carette, getiteld Een bolsjewistische fanfare. Nummer 200 tenslotte bevat een aantal beschouwingen van oud-medewerkers en redactieleden over hun ervaringen met Kruispunt. Dit deel verscheen met een fraai ogend omslag waarop een tekening van Picasso, ooit voor dit doel afgestaan aan zijn vriend Marc Braet. Er staan bijzondere herinneringen, fraaie anekdotes en ontroerende passages in. Het is een nummer dat iedere liefhebber van Kruispunt, maar ook iedere verzamelaar, in de kast zou moeten hebben en dat kan, want het is eenvoudig te bestellen via kruispunt@telenet.be.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten